Ouroboros



 
IndexGebruikerslijstRegistrerenLaatste afbeeldingenInloggenZoeken
We're part of a story, part of a tale. We're all on this journey, no one is to stay. Where ever it's going. What is the way?
Welcome
Warrior Cats is een rollenspel gebaseerd op de serie 'Warriors' van Erin Hunter. Je verkent hier al schrijvend de geliefde wereld van de Clankatten, rogues en kittypets. Dit doe je door je eigen karakter aan te maken, waarbij je bijna alles zelf mag bepalen over uiterlijk en karakter. Wild of tam, goed of slecht, sociaal of eenling? Help jij oorlogen te voorkomen? Of ben je een van de katten die hongerig opzoek is naar een groter territorium en meer macht? Het kan allemaal op Warrior Cats.
KIND OF WEATHER
NEWLEAF
Season
Newleaf, 10°C - 20°C
Langzaam maar zeker komen de eerste bloemen weer op. De zon breekt weer door wat zorgt voor een aantal warme dagen. Newleaf zet alles in volle bloei.
WHAT'S HAPPENING
Current Event
BEWARE THE BEAST
THE ALLEGIANCES
Clans
THUNDERCLAN
RIVERCLAN
WINDCLAN
SHADOWCLAN
BLOODCLAN
THE MANAGEMENT TEAM
Staff
Admin
Admin
Admin
Mod
Mod
COME JOIN US
WC DISCORD

SWITCHERDIESWITCH
SWITCH ACCOUNT

Deel
 

 Ouroboros

Vorige onderwerp Volgende onderwerp Ga naar beneden 
Acefray
Dorpsslet
Ouroboros 6rUw8UC
Jamie
4524
Actief
"Once more into the fray, into the last good fight I'll ever know.
Live and die on this day, live and die on this day"

CAT'S PROFILE
Age: 53 Moons +
Gender: Tomcat ♂
Rank:
Acefray
BerichtOnderwerp: Ouroboros   Ouroboros Icon_minitimezo 26 apr 2020 - 18:05


“The loneliest moment in someone’s life is when they are watching their whole world fall apart, and all they can do is stare blankly.”


De grijze kater haalde diep adem, voelde zijn longen vullen met de koude nacht. Hij sliep al dagen niet meer. De nacht had een grip op hem. Hoewel hij had meegemaakt dat de sterren hem in iedere fase, waken of slapen, kon bereiken voelde hij zich het veiligste met zijn ogen open. Iedere dag en nacht was hij wakker in de hoop dat hij de doden af kon schrikken om hem te bezoeken. Maar oh de sterren waren zowel stil als dat ze hem riepen. En terwijl zijn groene ogen naar de uitgang van zijn den staarden voelde hij de aantrekking tot de hemel die hem naar buiten wilde lokken. Hij kende dit gevoel. Een gevoel wat andere als schuld zouden benoemen maar hij als het hogere zag. Acefray was nooit een gelovig man geweest tot hij oog in oog met de overledenen had gestaan. Maar zelfs in zijn tijd als medicine cat had hij zowel het licht van de sterren gezien als het duister tussen diens vonken. Hij bad tot Starclan maar vervloekte ze even goed. Zijn hele leven had hij besteed in hun oordeel, onder hun begeleiding. Zowel loyaal als ongehoorzaam. Hij had ze verstoten en tot ze gesmeekt. Hij had de ster bezaaide velden gezien en hun duistere wouden. En sinds de laatste dagen waren de nachten die hij wakker besteedde niet enkel uit wantrouwen en angst maar ook uit verlangen. Hij keek naar de sterren in verlangen. Waar zijn partner was, zijn familie was, zijn kittens. Hij voelde angst om met ze te spreken maar hij zag geen andere plek om ernaar te vluchten. Of was dit enkel een verlangen van iets waar hij de zwaarte nog niet begreep? Wie kon het zeggen. Hij niet. De wereld was zo duidelijk geweest, zo makkelijk tot kort. Alles wat in steen geschreven leek te staan was weg. Hij was niet meer Shadowclan, niet wanneer deze overname zou opbreken. Maar wat dan? De Elite zou hem opnemen, had hem opgenomen, dat was waar. Maar vluchten met Mistgaze naar de tribe. Het zou een nieuw begin geven maar hij wist niet zeker of een nieuw begin was wat hij wilde. Hij was een kat die genoeg had meegemaakt, al die lessen, al die pijn. Hij verdiende het niet om die achter zich te laten. Zijn vermoeide ogen drongen langs de wanden van zijn den, de den die hij zelf met Sinclaw had gebouwd. De gedachte aan de zwart witte poes trok zijn borstkast samen. Alles wat de gestipte tabby had gedaan voor liefde, en nog was hij alleen. Hij wilde zo graag niet langer alleen zijn. Zijn ogen prikte van tranen die al waren gevallen en daarom droog bleven staan. De rouw was een sluier om hem heen en de wereld waarvan hij zwoor dat deze ooit kleur had bevat was nu enkel nog in tinten van grijs. Alles in zijn lichaam huilde. En in nachten die nog zwaarder waren als deze, waarin de vermoeidheid hem toch tot slaap had gedwongen, droomde hij over haar. Waren ze samen in roze bloemenvelden zoals ze samen waren geweest die nacht dat ze vertrok. De vuile smaak van spijt beet in zijn keel. Had hij haar tegen kunnen houden? Had hij wel genoeg gedaan? Had hij teveel gedaan? Hij hapte naar zuurstof, dwong zichzelf om te kalmeren en niet nogmaals weg te zakken in de pijn zoals hij al te veel had toegelaten. De kater was in zijn leven al veel verloren, maar het was niet iets waar je aan wende. Het was een bittere begroeting waar je bekend mee werd maar die je toch altijd bij de ziel kapotscheurde. En hij sprak enkel in waarheden wanneer hij jankte en zich wanhopig rond haar halsband krulde, een die met het uur diens geur begon te verliezen. De laatste resten van haar die met de natuur werden meegenomen. Alles wat hij ooit had gedaan in de naam van liefde leek ineens zo zinloos te zijn geweest. Acefray probeerde zichzelf te overtuigen dat een keuze gemaakt uit liefde nooit slecht had kunnen zijn. Maar de wereld probeerde hem te vertellen dat het wel zo was. En hij begon langzaam bereid te zijn het woord van de wereld te horen, ondanks dat hij er zo lang doof voor was geweest.

