Jamie 519 Actief "What a shame, what a shame. Beautiful scars on critical veins"
| CAT'S PROFILEAge: Definitely more then 13 MoonsGender: Tomcat ♂Rank: |
| Onderwerp: 303.90 wo 6 mei 2020 - 19:52 | |
| De blonde kater schudde zijn halflange pels uit en trok zichzelf terug in een hoekje waar het rustig was. Hij was hier niet op zijn gemak, al was hij dat nooit werkelijk. Altijd groeide er een wantrouwen in hem, een alertheid die normaal enkel in dieren te vinden was die leefde zonder maatschappij en geweten. Maar hoeveel hij daar nu werkelijk van had wist hij niet. Angstig lag hij hier in het drassige zand, de koelte van de aarde deed zeer aan zijn hart, een die zoals altijd versnelt klopte en gevoelig was voor deze verandering in temperatuur. Hij was enkel zijn clan gevolgd naar waar ze heen gingen maar hij wist niet waar hij nu was. Hij wist niet waarom ze hier waren en voor hoe lang het zou duren. Het enige wat hij wilde wat dat het zo snel mogelijk afgelast was zodat hij terug kon naar zijn plek in de weide, naast het oude afgebrokkelde muurtje, weggestoken van kijkende ogen. Er waren altijd kijkende ogen. Lurende ogen die wachtte op het moment te jagen. Aan te vallen. Te verslinden. Altijd moest hij op zijn hoede zijn. De goudgekleurde kat trilde van spanning, van angst, van een ziekte die niet te genezen was. Geluiden en stemmen die enkel in zijn kop rond speelde lieten hem opkijken. Tot ze ineens allemaal stil hielden en hij enkel het geluid van een pootstap hoorde. Meteen duwde Satsui zich dichter tegen de grond, als een dier dat zijn hele leven geslagen was en wist wat de morgen hem zou brengen. Maar iets in zijn vuurgekleurde ogen was strak en intens terwijl hij opkeek naar de ander. Het moest een vijand zijn, er was niks anders dan vijand. Maar hij hoopte op een vreemde, iemand die hem niet zou kwellen en zeer zou doen- nee dat bestond niet. Maar het moest. Nee.
+ Ravenpaw |
|
RavenstrikeCatministrator
Kiek 243 Actief
| |
| Onderwerp: Re: 303.90 wo 6 mei 2020 - 21:28 | |
| Ravenpaw zijn ogen gingen rond het kamp. Het enige wat hij nu kon doen was rondjes lopen, wachten tot hij naar de uitgang gedrukt werd door een BloodClanner om te jagen en slapen. Oh ja en soms mocht hij eten. Feest. De grijs-zwarte kater maakte nu ook een rondje door het kamp, om zijn benen te strekken. Hij was niet per se opzoek naar iets, maar hij vond wel iets. Zijn ogen bleven hangen op een creme-kleurige kater. Hij had katten horen praten, gesprekken opgevangen. Hij moest een zoon van Lítill zijn. Lítill was een oud BloodClan leader en - misschien nog wel belangrijker - hij was zijn opa. Indirect was hij dus familie van de creme-kleurige vreemde kater. Hij bleef kort staan om te kijken naar hem, hij leek haast wel bang, schichtig om zich heen aan het kijkend. De zwarte kater stapte naar hem toe. "Jij," sprak hij toen. "Jij bent een zoon van Lítill toch?" zijn stem klonk neutraal en kalm. Deze kater zag er - in tegenstelling tot de rest - niet uit alsof hij elk moment kon omdraaien en hem vermoorden. Een pluspunt.
|
|