Haar ademhaling zat hoog in haar keel terwijl ze zich over het ruige landschap duwde. Haar poten raakten de grond voor een kort moment en lieten het daarna weer los om met volle vaart verder te gaan. Iets verderop zag ze een wit konijnenstaartje oplichten waar ze achteraan zat.
Bijna schoot het door haar kop en ze deed een eindsprint om het konijn te grijpen, bijna zaten haar nagels in het konijn toen het zo wegdook een tunnel in.
"Vossenstront" grauwde ze kwaad en sloeg met haar nagels in de aarde die rondvloog.