Bijna was hij weggedommeld in de slaap, maar op het moment dat zijn lichaam begon te vallen was hij met een schok weer ontwaakt. De mooiste momenten waren wanneer het bewustzijn nog niet compleet was doorgedrongen, dat alles even weer normaal leek te zijn. Een simpele avond in zijn thuis, zijn den, die rook naar sterke kruiden. Met Tall naast hem in zijn nest, met Bloodpaws nest ernaast. Zijn groene ogen speurde zijn half doodgeslagen apprentice op. Ook hij zal hem nu wel haten. Zolang hij maar leefde, een van de vele dingen waartot hij smeekte. Dat zijn Bloodpaw maar mocht leven en de clan kon steunen. Hij hoopte dat hij iemand kon overhalen met de jonge kater meer naar de moonstone te gaan. Dat hij dat nog mocht meemaken. Dat zijn jongen, want de apprentice was zeker een zoon tot hem geworden, dit niet alleen hoefde te doen zoals hij dat alleen had gedaan. Daarna mocht hij hem haten, want dan zou hij misschien nog terug kunnen kijken op zijn oude dag en hem kunnen vergeven. Misschien kon hij dan zíjn ster in de hemel vinden en denken aan de dikke, pluizige medicine cat die hij ooit was geweest. Tranen vochten weer om te komen. Nooit eerder had hij nagedacht over tijden na hem, het was zo ver geweest, zo moeilijk en zo complex. Maar dezelfde problemen als degene die hij als een jongen had maakte deze gedachtes zo veel simpeler. Niemand zou hem missen. De clan had laten zien hoe weinig loyaliteit en liefde waard waren, hoe lang deze bleven hangen. Maar goed. Misschien een enkeling. Zoals Mistgaze, misschien Bloodpaw, misschien Tall. Hij draaide zijn kop door naar de bruine vacht die zijn nest deelde. Hij betwijfelde dat die kon slapen, dezelfde strot die hem rond de nek geknoopt was leek ook hem te stikken. Al wist hij precies de details niet, al wist hij niet of hij die ooit zou mogen weten. Zijn partner in crime die hem in het zwart had gelaten. Die plannen had die hij enkel van Sinclaw had kunnen horen. Maar hij vergaf het hem, want hij hielt van zijn beste vriend, ondanks alles wat er was gebeurd. Het was een glans in het maanlicht die hem uiteindelijk liet wegkijken. Een figuur wat ondertussen al een bekende was geworden, een waarvan hij niet zeker kon zeggen dat het vanuit de sterren was gekomen of enkel deel was van zijn eigen fantasie. Hij drukte zijn oren naar achteren en bekeek de witte slang vanaf een afstand, al leek hij nooit zijn ogen erop te kunnen focussen. Al leek hij niet hetzelfde te zijn als dat hij voorheen was, oh sterrenschub, wat wil je van me. De reus van een kat stond op en liep naar de uitgang, en zijn verafschuwde gezelschap van een reptiel was verdwenen. Kort keek hij achterom, om uiteindelijk te besluiten dat hij de nacht niet alleen aan kon. “Tall” riep hij gesmoord, waarna hij terug wandelde naar hun nest en zijn pels in zijn vacht duwde. De geur van zijn vriend vermengt met die van zichzelf, een die hij graag genoemde tot thuis. Hij wilde in een geur zo vertrouwt en nostalgisch als deze verzuipen. “Tall, kom mee” De kater wilde zijn kop nog meer legen dan dat het al was, een eindje lopen langs grenzen in de nacht, iets anders zien dan alles wat hem schuld veroorzaakte. Hij moest gewoon even weg, maar hij vermoedde dat hij gek zou worden als hij te lang alleen was met het donker.

