|
| But I would walk 500 miles | |
| Selina 32 Actief
| |
| Onderwerp: But I would walk 500 miles zo 17 mei 2020 - 11:29 | |
| Een warme lentezon stak haar stralen tussen de boomtoppen door, het bladerdak was lichtgroen gekleurd. Het gras onder zijn pootjes voelde een beetje nattig, vogels tsjirpten boven zijn. De rust die de wandeling door dit bos hem gaf was heerlijk. En welverdiend. Hij had dagen gelopen, waren het dagen? Misschien wel weken. Hij was de dagen en weken een beetje uit het oog verloren de laatste tijd. Hij was vooral bezig geweest met zichzelf in leven te houden, en te zoeken naar een plek waar hij zichzelf een paar dagen, weken of maanden bezig kon houden. Hij leefde nooit echt op 1 vaste plek. Dit kwam waarschijnlijk ook wel omdat hij alleen was. Niet dat hij dat echt heel erg vond, alleen zijn kon soms heel prettig zijn. Iedere boom stond steeds een stukje verder uit elkaar, tot ze een prachtig open plekje vormde. De zon leek hier een stuk feller, de bladeren hielden haar niet meer tegen. Kleine paarse bloementjes omrandden het bijna perfect ronde open plekje. Het leek net een print uit een sprookjesboek. Vlinders fladderden boven de bloementjes, driftig op zoek naar nectar om zichzelf te voeden. Langs de open plek liep een smal beekje, waarschijnlijk vanuit de bergen. Hij liep op z’n dooie gemakje richting het beekje, bukte zich voorover en nam een paar slokken. Het ijskoude water was verfrissend. Hij ging met zijn rug naar het beekje zitten om deze plek eens goed in zich op te nemen, de bomen begroeid met groen en geel mos. Een koolmeesje vloog naar beneden en lande aan de overkant van de open plek. Was deze plek te vredig om te jagen? Het grommen van zijn maag gaf hem een duidelijk antwoord. Nee, jagen kan hier prima. Hij zakte direct door zijn poten, zijn ogen gericht op de nietsvermoedende vogel. Zijn oren gespitst sloop hij dichterbij het arme beestje. Hij zette een hoop druk op zijn achterpoten en sprong naar het beestje toe, zijn klauwen sloegen in de vogel zijn vleugel – die nog probeerde weg te vliegen, het arme beest. Hij sloeg de vogel naar de grond, waardoor zijn nekje brak en de vogel levenloos op de grond belandde. Je wist het overigens nooit met die vogels, soms speelden ze dood, je doen denken dat je ze had. Dan wendde je je ogen twee seconden van ze af, en poef weg waren ze. Maar dit keer lukte het hem zonder moeite. Nadat hij de vogel ongegeneerd naar binnen geschokt had, wendde hij zich nogmaals tot het beekje. Hij nam een paar slokken en begon vervolgens direct het bloed van zijn poten te likken. Hij was wellicht een tikkeltje ijdel op dat gebied. Hij hield er in ieder geval niet van als zijn vacht onder het bloed zat. Ook al kwam er niet hee veel bloed uit zo’n klein vogeltje, hij hield er niet van. Zijn vacht weer glanzend, rolde hij zich op tot een bolletje. Even zijn ogen dicht doen kon geen kwaad toch? @Sunpaw |
| | | Renske 277 Actief The day will be what you make it. So rise as the sun and burn.
| CAT'S PROFILEAge: ☀ 14 moons!Gender: She-cat ♀Rank: ☀ Young Warrior |
| Onderwerp: Re: But I would walk 500 miles ma 25 mei 2020 - 21:54 | |
|
Sunpaw was verder gegaan dan ooit. Waar precies haar poten haar brachten, geen idee! Maar het was hier mooi, bijna mooier dan ThunderClan. Ze liep door hoog, groen gras en ze hoorde geluiden die ze nog nooit eerder had gehoord. Ze liep verder en verder en verder, totdat ze de geur van ThunderClan helemaal niet meer rook. Maar de bomen leken nog bekend en de bosgeuren en geluiden ook. Die van vogels en scharrelend ongedierte, haar poten over het kreupelhout. Het was een avontuur, en ze was eens helemaal alleen! Geen zeurende Dustpaw achter haar aan of Lionpaw die zei wat ze allemaal weer verkeerd deed. En geen slome Jaytail. Puh, haar mentor was zo saai zo nu en dan. Nee, Sunpaw hield veel meer van een beetje avontuur. Ze kwam op een mooie plek, een open plek en een kabbelend beekje. Wauw! Ze wist niet dat de wereld zo groot kon zijn. Ze keek omhoog, naar een blauwe lucht, maar al snel keek ze voor zich toen ze een vreemde, zure geur rook. Een andere kat. Ze trok haar lip even kort op, en daar zag ze hem, bij het beekje. Ze zwiepte haar staart heen en weer. Hij had duidelijk net gejaagd. Stiekem leek dat leven haar wel wat, jagen en eten wanneer je maar wilde en je hoefde het nooit weg te geven. Ze staarde naar de vreemde kater. ‘Wie ben jij?’ hapte ze toen toe. Ja, ze wilde het weten. Was hij een gevaar? Jammer dat ze nu niet meer op ThunderClan gebied waren, dan had ze hem weg kunnen jagen...
|
| | | |
| Permissies van dit forum: | Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
| |
| |
| |