Auto garage

Zijn ogen knepen samen. Hij was hier met een reden maar wist zelf nog niet echt welke. Hij moest hier komen in ieder geval, had een afspraak met iemand. Zijn grijns was getekend op zijn lippen terwijl hij dieper het twoleg place betrad. Hij moest kort weer wennen dat het hier s'nacht's licht was door de lantarenpalen, kort had de Elite geleefd in het moeras toen Shadowclan in hun greep had gezeten maar hoe snel dat was gegaan was dat ook zo weer voorbij. Agh, het maakte hem eigenlijk ook niet veel uit, hij vond beide plekken verrot al was het hier wel een voordeel dat er altijd een spannend nachtleven was. Hij verwachtte dat zijn afspraakje ook spannend zou zijn, wie anders vroeg om alleen af te spreken in geheim met de hemel zonloos? Hm hm, hij was echt niet gister geboren hoor. Trippelend ging Ryuk veder, zijn staart dik opgezet van de opwinding. De geur kwam al in zijn neus, het was de gene die hem gevraagd had om hem hier te ontmoeten. Zijn charmante blik kwam al op zijn gelaat getrokken en diep ronkend liep hij op de ander af. ''Wat een speciale plek heb je uitgekozen,'' Sprak hij terwijl hij kort de omgeving bekeek zover hij dingen kon zien in het donker. In ieder geval was de geur van auto's duidelijk te ruiken. ''Wel veel privé, ik zal dus niet klagen over de stank.'' Grijnsde hij en probeerde meteen een move te doen maar hij werd geblokkeerd door een onzichtbare muur. Huh? Zijn ogen knepen samen en met een op gezetten vacht tuurde hij door het glas heen maar zag niks meer. Wat was dit voorn spelletje? Rammelend geluid klonk boven hem, alsof iemand over een ijzeren brug heen tippelde en iets mee sleepte. Ryuk stapte wat stappen naar achteren en probeerde te zien wie zo met hem zat te dollen maar het enige wat hij nog kon zien voor het zwart werd was een grote emmer die naar beneden viel. Een shitload aan plakkerige vloeistof viel over hem heen en maakte alles zwart. Het spul was in zijn ogen gekomen, in zijn neusgaten en mond. Zijn lichaam zat vast in de grote emmer die gevallen was waar ook de vele olie inzat en maar langzaam eruit droop. In volle paniek probeerde hij een uitweg te vinden maar alles om hem heen was als een plakkerige zee waar hij niet vooruit kon komen. Daarbij werd hij nog eens door een ronde muur vastgehouden. Het lukte hem echter wel, het lukte hem om de emmer op de zij te laten vallen; een golf van olie droop er uit samen met zijn doorweekte vacht. Proestend probeerde hij alles uit zijn longen te halen en te vervagen met schone zuurstof. Hij vocht, vocht voor zijn leven maar het was toch zinloos. Als hij dit wist te overleven dan zou hij toch morgenochtend dood liggen in zijn nest door de vergiftiging. Het was over. Klaar. Dat kreeg je ervan als je enkel nadacht met je pik en blijkbaar een zoon was van de huidige leader.