"Looking" for familiar things

De jonge kater liep door het camp, op zoek naar iets dat hem bekend voorkwam. Zijn siblings leken allemaal heel druk bezig met een spelletje of iets dergelijks, en zijn moeder was.. Weg. Gewoon, weg. Er werd steeds slecht over haar gefluisterd; maar Pythongaze negeerde die roddels zo goed en zo kwaad als het kon. Zijn moeder was geen clanverrader. Ze hadden het vast over iemand anders. Slechts weinig katten kwamen hem bekend voor - hij was niet zo sociaal ingesteld en hij vond het moeilijk om in groepen met katten om te gaan, dus was hij meestal maar alleen - maar één kat die hem wel bekend voorkwam, was Acefray die hen regelmatig bezocht. Naar hem was hij dan ook op weg, met zijn snorharen glijdend langs de wand van de kant als om zeker te zijn dat hij noch zou verdwalen noch tegen iemand op zou lopen. Het camp doorkruisen door het midden vond hij maar eng; het was bijna alsof hij een ongeleid projectiel was dan. Nee, Pythongaze verkoos het om ergens een leidraad te hebben om zijn weg te vinden. eenmaal hij aangekomen was in de medicine cat's den, werd de elder overvallen door een innemend palet van honderden verschillende geuren; kruiden, katten, wie weet wat nog allemaal; maar geen Acefray. Pythongaze fronste teleurgesteld, maar besloot dat hij net zo goed even hier kon zitten nu hij hier toch was, en dus plofte hij neer. Hoewel zijn neus hier overweldigd was, was het tenminste lekker rustig.