Honorkit was vier Moons oud en dit betekende dat ze nog maar twee Moons had voordat ze Apprentice zou worden. De tijd vloog, en de kitten wist dat ze haar papa vast en zeker trots zou maken wanneer de tijd daar was. Ze miste Ravenkit echter nog steeds, hij zou al Ravenpaw zijn geweest als ze hem niet verloren was door het uitje met Rosepaw. De kattin had de Clan ook verlaten en daarmee was ze in het slechte name lijstje van de jonge kitten gekomen. Het was een naam die ze niet wilde herinneren. Nadat de kitten ziek was geworden, had ze zich langzaam maar zeker wat beter over het verlies leren zetten. Toch had ze momenten waarop ze hem nog extreem miste en die momenten zocht ze afleiding in de andere katten. Ze had al vele knuffels van Coyotepaw en haar familie gehad, en hoewel deze Ravenkit niet terug zouden brengen, voelde ze zich daarna wel altijd beter.
Vandaag was ze met de verkeerde poot uit haar nest gestapt en had ze een wat mindere dag. Iets dat ze probeerde om te zetten naar een wat betere dag, alleen voelde ze zich opgesloten in haar gedachten en leek ze geen weg te kunnen vinden deze los te laten. Nog twee Moons en dan kon ze misschien met Shrimpkit op pad om haar beste vriend en Crabkit te vinden. Als ze hen kon vinden, maar daarvoor moest ze wel sterker worden.
Met een onschuldige blik in haar ogen stapte ze dan ook op de eerste, beste Warrior af. Appleseed, een knappe kater die ze net zoals zijn partner graag mocht. Met hangende oortjes bleef ze voor hem staan voordat ze sprak. 'Appleseed?' Vroeg ze zo lief mogelijk met een pruilend lipje en grote ogen. 'Wil je mij Trainen?' Klonk er snel waardoor het bijna als een woord er uit floepte. Hoopvol keek ze hem aan, er was vast wel iets dat hij een kitten van haar leeftijd in het kamp kon leren, zonder dat het te zwaar was.