+ Tallstar
Terug naar boven Ga naar beneden
Tallshadow
Member
Ouroboros 4pt8gz
☙Emma☙
17101
Actief
"Never gonna give you up, never gonna let you down"

CAT'S PROFILE
Age: 54 Moons
Gender: Tomcat ♂
Rank:
Tallshadow
BerichtOnderwerp: Re: Ouroboros   Ouroboros Icon_minitimezo 3 mei 2020 - 23:56

De kater sliep niet. Hij sliep zelden nog echt tegenwoordig. Leider zijn deed dat met je, en daarvoor deputy, en daarvoor warrior. Eigenlijk vroeg de kater zich af of hij zich nachten kon herinneren waarin nachtmerries hem niet geteisterd hadden. Waarin de vloek van zijn familie hem niet achtervolgde. Iedereen stierf, in zijn familie. Iedereen. Je werd gek, of je stierf. En dat gek worden gebeurde doorgaans doordat al je geliefden eerst doodgingen. Probeer dan nog maar eens normaal te denken.
Een zucht ontsnapte hem. Daarom was hij bij Ace komen liggen origineel gezien, de nachtmerries verdrijven. Maar hoewel hij nu niet dacht last te hebben van horrordromen, vatte de kater de slaap alsnog niet. Misschien doordat hij nu zo dichtbij was. Doordat alles zo enorm volgens plan ging. Nog een zucht. Bijna volgens plan. Hij voelde echt de pijn wel die zijn beste vriend ervoer door het verlies van zijn mate. Maar Ace was sterk. Ace had eerder mates verloren, vrienden, familie, zijn sanity. Daarom snapten ze elkaar. Daarom waren ze één. Ace en Tall maakten hetzelfde mee in hun leven. Ze gingen er anders mee om, maar van alle katten in de clan, was Ace een van de enigen die net zo eerlijk als Tall kon zeggen dat hij niemand meer echt kende. Hoeveel katten waren hier, met wie ze hun wonderteam gevormd hadden? Hoeveel katten kenden de eeuwige strijd tussen Ashdrizzle en Nightspark nog. En hoeveel katten konden nu echt weten, waar de nachtmerries van hun voormalig leider over gingen.

Geen. En dus lag hij hier. Bij Ace. Want hoewel die dat waarschijnlijk ook niet in woorden kon omschrijven, wist Tall dat ze het gevoel deelden. En door dat gevoel was het dat hij enkel een wenkbrauw optrok maar verder geen vragen stelde toen zijn vriend hem vroeg mee te gaan. Waarheen, geen idee. Tall zou terugkomen voor zijn plan, en terugkomen voor zijn clan. Maar als je hem vroeg prioriteiten te stellen was het Ace. Als je nog zoveel over had als de P.I.C.'s in deze wereld, dan was het plots pijnlijk duidelijk wat je op nummer één diende te zetten.

