En het was even stil. Overal, op elke plek, behalve de zeer zachte wind die woei door de omgeving. Toen schrok de wit met bruin bevlekte poes toen een onbekende stem hallo piepte. Even zocht ze rond waar het geluid vandaan kwam en ontdekte de poes de jonge kittypet. “Hey!”, antwoorde de bloodclanner vriendelijk terug. Het had nu geen zin om een ander bang te maken, dus vriendelijk wezen was de enigste optie. “Wat is je naam?”, vroeg de poes daarna met haar oranje-rode ogen op de kleine kitten, door het gaatje van het hek. Het was even goed om weg te zijn van het bloodclan kamp, eventjes er op uit gaan om te relaxen, zodat je je kon voorbereiden op grotere gebeurtenissen. Haar emoties door de vele doden van haar dierbaren waren nu even weg. Dat voelde goed.