Een bruine gestreepte poes sliep in het warriors hol. Ze hadden er nu nieuwe warriors bij door de ceremonie van gisteren. Ze herkende er een paar van en was trots op hen. Haar oren trilden even en de gele ogen werden geopend. Ze knipperde even met haar ogen om goed wakker te kunnen worden. Ze had een hele goede nacht gehad. Ze sliep zo diep dat ze nu nog niet helemaal wakker was. Het was ook om even te wennen aan het licht. Ze snorde eens luid en rolde een keer op haar rug. Ze rekte haar pootjes een voor een uit en draaide opnieuw om. Ze zette haar recht en schudde haar gestreepte vacht uit. Ze ging zitten en likte haar witte pootjes schoon. Ze stond daarna op en trippelde het hol uit. Ze geeuwde een keer terwijl de zon in haar gele ogen scheen. Ze kneep deze kort dicht terwijl ze om haar heen staarde. Haar ogen zochten naar iets of iemand, maar een precieze naam had ze nog niet. Ze snoof de geuren op en merkte dat weinig katten wakker waren. Oké, geen probleem. Ze kon al gaan jagen en terwijl patrouilleren. Misschien kwam ze wel iemand tegen of een hele patrouille en dan kon ze helpen. De poes zuchtte zacht en trippelde rustig verder. Plots hoorde ze geritsel in de struiken. Ze grijnsde breed en sloop richting een veldmuis die zocht naar zaden. Ze sprong op het laatste moment en doodde de muis. Ze gooide er zand over en liep verder. Een nieuwe geur volgde en een clankat kwam tevoorschijn. Ze spitste haar oren en liep naar de jonge kater. Het was Fightsoul. Hij had gisteren net zijn warriornaam gekregen. De poes knikte vriendelijk naar hem en glimlachte. "Goedemorgen, Fightsoul." Haar stem was zacht en vriendelijk. Ze was heel trots op de kater dat hij nu een warrior was. Hij verdiende het zeker en vast. De poes zwiepte met haar staart en ging op de natte grond zitten. Ze likte een keer aan haar voorpoot en sloeg deze over haar oor heen. Haar gele ogen werden kort afgeleid door de omgeving. Ze dacht geritsel te horen, maar ze had het fout. Ze snoof zacht en richtte haar blik weer op de warrior.