Met een laatste blik op de halsband van Sin, een laatste zucht en een korte blik omhoog - ze was niet in Starclan, maar ze was ergens - volgde Tall dan ook zijn vriend. Eens zien waar het hem nu zou brengen.
Terug naar boven Ga naar beneden
Acefray
Dorpsslet
Ouroboros 6rUw8UC
Jamie
4524
Actief
"Once more into the fray, into the last good fight I'll ever know.
Live and die on this day, live and die on this day"

CAT'S PROFILE
Age: 53 Moons +
Gender: Tomcat ♂
Rank:
Acefray
BerichtOnderwerp: Re: Ouroboros   Ouroboros Icon_minitimema 11 mei 2020 - 12:52

Hij voelde zo veel onzekerheid in deze tijden en hij was wanhopig om ergens houvast aan te vinden. Hij wilde duidelijkheid over zijn lot, zijn toekomst en hij wilde niet nog meer verliezen. En ergens, ergens wilde hij graag alles verliezen. Wilde hij zich bij de sterren voegen nu hij nog met enige zekerheid kon zeggen dat de sterren voor hem open zouden staan. Maar een stap zoals dat was te groot voor de kater om te leggen, hij was een strijder en geen denker, enkel iemand opgezogen door zijn eigen gedachtes zou die stap werkelijk kunnen zetten. Nee, Ace was nooit slim geweest, altijd gedreven door de liefde en door loyaliteit richting zijn vrienden. En wanneer hij de laatste tijd naar zijn beste vriend keek vroeg hij zich of dit beiden kanten op zou gaan, of de bruine tabby voor hem ook de wereld zou opgeven. Want hoewel hij graag dacht aan wat Mistgaze hem had verteld over de juiste vrienden, kon hij het werkelijk niet helpen. Nog steeds zou hij zijn partner in crime tot het einde willen volgen, waar dat ook heen ging. Hij vroeg zich af waarom hij na alles wat hij was verloren nog steeds zo dicht bij de ander stond en hem zo blindelings vertrouwen. Misschien omdat hun hart in hetzelfde ritme sloeg, misschien omdat ze voorheen altijd elkaars zorgen en gedachtes hadden gedeeld. En misschien wel omdat het thuis niet de clan was of zijn nest, maar juist de bekende kater tegen hem aan en samen gekruld als de oneindigheid die de warmte van de omhelzing bracht. Volwassen worden was niks, had hij maanden geleden besloten. Hij had gezworen dat hij dat ook nooit zou doen, maar nu in deze nacht realiseerde hij zich dat het hem had ingehaald. Dat hij ouder was geworden dan dat zijn vader en moeder ooit hadden gehaald. Zouden hun hem ook uitspuwen vanuit de hemel? Maakte het ook uit? De een kende hij niet en de herinneringen van de ander vervaagde met de dag. De kleine maar gelukkige lichtpunten van zijn jeugd waren al jaren gedimd nu hij realiseerde wat de duisternis in zijn moeders ogen had betekend. Toen hij zelf had geleerd hoe het was een partner te verliezen en de jongen alleen te moeten grootbrengen. Maar hoe wanhopig hij zich ook vast wilde klampen aan die flarden van onschuld, hij merkte dat zelfs het verleden wat hij nog bezat geen troost kon brengen. Het gaf hem enkel een vreemd gevoel van gemis, heimwee en spijt.

