Met haar kop op haar poten lag de jonge Shadowclan warrior te ronken in de warriors den. De chagerijnige, maar toch erg wijze poes rolde op haar rug. Naast haar lag een andere warrior te slapen die in zijn slaap tegen haar aanrolde. Yellowfang opende haar ogen en ging rechtop zitten. ''Wat is meneer van plan?'' Gromde ze naar de kater die haastig overeind krabbelde. ''N.. n.. niks Yellowfang'' kreunde de kater. ''Dat mocht ik hopen ook,'' Snauwde ze terwijl ze de den uit liep. Nu keek de kater haar woedend aan. ''Oh, dus je wilt vechten?'' Yellowfang draaide zich pissig om. ''Kamp, openplek, nu!'' Siste ze en sprong de den uit.
Op de oen plek aangekomen liepen zij en de kater woedend rondjes om de open plek. Een paar zachte stemmen van andere katten die zich inmiddels verzameld hadden om het gevecht te bekijken waren te horen. De koude wind schuurde langs haar vacht terwijl ze haal gele ogen in die van de kater boorde. ''Dus jij denkt dat je deze krachtpatser aankunt?'' Ze de kater erg vastberaden. Yellowfang rolde met haar ogen. ''Heel grappig, kom nou maar ukkie,'' De kater schoot naar voren en haalde ut naar haar oog. Yellowfang bukte waardoor d kater met een harde smak op de grond klapte. ''Pfff, ik heb kittens gezien die het beter deden dan jij,'' Miauwdeze erg verveeld. Ze rende op de kater af en stortte zich boven op hem. Met haar vlimscherpe klauwen bewerkte ze zijn flanken en met haa tanden boorde ze zijn nekvel stuk. Ze sprong weer van hem af en liep richting de prooi stapel. ''Ik zou volgende keer maar beter uitkijken wie je uitdaagt!'' Siste ze en pakte een mus en waterrat van de stapel. De mus zou ze naar de elders den brengen. De poedersneeuw die het kamp bedekte kraae onder haar poten. Bladkaal was aangebroken.
In de elders den kwam ze Icestripe, de wijze elder tegen. ''Hier Icestripe, ik heb een mus voor je. Als je wilt haal ik straks nog wel wat warm mos voor je,'' Ze ging naast de elder liggen en begon groote stukken vlees van haar waterrat af te scheuren.