We're part of a story, part of a tale. We're all on this journey, no one is to stay. Where ever it's going. What is the way?
Welcome
Warrior Cats is een rollenspel gebaseerd op de serie 'Warriors' van Erin Hunter. Je verkent hier al schrijvend de geliefde wereld van de Clankatten, rogues en kittypets. Dit doe je door je eigen karakter aan te maken, waarbij je bijna alles zelf mag bepalen over uiterlijk en karakter. Wild of tam, goed of slecht, sociaal of eenling? Help jij oorlogen te voorkomen? Of ben je een van de katten die hongerig opzoek is naar een groter territorium en meer macht? Het kan allemaal op Warrior Cats.
KIND OF WEATHER
NEWLEAF
Season
Newleaf, 10°C - 20°C
Langzaam maar zeker komen de eerste bloemen weer op. De zon breekt weer door wat zorgt voor een aantal warme dagen. Newleaf zet alles in volle bloei.
the way to a vision of renewal isby moving throughthe darkness
Haar gevlekte zwarte vacht lichtte bruin, door de zon die vandaag door het dikke wolkendek van de afgelopen paar dagen had weten door te breken. Echt warm was het nog niet, maar dat was voor Night totaal geen probleem. Als 't te warm werd was dat alleen maar vervelend, haar vacht trok warmte aan zie je. Dus dit weer was dan perfect. Ze had zojuist een patrouille gelopen, en hoewel ze dit over het algemeen geen vervelend werk vond was die van vandaag erg saai geweest. Er was niks gebeurd en de clanmates met wie ze was waren ook niet bepaald de leukste. Vandaar dat ze nog even langs haar grenzen heen zwierf, in de hoop om iets tegen te komen wat haar dag wat opfleuren zou. Misschien zou ze wel zo ver afdwalen dat ze richting de mens zou gaan, maar eerlijk gezegd werd dat ook saai nadat ze dat meerdere keren van dichtbij gezien had. De mensen die zij gezien of tegen het lijf gelopen had waren vriendelijk geweest, niet zoals waar de clan haar voor gewaarschuwd had. Niet dat Nighthowler ze nu opeens als maatjes zag hoor, want ze wist dat in ieder dier met een ziel een verradenheid kon schuilen. Zelfs de kleinste sprinkhaan beet zijn eigen partner zijn kop eraf. Het was een terugkerend patroon, één die ze in haar eigen leven ook al vaker mee had mogen maken. En één waar ze helemaal zeker om was. In alles lag verraad, ook in haar. Het was de vraag of je dit onderdrukken kon en wou, of niet. - 1st Lightbearer [voor BC overname]
Zoals dit topicje noemt was Lightbearer niet de gene waar je nou naar keek en dacht: dat is nou echt een god van de oorlogen. Nee, de Shadwowclan warrior was zelfs tégen oorlog in tegenstelling tot de kat die hij later vandaag zou ontmoeten. Eerst moet de tom namelijk naar hetzelfde punt gaan op het zelfde tijdstip. Dat hij haar zou ontmoeten was misschien toeval zoals vele andere zouden denken maar Lightbearer geloofde dat elk moment in het leven al besloten waren door zijn voorouders. Sommige zeggen: 'je bent gek om dat te geloven' andere deelde dezelfde religie als hem. Zijn poten werden in ieder geval naar de plek geleid waar hij vandaag zou moeten zijn. In zijn hoofd werd hij onbewust geleid door de sterren, alsof ze een onzichtbare pad hadden uitgestrekt voor zijn voeten en hij deze volgde als een aangetrokken magneet. Zijn staart zwiepte luchtig mee met de wind die door zijn pels heen woei. Zijn neus wiebelde zachtjes om de geuren te proeven. Hij was vlakbij Windclan en de tom kon de heidens al ruiken. De geur was fijn, rook als vers gebakken brood uit de bakkerij die naast een bloemenstal stond. Shadowclan had helaas een wat sterkere geur; rook naar het moeras, nat hout en mist. Hij snoof nogmaals een slok lucht in zich op alsof hij zachtjes nipte aan een glas dure wijn. Genietend van de details die in de geur verborg. Lightbearer strook zichzelf door enkele pollen heen van vers gebloeide bloemen. Geel stuifmeel korrelde over zijn lichaam heen en viel als lichtjes als dwarrelend sneeuw naar beneden. Hij glimlachte en liet een nies klinken. Gezondheid!
“It was June, and the world smelled of roses. The sunshine was like powdered gold over the grassy hillside.”
the way to a vision of renewal isby moving throughthe darkness
Het duurde niet lang voordat ze iemand tegen kwam bij de grens. Dat gebeurde eigenlijk verrassend vaak, als ze er zo over nadacht; het gebeurde maar zelden dat je niemand tegen kwam. Ze had eigenlijk verwacht een patrouille tegen het lijf te lopen, maar ze zag maar één kat. Hij was zwart-wit, het was een mooie kater om te zien. Bij een kater als deze gebruikte je niet het woord knap, of sexy, maar het woord mooi. Hij zag eruit alsof hem nog nooit de slechte kant van de wereld was laten zien. Misschien wist hij ervan, maar nooit had hij het persoonlijk meegemaakt. Althans, dat was haar gok. Misschien was ze wel een verschrikkelijke judge of character, en was deze kater de duivel zelf. Al was de duivel toch maar een nep concept gemaakt om mensen te motiveren om de christelijke regels te volgen. Ze donkere she-cat keek op toen de ander plots nieste, en ze knipperde ietwat verrast met haar ogen. Had hij hooikoorts? Onbewust had Night zich verscholen gehouden tussen het lange gras wat hier groeide. De grens hier was werkelijk een mix tussen Shadowclan en Windclan gebied; er stond hoog, droog gras, maar de grond was modderig en nat. Ze liep, zonder dat ze stil probeerde te zijn, naar de kater toe die haar tot dit punt nog niet opgemerkt had. "Ben je allergisch?" vroeg ze toen met een lichte tint van humor op haar gezicht.