En in dat bitter mengsel van emoties vond hij toch nog troost bij Tall. En bij de halsband om zijn nek die stond voor de liefde die hij nooit had mogen toepassen. Als hij alleen maar de kans had gehad om haar ook gelukkig te maken. Om Tall gelukkig te maken. Als hij nu maar meer zijn best kon doen… misschien dat alles dat nog normaal had kunnen zijn. Maar alle wat als en misschiens waar hij de nachten mee vulde dreef hem even goed tot waanzin. Vandaar dat zijn groene ogen zowel vermoeid als dankbaar stonden toen de ander zonder vragen opstond en hem volgde. In stilte liep hij ook verder, bang dat opspreken het moment zou verstoren. Bang dat het enkel meer onrust zou oproepen in plaats van de kalmte die hij nu probeerde te vinden. Of was dit eerder voorwaarts vluchten, in de hoop dat de nachthemel hem niet zou doordringen zolang hij maar bleef lopen? Hoe dan ook; hij bleef dicht tegen zijn vriend zodat zo nu en dan hun vachten elkaar raakte. Hij liet zijn poten de weg wijzen en zoals ze al velen malen eerder hadden bewezen vonden hij zichzelf al snel weer bij het Thunderpath. Zijn blik gleed naar Tall en deelde hiermee de herinningen van hun jeugd. Maar ook gedachtes meer privé, van de ontmoetingen met Mist, of de keer dat hij de queen terug naar Thunderclan had gedragen en bij terugkomst voor het eerst te horen had gekregen wat voor teleurgestelling hij was geweest voor zijn rang. Hoe kan je zo lang in dienst zijn van een ander maar nog nooit een goed ding hebben gehoord? Waarom had hij heel zijn leven opgegeven enkel en alleen om steeds weer te horen te krijgen dat hij de verkeerde dingen deed. Dat híj verkeerd was. Maar één keer… hij had maar één keer willen horen dat iemand trots op hem was. Dat ze begrepen wat hij voelde. Sinclaw had hem begrepen. Sinclaw had van hem gehouden ongeacht al zijn fouten en verkeerde keuzes. Waarom kon niemand zien dat die onbegrensde liefde niet slecht was geweest, dat zijn partner.. dat zijn partner haar hart had geopend voor hem waar de rest van de clan hem had uitgespuwd. Was het te laat voor spijt en voor schuld? Of… maakte zijn vriend enkel een tweede kans op een beter leven mogelijk? Moest hij geluk gaan zoeken in de bergen, in de schuren van de elite of alleen? Zou iemand anders er voor hem willen zijn zoals hij er voor Lionroar was… zou iemand hem opvangen? Hij klemde zijn kaken op elkaar terwijl zijn hart antwoorde. Nee. Niemand wilde hem. Zelfs zijn eigen clan niet, waarom wel een ander? Hij moest die kinderlijke hoop opgeven, de sterren zouden hem niet sparen. Ze zouden hem niet helpen, waarom zouden ze nu beginnen?

Een glimp van licht liet hem wegkijken van de ander. Een strook van sterren, samengevlochten tot een dier. De slang die zijn gedachtes bezaten. Hij drukte zijn oren naar achteren en zag hoe het beest uit de struiken kwam. Niet meer wit met de sterren in diens schubben en ogen. Maar donker, dof, zoals de slangen in hun woud bekwaam was. Al kon hij niet zeggen welke kant van de weg hij thuis zou noemen, wist hij wel dat dit beest giftig was, de diamandvorm van zijn kop gaf dit prijs. De grijze kater zette een stap naar achteren en voelde het warme asvalt onder zijn poten, liet zich het pad op drijven maar bleef beschermend voor zijn vriend staan. Kort schoten zijn ogen naar de hemel en hij vroeg zich af voor wie ze kwamen. Voor hem, of voor Tall? Of was dit enkel een spel van toeval en geluk? Het moest wel. Het hemelsdier bestond toch enkel in zijn zwaarste nachten en verwilderdste gedachtes. “Waarom trekken we ongeluk aan?” Vroeg hij hardop, een poging doen om luchtig te zijn, maar zijn typische grens kwam niet door zijn muur zorgen heen. Ze zouden deze slang wel kunnen doden. Twee grote katers tegenover een reptiel dat niet eens poten had. En bij die gedachte schoot het beest naar voren.
Terug naar boven Ga naar beneden
Tallshadow
Member
Ouroboros 4pt8gz
☙Emma☙
17101
Actief
"Never gonna give you up, never gonna let you down"

CAT'S PROFILE
Age: 54 Moons
Gender: Tomcat ♂
Rank:
Tallshadow
BerichtOnderwerp: Re: Ouroboros   Ouroboros Icon_minitimewo 10 jun 2020 - 23:15

Ze liepen in stilte, hij kon er niets aan doen, het was wat het woud hem opdroeg. Tall moest voor de verandering eens zijn mond houden, niet alles beter weten, niet het positieve zien, maar gewoon eerlijk naar de dingen om hem heen kijken en het donker toestaan verder te komen dan de voordeur. Hij kon het niet. Van alle dingen waar hij volgens zijn clan in gefaald was, was dit de zwaarste. De kater was nooit een shadowclanner geweest, of wel? Met zijn yoga, vrolijkheid, en ontembare drang vrienden te worden met alles wat leefde. Bijna zuchtte hij - iets wat hem vaker overkwam - maar stopte en glimlachte in plaats daarvan. De twinkeling keerde terug in zijn ogen en zonder er verder uitleg over te geven duwde hij even bemoedigend tegen Ace. Ze waren er nog. Na alle gestoorde zaken die ze hadden meegemaakt, vijf levens hadden geleefd waar de meeste katten nog niet eens aan één toekwamen, liepen ze hier, en kregen ze voor elkaar om vrolijk om hen heen te kunnen kijken. Of tenminste, bij elkaar te zijn, het vastgehouden te hebben. Elkaar. De kennis. De wetenschap dat de wereld hen niet had kunnen breken.

