Voor een tijd was het zo stil dat Pepperpaw enkel het geratel van takken kon horen die tegen elkaar aan botsten in de wind, samen met het geluid van haar eigen razende hartslag. Soms had ze gewoon een moment nodig om een puberale uitbarsting te hebben, in haar eentje. En helaas kreeg Acorndust het als haar mentor dan nog wel eens te voorduren. Gelukkig leek de kater nog wel enigszins stevig in zijn bontslofjes te staan en kon hij het voor nu wel hebben.
Nadat Pepper's hart was gestopt met bonzen als een kerkklok en ze enigszins gekalmeerd was, hoorde ze een tweede geluid, pootstappen, heel zachtjes. Behoedzaam keek ze op, haar oren iets naar achteren gelegd in haar nervositeit wie ze nu zou treffen. De laatste keer was dat immers een Bloodclanner. Maar het bleek een clangenoot, Lionreign. Was hij haar komen zoeken? Hij was duidelijk heel erg begaan met haar, maar het streek op de een of andere manier toch tegen de haren in van de jonge apprentice. Ze begroef zichzelf in de dikke vacht van de staart van de kater maar haalde vervolgens iets haar schouders op. "Niks," murmelde ze, voor zich uit starend maar toch de troost in ontvangst nemend. Hierna richtte ze haar heldere blauwe ogen toch iets op. "Waarom ben jij op Skyclan gebied dan?" vroeg ze zachtjes.