Moe strompelde Shadowpaw over de grond, zijn staart hing er nog net boven en zijn ogen waren eigenlijk op niets gericht. Waar ging hij naar toe? En wat was er daar te doen? Het was hem ook wel opgevallen dat dit niet meer het territorium van de RiverClan was, maar het ruige gebied van de Hoogstenen. Heel even stopte hij om de lucht af te speuren, hij stak zijn neus omhoog en snoof de lucht op. Niets. Hij begon weer zijn pas op te pakken en hield dit keer een oogje in het zeil. Voor het geval dat.. Maar voor een lange tijd kwam hij niets tegen, bij elke stap vielen zijn ogen weer dicht. Een goede nachtrust had hij niet gehad nee, steeds weer werd hij opgewonden wakker, omdat hij bijna een Warrior werd. Misschien wel bij de volgende ceremonie! Weer voelde hij opluchting door zijn lijf stromen en begon wat sneller te lopen, bijna te rennen. Onrustig begon hij op en neer te rennen, hij wist niet eens waarom hij dat deed. Shadowpaw nam een grote hap lucht en sloot zijn ogen om rustiger te worden. 'Kalm blijven, kalm blijven..' Fluisterde hij inzichzelf, en op de één of andere manier werkte het. Langzaam opende hij zijn ogen en zag dat hij bij een paar struiken was belandt, voorzichtig duwde hij met een vrije voorpoot de stekelige takken opzij. Waardoor er een ritselend geluid ontstond. Hij kneep zijn ogen schuldig toe en dacht bij zichzelf; 'Muizenbrein! Wie weet was daar wel prooi of staat er een viandige Clankat!' Maar ja, wat zou hij dan moeten doen? Er gewoon op uit stappen en vechten. Hij was nog steeds een Apprentice! Kwaad, op zichzelf, sprong hij uit de bosjes en zag een kleine lapjespoes staan, snel speurde hij de lucht af om te ruiken bij welke Clan ze hoorde en werd weer eens een keer kalm door de bekende RiverClan geur. "Sorry.." Mompelde hij en hij boog beschamend zijn kop, wie weet was ze wel aan het zoeken voor prooi en had hij het weer verknalt.. 'Soms ben je echt een sukkel, hè?' Gromde zijn innerlijke stemmetje tegen hem..