De wereld niet, de clan niet, zelfs Tall's gestoorde daden niet. Het was een wonder an sich dat de kater hem nog mee had gevraagd. Even keek de tabby hier dan ook verward over, maar schudde vervolgens zijn hoofd, besloot zijn vriend ooit te vragen, en grinnikte even. Het voelde als vroeger. Met elke stap viel er een moon van Tall's schouders. De ellelange tijd dat hij deze clan geleid had naar zijn beste vermogen, of in ieder geval: een best vermogen. Misschien had het anders gekund, maar achteraf gezien was hij tevreden. Het had zo moeten gaan. Maar dat betekende niet dat het over mocht zijn, dus keek hij verbaasd naar Ace toen deze iets zag, en knipperde een paar keer toen er een slang verscheen. Hoe had zijn vriend die zo snel opgemerkt? Desondanks kon hij niet anders dan achter Ace een soort van huppelpasjes uitvoeren, blij dat er eindelijk weer wat gebeurde. Een gekke soort opgewektheid voelend. "Omdat alleen interessante katten ongeluk verdienen," Mauwde hij vol overtuiging naar zijn vriend, en grinnikte erbij. Een vraag in zijn ogen. Gingen ze de aanval in? Roekeloos leven? Zoals het apprentices betaamde? Hij was voor.
Terug naar boven Ga naar beneden
Acefray
Dorpsslet
Ouroboros 6rUw8UC
Jamie
4524
Actief
"Once more into the fray, into the last good fight I'll ever know.
Live and die on this day, live and die on this day"

CAT'S PROFILE
Age: 53 Moons +
Gender: Tomcat ♂
Rank:
Acefray
BerichtOnderwerp: Re: Ouroboros   Ouroboros Icon_minitimewo 17 jun 2020 - 15:18

Soms vroeg hij het zich af, hoe hij het zo had kunnen laten lopen. Al de dingen die hij anders had moeten doen, alle dingen die hij beter had kunnen doen. Maar zulke gedachtes kwamen altijd achteraf. Op het moment was dit het beste geweest en ergens in zijn hart wist hij ook dat hij niet verkeerd had gedaan. Hij had gehouden, zielsveel gehouden van de katten waarvoor hij had gekozen boven zijn clan, misschien wel omdat die katten juist zijn clan waren. Hun waren familie geweest, ondanks alle acties die het vooraf gingen. Sinclaw en Tall. Was hij voor beiden niet totaan de hell gekomen en weer teruggelopen? Was hij juist niet het toppunt van loyaliteit enkel op de verkeerde plaats genomen? Hij kon het niet zeggen, zijn eigen vragen en boven al hoop niet beantwoorden. Want hij had katten pijn gedaan, hij had meer voor zijn kinderen kunnen kiezen en dat had hij ook moeten doen. Maar de koude nacht bood hem een zekere rust aan en een acceptatie. Zijn kop was niet groot genoeg om zich te laten vullen met al deze zorgen. Ze leefde nog, hij en Tall. Oh wat was het anders verlopen dan wat ze hadden bedacht als jonge apprentices. Wat had de wereld tegengevallen. Tallstar en Aceheart huh, nee, dat was niks geworden. Maar als hij opzij keek naar het grote gestalte van zijn vriend had hij hem nog. Dat wel. Toch? Hij twijfelde de laatste dagen over zijn partner. Over Sinclaw die daarboven in Starclan op hem neer moest kijken. Ze was zo geobsedeerd geweest met zijn beste vriend en op de slechte dagen voelde hij de nare gedachte naar hem toe komen dat ze misschien wel meer van Tall had gehouden dan van hemzelf. Dat beangstigde hem. Dat hij zijn liefde op de verkeerde plek had gezet al die moons. Maar hij mocht niet zo denken, dat mocht niet. Hij kon zichzelf niet zo laten raken want dan zou hij eraan kapot gaan.

