Een kleine kitten lag voor het hol van de moederkatten. Zijn moeder Mousefur, eigenlijk zijn pleegmoeder, was nog net gekomen om de kater te verzorgen. Nu was ze op patrouille of op jacht. Hij wist het niet precies. Hij zag haar alleen naar buiten gaan. De kat zuchtte diep en legde zich kort op zijn rug. Hij wilde leuke dingen doen. Hij wilde leren vechten en jagen. Leren sluipen en vissen. Hij wachtte al zolang op zijn ceremonie, maar die was er nog steeds niet. Hij haalde diep adem en keek nieuwsgierig rond in het kamp. Er waren leerlingen en andere kittens aan het rondhuppelen. De leerlingen hadden geluk, want als ze hun verveelden konden ze meteen het kamp uit en gaan jagen. Hij liep soms rond bij de rivier, maar meer niet. Verder was hij nog niet gekomen en dat mocht hij vast ook niet. De rode kitten geeuwde eens luid en strekte zijn pootjes. Hij zette zijn nagels in de grond en masseerde deze even. Hij snorde zacht en had zin om in slaap te vallen. Zijn oren draaiden en zijn ogen schoten licht open. Hij keek naar de patrouilles die nog een keer vertrokken en de prooistapel die toch al een goede bodem had. Er was niet veel prooi bij bladval, maar hij had nog moedermelk als het moest. Ookal was deze bijna op. Hij zuchtte diep en keek naar het kamp dat bezig was met een aantal dingen. Behalve hij. Hij had helemaal niets te doen. Misschien kon hij de oudsten helpen met mos, maar daar was hij niet zeker van. Geduldig en verveeld wachtte de jonge kater op iets dat zou gebeuren.
Open -