Het geslacht is gecreëerd om een woord aan een beeld te plakken. Katers en poezen. Allemaal word er een beeld gevormd bij het woord. Zo moeten katers sterk en groot zijn en poezen mooi en slank. Toch gebeurde het nog wel redelijk vaak dat het beeld dat gevormd was in het hoofd niet paste bij het plaatje die je voor je zag. Zo had Lightbearer wel de biologische kenmerken die betrekking hebben op de rol van de voortplanting, al zag hij er niet uit als een stoere kater. Hij was slank, had lange stevige poten om door het moeras te ploeteren, en had een mooi afgeschilderd gezichtje met honing gouden ogen. Zijn sierlijke houding en gedrag kon verward worden met die van een vrolijk jonge dame en kon de she-cat die naar de grens getrokken was weer verward worden als een jongeman die niet uit de weg ging om zijn grenzen te beschermen. Misschien zat ze er wel tussen in? Misschien allebei een beetje? Of juist beide niks. Light voelde zich niet perse man maar ook niet vrouw, hij was gewoon wie hij was maar identificeerde zichzelf wel als tom. Hij vroeg zich af hoe de Windclanner zich dacht te voelen, of als je juist niet van labeltjes; hield dat kon ook natuurlijk. Toen hij een niesje liet klinken van de kruimelige gele pollen klonk de stem van de ander licht met humor. Zijn lippen gingen in een glimlach staan en hij schudde zijn pels uit om de rest van de pollen van hem af te krijgen, voor het geval hij weer niezen ging. ''Nu je het zegt,'' Gniffelde hij terwijl hij met zijn staart een klein wit bloemblaadje van zijn vacht tikte. ''Ik heb altijd last van niesbuien wanneer het new-leaf is, nooit bij stil gestaan dat ik wel allergisch kon zijn.'' De tom ging zitten en trok vriendelijk met zijn snorharen. ''Nighthowler, was het niet?''
“It was June, and the world smelled of roses. The sunshine was like powdered gold over the grassy hillside.”
the way to a vision of renewal isby moving throughthe darkness
De kater leek niet te schrikken van haar verschijning. Misschien had ze zich toch niet zo goed verscholen; grote kans, aangezien ze er niet bewust mee bezig geweest was en haar donker gevlekte vacht altijd af leek te steken boven de grond. Nog een reden waarom ze beter in de tunnels functioneerde dan erbuiten. De kater tegenover haar beantwoordde haar vraag met een zachte lach, en Night voelde haar eigen lippen bijtrekken in een klein grijnsje. Kort trok ze met haar oor toen hij haar verttelde dat hij nooit stil had gestaan bij het idee dat hij allergisch kon zijn. "En je medicine cats hebben je daar ook nooit op gewezen?" vroeg ze waarbij ze haar hoofd lichtjes schudde, al zat er humor achter haar uitspraak. Ja, ze had eigenlijk geen idee hoe dat precies zat in Shadowclan. Ze zou het gerust een keer willen zien, maar helaas zat dat er niet in. De ander sprak haar aan bij haar naam, en kort trok ze haar wenkbrauw op. "It is," knikte ze waarna ze wat dichter naar de ander toe stapte, puur zodat ze niet ongemakkelijk hard hoefden te praten. "Ik kan niet zeggen dat jouw naam bij me is blijven hangen," gaf ze toe, al zat er geen schuld achter deze confessie. Zo ging het nou eenmaal als je elkaar maar eens in het half jaar zag, en dan niet eens gegarandeerd met elkaar in gesprek ging.
Als je last hebt van een pollenallergie ben je allergisch voor het stuifmeel van bomen, planten, bloemen en grassen. Dit word ook wel hooikoort genoemd, maar als hij dit ook had? Geen idee. Als stuifmeel in contact komt met je neus, ogen of keel reageert je lichaam daarop door een stofje genaamd histamine aan te maken. Dit stofje is vaak de grote veroorzaker van de meest voorkomende hooikoortsklachten zoals een loopneus of tranende ogen, maar daar had hij ook niet echt last van. Misschien soms een beetje? Onbewust? Het grootste 'klacht' die hij dan zou hebben was dat hij zo nu en dan een niesbui had. De Windclanner genaamd Nighthowler vroeg als de medicine cats in zijn clan hem daar nooit op hebben gewezen en de tom hield speels zijn schouder op. Hij schudde ook zijn kopje. ''Helaas groeien er geen bloemen in ons kamp, en zover ik weet heb ik nooit gezellig met één van onze kruidenmeesters in een bloemenveld gewandeld.'' Sprak hij. ''Daarbij, een klein niesje zo nu en dan weerhoudt mij niet om te genieten van het opkomende mooie weer.'' Hij glimlachte en stapte net als de zwarte she-cat dichter naar de grens toe zodat hij beter met haar kon communiceren zonder zijn stembanden te bezeren. ''Als ik je ook nog eens vertel hoe vaak ik gestoken ben door bijen toen ik door de bloemen aan het snuffelen was. Je zal verrast zijn.'' Zijn oren danste plezierig. ''Neem het jezelf niet kwalijk, ik ben ook geen kat die veel op de voorgrond stond. De naam is Lightbearer, maar je mag me gerust snotneus noemen als dat makkelijker is.'' Sprak hij warm en met humor. '
“It was June, and the world smelled of roses. The sunshine was like powdered gold over the grassy hillside.”