“Ik hou van je Tall”
Want waar de kat heel veel onzekerheid kende was hij wel van één ding overtuigt. Liefde was nooit verkeerd. Liefde was nooit fout. Wat Starclan of wie dan ook hem zou vertellen. Dit gevoel, deze loyaliteit, dat was alles wat je nog had. Kijk hoe snel de clan zich tegen hem had gekeerd. Kijk hoe snel zijn familie hem hadden uitgespuugd. Kijk hoe makkelijk Tall hem tot de zijlijn had gebracht terwijl hij ook met zíjn leven aan het spelen was. En toch kon hij deze woorden nog zonder enig twijfel in zijn lichaam beamen. “Ondanks alles, je bent nog steeds mijn vriend, een broer voor me” Vervolgde hij, nog altijd vermoeid maar zijn stem helder en warm. Waar zijn grijns en toon ooit jongensachtig was geweest had de tijd en de ervaring hem gevormd tot een vaderlijke kat. En nu hij terugkeek naar hoe dit ooit was begonnen voelde hij een vreemde nostalgie naar de tijd toen alles beter was. Toen straf en huisarrest het ergste was geweest wat er kon gebeuren. Zijn vriend was altijd al charismatisch geweest waar hij enkel oprecht was. Misschien dat daarom ook iedereen meer tolerantie voor zijn keuzes had dan die van zichzelf. Ja, hij had altijd in iedereens schaduw gestaan. Hij was altijd maar tweede keus geweest en ongewild. Dat was een feit. Zijn clan, Starclan, zijn partner en zijn vrienden. Altijd tweede plaats, altijd ongewild. Maar toch ging hij door, ondanks dat het voor hem ook niet meer zou moeten. Hij ging door omdat hij niet de moed had voor het alternatief. Omdat hij toch een angst voelde zijn kittens compleet ouderloos te houden. Omdat hij ouderloos was geweest op een jonge leeftijd en hij bang was dat zijn kinderen daardoor ook zo ontzettend eenzaam zouden zijn. Zo ontzettend uit waren op liefde en acceptatie. Blindelings de gewillen van een ander opvolgend om dat te bereiken. Ace hoopte met al zijn hart dat zijn kinderen beter zouden zijn dan dat. En toch ondanks al deze nare gedachtes voelde hij zich lichter met iedere stap die ze verder naar de grens brachten. Een zachte maar toch iets droevige glimlach sierde zijn snuit. Misschien zou de toekomst iets mooiers brengen, misschien zou hij weer gelukkig kunnen worden na dit alles. Misschien wel. En het eerste wat hij zou doen in zijn nieuwe leven was saai zijn.

Want als dit was wat het betekende om interessant te zijn zou hij compleet tevreden zijn met saai worden op zijn oude dag. Voor hun was een slang, een waarvan zijn hoofd niet wist wat hij wilde zien. Rationeel zag hij enkel een grijs bruin reptiel, maar iets in zijn hersenen, in zijn vreemde kop, liet dit dier oplichten tot sterrenschub. Was dit zijn fantasie of was dit echt zo? Hij wist het niet te zeggen, maar hij voelde angst voor wat dit zou betekenen. Nee, nee dit hoefde niks te betekenen. Dit was gewoon een slang. Een normaal dier dat hier woonde en wat boos was omdat ze in de buurt van zijn nest waren gekomen. Hij beantwoorden de blik van zijn vriend met de eerste grijns in maanden. En met dat in zijn hoofd sprong hij wat naar voren om het beest uit de lokken. “We zijn oud geworden” Merkte hij op toen hij ineens voelde hoe veel zwaarder zijn lichaam was geworden vergeleken met vroeger. Maar hij had plezier in het kwallen van het beest, zelfs al wilde zijn hoofd toch nog altijd terug naar het andere. Naar het hemelsdier, zelfs al was dat enkel onzin. Het kon niet anders zijn dan onzin. Maar in hun kleine gevecht op het Thunderpath hadden ze een belangrijk punt van veiligheid gemist. Want hun waren niet de enige die dit pad beliepen. Vaag op de achtergrond hoorde hij een geluid dichterbij komen, waardoor hij zijn oren naar achteren draaide. Zijn blik naar de ander zei genoeg; ze moesten even aan de kant gaan, en snel ook, deze monsters kennende. Maar de slang leek niet hetzelfde plan te hebben. Deze dreef verder naar voren, en met twee gevaren aan beiden kanten maakte wegkomen lastig. En het geluid werd harder. En toen kwamen de lichten. Felle lichten die je verblinden. De tijd leek langzamer te gaan, de mist in zijn kop lichtte ineens op en de beslissing was gemaakt zonder dat er gedachtes eraan werden verspild. Hij knikte resoluut in zichzelf en sprong richting de bruine tabby, zijn volledige lichaamsgewicht tegen de ander om hem aan de kant te duwen, uit de baan van het monster. Hiermee ervoor zorgend dat hij zelf afketste op het ijzeren beest.

