(Soort van reactie op dit topicje)
Clementine between little leaves mistte hem elke dag. Hoewel haar lichaam nog in vrij goede staat was vulde die zich nu elke dag met pijn. Vanaf ze haar ogen open deed kwamen de herinneringen terug. Dan zuchtte ze zachtjes en keek naar waar zijn nest ooit had gelegen. De kater die ze vroeger zo hard had gepest en benijd omdat hij met Courage omging. Nu waren ze allebei heen, gelukkig in Tribe of Endless Hunting. Ze moest er niet zo over zitten tobben, maar het was sterker dan haarzelf. Clementine had ook niet echt het knuffelige-lieve-oma-gehalte, dus veel bezoek kwam er niet. Vooral ook omdat ze ging klagen over de situatie. In haar ogen was de Tribe naar een afgrond aan het denderen. Ze had pijn in haar heup en enkelgewricht en niemand kon haar helpen. Arme Spark had niet eens de naam -teller. Ach er was vast een reden voor. Clementine hees zich overeind.
Met een zware, ietwat hinkende stap liep ze de grot uit. Misschien moest ze een ommetje maken. Haar gedachten verzetten. De oude poes keek op naar de hemel. Had ze net iets gehoord of was het een illusie? Haar glazige, blauwe ogen tuurden naar boven, maar lieten zich zakken toen de hemel stil bleef. Hmmmm? Was die molshoop een eindje verderop er altijd al geweest? Clementine wiebelde met haar oren. Misschien was het tijd om haar oude vriend weer op te zoeken. Hij moest vast boos zijn, het was zo lang geleden en de laatste keer had ze zijn geschenk in de afgrond gesmeten. Natuurlijk had ze een week erna dik spijt gehad en lopen zoeken. Uit schaamte had ze nooit meer contact gezocht. Clementine kreeg bijna een blos toen ze eraan dacht.