Zijn zware lichaam leek kort gewichtloos te zijn voor het met een doffe klap het asvalt raakte. Roerloos lag de grijze kater hier op het nog warme pad terwijl het monster verdween en de nacht terug tot duisternis dwong. In diens sporen was een bebloedde afdruk, en de resten van de slang. Het beest trilde kort na voordat het dood tot stilstand kwam. Op dezelfde manier rilde de grote kat nog van de klap waarna langzaam de mist terugkwam in zijn hersenen, zwaarder als ooit tevoren. Zijn oogleden sloten en Acefray gaf in tot de rust die de nevel hem bezorgde. Zijn lichaam leek ondanks alles ongeschaad te zijn, maar de wond achterop zijn kop was opengesprongen en vormde een kleine plas bloed rond hem heen. Zijn mond en neus volgde het voorbeeld en druppelde op een zacht tempo mee. Het moment was bijna sereen te noemen, pijnloos. In reflectie van zijn wederhelft die nog op het pad lag. Maar de kater merkte het niet, zijn geest, zijn wezen, was al ver weg van het woud hieronder en had zoals het al vele keren eerder had gedaan de reis gemaakt naar de hemel erboven.

Zoals het ooit was begonnen, maanden terug, zou het ook eindigen.
Terug naar boven Ga naar beneden
Mistgaze
Elder
Ouroboros 0N3zaJp
Kiki
1666
Actief

CAT'S PROFILE
Age: 43 moons
Gender: She-cat ♀
Rank:
Mistgaze
BerichtOnderwerp: Re: Ouroboros   Ouroboros Icon_minitimewo 17 jun 2020 - 21:17


Mistgaze staarde vanuit een struik naar het Thunderpath, haar ogen gericht op de weg. Daar stond Brightspots. Haar moeder. In de verte het gerommel van een grommend monster. Ze wou schreeuwen, gillen. Maar ze stond vastgeplakt aan de grond. Toen ze knipperde stond ze zelf ineens op het Thunderpath. Haar moeder stond nu aan de zijlijn. Haar ogen staarde recht in de grote, felle gele ogen van het monster. Het kwam dichterbij, hij zou haar vermoorden. Toen klapte het monster tegen haar aan..

Met een soort schok werd de poes wakker in haar nest in de elders den. Een koude wind leek door haar vacht te strijken. Ze rilde. Zwaar ademend kwam ze overeind. Trillend stond ze op haar poten toen ze naar buiten toe liep. Maar ze moest kijken. Het voelde zo echt, zo raar. Ze moest er heen. Ze wist dat ze haar moeder niet ging vinden bij het donderpad. Maar ze rook wel dingen toen ze dichterbij kwam. De geur die ze rook herkende ze, maar was vermengd met de vieze stank die monsteradem was. Haar pas versnelde en ze drukte zich door het struikgewas naast het harde donderpad. In de verte zag ze Acefray, liggend. Hij bewoog niet. Hij was stil. Hij ademde niet. Acefray.

Een knopje in haar hoofd ging om. Ze noemde het zelf wel is het 'medicine cat knopje'. Dan ging haar verstand op nul, haar gevoel uit. Met een ruk draaide ze om en stapte ze op een struik af. Ze kauwde de grootste bladeren los, ving een aantal spinnenwebben die ze kon vinden in haar dikke staart en liep terug naar de kater. Ze zocht op zijn lichaam, likte zijn vacht plakt zodat ze bij de wonden kon. Hij zag er niet uit zo. "Jij sukkel.. jij ongelofelijk kneus." mompelde ze zacht terwijl ze een aantal bladeren fijn kauwde en op de wond smeerde, de rest drukte ze er op en plakte ze iets vast met het spinnenrag. Ze hield haar poten op de wonden en drukte zo hard als ze kon. Ze moest het bloeden laten stoppen anders dan.. dan zou hij.. als hij niet al..
Terug naar boven Ga naar beneden
Gesponsorde inhoud
BerichtOnderwerp: Re: Ouroboros   Ouroboros Icon_minitime

Terug naar boven Ga naar beneden
 
Ouroboros
Vorige onderwerp Volgende onderwerp Terug naar boven 
Pagina 1 van 1

Permissies van dit forum:Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
Warrior Cats :: Other Territory :: Boundaries :: Thunderpath-
Ga naar: