We're part of a story, part of a tale. We're all on this journey, no one is to stay. Where ever it's going. What is the way?
Welcome
Warrior Cats is een rollenspel gebaseerd op de serie 'Warriors' van Erin Hunter. Je verkent hier al schrijvend de geliefde wereld van de Clankatten, rogues en kittypets. Dit doe je door je eigen karakter aan te maken, waarbij je bijna alles zelf mag bepalen over uiterlijk en karakter. Wild of tam, goed of slecht, sociaal of eenling? Help jij oorlogen te voorkomen? Of ben je een van de katten die hongerig opzoek is naar een groter territorium en meer macht? Het kan allemaal op Warrior Cats.
KIND OF WEATHER
NEWLEAF
Season
Newleaf, 10°C - 20°C
Langzaam maar zeker komen de eerste bloemen weer op. De zon breekt weer door wat zorgt voor een aantal warme dagen. Newleaf zet alles in volle bloei.
Dank de sterren voor haar vederlichte voetstappen. De poes stapte vrijwel geluidloos de apprentice den binnen, waar ze even tot een halt kwam om haar blauwe ogen te laten wennen aan het donker. Buiten was de zon alweer een klein tijdje geleden onder de horizon verdwenen en enkel ver, ver weg kon je nog de vage gloed van de eerdere dag zien. Moonpaw had een training gehad met twee andere apprentices, waarna hun mentor hen nog wat vrije tijd had gegund die ze samen hadden doorgebracht. Het deed haar goed om zo vrij te kunnen zijn, maar het terugkeren was dan altijd het grootste nadeel. Het was niet eens zo heel laat, maar ergens had ze een naar voorgevoel dat Sunpaw niet al te blij zou zijn met haar late uitstapje. Zonder geluid te maken stapte ze tussen de slapende katten door, feilloos hen ontwijkend totdat ze voor haar eigen nest stond. Opnieuw vervloekte ze het feit dat ze zo dicht bij haar broer lag, waardoor hij altijd zicht op haar had. Maar hopelijk was hij al in slaap gevallen, en kon zij ook zonder zorgen haar ogen sluiten.
Als zijn zus weg was kon hij niet slapen. Hij wou helemaal niet dat ze laat weg was en dan al helemaal niet als het zonder hem was. Dat wist ze dondersgoed, dus waarom ze het hem dan toch soms flikte snapte hij niet. Zijn klauwen kneden zijn mosbed terwijl hij op haar wachtte. Het was al donker. Hij herkende haar figuur gelijk toen ze de apprentice den inliep en stil wachtte hij tot ze vlakbij hem was. Ze stapte zo zacht, net of ze hem ontwijken wilde. Gatver - hoe durfde ze? Hij was alleen maar bezorgd om haar en dit was wat hij terugkreeg? Zijn blik kruiste de hare, nu moest ze wel doorhebben dat hij wakker was. "Het is laat," merkte hij toen achteloos op waarna hij lichtelijk ongeïnteresseerd de andere kant op keek, alsof het hem niet zoveel uitmaakte.
Natuurlijk had het weinig nut gehad. Hoe lichtvoetig ze ook was, het bleek haar al snel dat Sunpaw wakker was gebleven. Wat onbehagelijk en geïrriteerd trok ze met haar oor, ergens zich schuldig voelend voor het feit dat hij nu ook zo laat nog wakker was. Morgen moesten ze weer vroeg trainen, immers. "Het is laat," merkte haar broer ongeïnteresseerd op. "De training liep wat uit," vertelde ze deels de waarheid. Het ging hem ook niets aan, het was niet haar schuld dat hij was opgebleven, niet? Niemand had hem daartoe gedwongen, zij al helemaal niet. Toch voelde ze ergens een schuldgevoel aan haar knagen toen ze naar zijn bruin gekleurde pels keek, een stuk donkerder dan de hare. "...Sorry, Sun." murmelde ze zachtjes.
Hoewel hij de andere kant op keek, hield hij Moonpaw strak in de gaten met zijn oren en neus. Hij kon horen wanneer ze tegen hem loog, hij kende haar te goed en hoewel dat voor hem een voordeel was, was dat voor zuslief een groot nadeel. "Met wie trainde je?" vroeg hij haar toen scherp waarna hij haar weer aankeek, zijn blik nu strenger dan voorheen. Hij hield er net van om voorgelogen te worden en al helemaal niet door Moonpaw, die zich nu verontschuldigde. "Je weet dat ik ongerust wordt over je Moon, en dan blijf je dit soort dingen toch altijd doen, snap je niet hoe ongelukkig mij dat maakt?" miauwde hij met zijn oren in zijn nek geduwd.
Hij had haar altijd haarfijn door. Ze haatte dat gevoel, dat hij dwars door alles wat ze zei heen kon kijken. Die priemende blik van hem kon haar zich zo klein en nerveus laten voelen, als een ouder die een kind betrapte met de hand in de koektrommel. Hij betekende de wereld voor haar, maar niets vond ze zo naar als wanneer hij haar op de vingers tikte. Haar ongemak bleek toen ze kort met haar oor trok, maar daarna krulde ze zich op in haar nest, hopend dat dat achteloos genoeg over zou komen. "Met wie trainde je?" kort maakte ze oogcontact omdat dat niet te vermijden was, maar toen keek ze weg en haalde haar schouders op. "Gewoon... Met wat mentoren en hun apprentices, we bleven alleen wat langer hangen, Sun, niets aan de hand," sprak ze wat tegen haar zin in, zorgvuldig om geen namen te noemen. Ze wilde niet dat hij verhaal ging halen, want daar zag ze hem nog wel voor aan. "Je weet dat ik ongerust wordt over je Moon, en dan blijf je dit soort dingen toch altijd doen, snap je niet hoe ongelukkig mij dat maakt?" ook haar oren gleden wat dieper in haar nek. Ze wilde hem roepen dat niemand hem verteld had om wakker te blijven, dat ze geen klein meisje meer was; maar ze durfde het niet. Niet tegen hem, iniedergeval. Toch dwong ze zichzelf om iets van die woede vast te houden, ze was hem niets verplicht, bovendien gebeurde dit zelden. Mocht ze niet wat plezier hebben? Vrienden maken? "Ik doe het heus niet om jou ongelukkig te maken,"sputterde ze wat feller dan normaal tegen. Hij wist toch ook wel dat ze hem nooit iets kwaad aan zou willen doen? "Het is heus niet zo'n big deal, ik ben nooit alleen geweest," ze vond deze discussie maar niets en had ook het idee dat wat ze ook zei, het niet meer goed zou maken. Dus forceerde ze zichzelf te gapen en knipperde vermoeid met haar ogen. "Ik ben moe Sun, laten we gewoon gaan slapen," probeerde ze dan ook onder dit hele gesprek uit te komen.
Hah.. 'Alleen wat later hangen', moest je horen, de schuld droop ervan af. Hij spitste zijn oren toen ze haar woorden uitsprak en trok een wenkbrauw op. "Niets aan de hand, hmm?" deed hij haar na, waarbij hij overeind kwam en haar een lik over haar kop gaf, en hij haar vervolgens zij dat het hem ongerust maakte. Echter sprak ze hem tegen. Daar moest hij niks van hebben. Hij drukte zijn poot zacht onder haar kin waarbij hij haar forceerde hem aan te kijken, zijn ogen duidelijk in wat hij voelde. "En toch gebeurt het," siste hij haar toe. "Wil je dat op je geweten hebben, hmm, zusje van me?" fluisterde hij, nu wat liever, maar super duidelijk dat hij dit niet nog een keer horen wou. "Het kan me geen moer schelen of jij alleen bent of niet, of je in het kamp bent of met een Bloodclan kat de bosjes in gedoken bent als één of ander Windclansletje. Ik wil gewoon niet dat je dingen doet zonder ik ervan weet en dat weet je dondersgoed," siste hij haar toe. "Oh, nee nee nee Moon denk maar niet dat je er zo makkelijk vanaf komt," zei hij waarbij hij haar oor tussen zijn kaken klemde en haar terug naar zich toe sleurde. Dit alles zacht genoeg om hopelijk niemand in de omgeving te wekken.
Naarmate hun gesprek vorderde merkte ze haarfijn op hoe opnieuw bleek dat zijn eerdere luchtigheid slechts schijn was, zoals altijd. Sunpaw was niet de enige die heel scherp emoties in kon schatten, al was hij wel degene van hun twee die het zijn wapen kon maken. Ze deed haar best om hem te ontwijken, maar zodra ze wegkeek voelde ze een poot onder haar kin, waardoor ze geforceerd werd hem weer aan te kijken. "En toch gebeurt het," werd haar tussen zijn tanden door gesist. Moonpaw trok haar kop ietwat naar achteren, maar keek niet weg. Haar ongemak bleek doordat haar oren diep in haar nek lagen. "Wil je dat op je geweten hebben, hmm, zusje van me?" dood aan zijn lieve stem, ze wist wat daarachter lag. De poes duwde zachtjes zijn poot weg met de hare, hopelijk niet ruw genoeg om hem verder kwaad te maken, maar haar frustratie schemerde zeker door. "Sun, nee, zo is het niet-" maar ze werd onderbroken door zijn accusaties. Woede vlamde op in haar ogen. Windclansletje? Haar haren kwamen wat overeind, maar in plaats van terug te vechten met woorden rukte ze enkel vurig beledigd haar kop weg en krulde zich op om te gaan slapen. Nee, ze wilde niet met hem erover praten, het maakte toch niet uit wat ze zei; niets was goed. Ergens brandde toch dat schuldgevoel, dat haar al zo lang was aangepraat door hem en vader wanneer ze niet luisterde. Maar een stemmetje in haar kop stribbelde tegen, want de vriendjes waarmee ze sprak mochten ook allemaal later thuis komen, keken raar op wanneer ze had laten doorschemeren dat ze niet te laat mocht zijn van haar broer. Dit was niet normaal, dit was- "Oh, nee nee nee Moon denk maar niet dat je er zo makkelijk vanaf komt," een pijnscheut trok door haar oor en nog net kon Moonpaw een kreet onderdrukken, waardoor er enkel een zacht, gesmoord geluid uit haar bek ontsnapte. Het laatste wat ze wilde was de andere apprentices wekken en ook nog hun aandacht erbij krijgen. "S-Sun laat los, alsjeblieft, je doet me pijn," bracht ze gedempt uit, maar probeerde zich niet los te vechten, bang dat ze enkel haar oor zou scheuren. Ze verachtte het feit dat haar hart in haar keel klopte, dat ze eigenlijk best bang was voor haar bloedeigen broer op momenten zoals deze.
Het fijne aan Moon was dat ze net zo min wilde dat anderen doorhadden wat hier gaande was als hij. Dit zou hun geheimpje blijven als het aan hem maar ook aan haar lag. Alleen toeval zou ervoor kunnen zorgen dat anderen dit zagen - en tot nu toe was het altijd goed gegaan. Toen hij de woorden hoorde die uit zijn zus haar mond kwamen spinde hij zachtjes, waarna hij haar los liet en haar een paar likken gaf over haar oor. "Sorry Moontje van me, ik zou je toch niet echt pijn doen," miauwde hij haar toe waarna hij zich naast haar krulde in haar nest. "Ik ben degene die jou juist altijd veilig wil houden, en dat kan ik niet doen als ik niet weet waar je bent.. Je maakt het me zelf moeilijk, weet je dat?" verontschuldigde hij zich half waarna hij haar kort een kopje gaf. "Dus wat gaan we de volgende keer doen als je met iemand gaat trainen?" vroeg hij haar, waarbij hij haar aankeek met een licht vervaarlijke blik in zijn ogen.
Ze haatte hoe onvoorspelbaar hij was, hoe onpeilbaar zelfs voor haar. Opeens sloeg zijn humeur om, liet hij los en likte spinnend haar oor, alsof hij daar niet zojuist in gebeten had. "Sorry Moontje van me, ik zou je toch niet echt pijn doen," ze slikte de brok in haar keel weg en zei niets, noch stribbelde niet tegen hij zich in haar nest neerlegde. "Ik ben degene die jou juist altijd veilig wil houden, en dat kan ik niet doen als ik niet weet waar je bent.. Je maakt het me zelf moeilijk, weet je dat?" ze zei niets, knikte enkel op zijn woorden en wilde niet toegeven dat ze zich toch ook wel weer heel veilig en vertrouwd voelde wanneer hij zo knus bij haar lag. Het bleef wel haar broer, haar grote broer waar ze ook zo zielsveel van hield. "Dus wat gaan we de volgende keer doen als je met iemand gaat trainen?" en dan was die ondertoon daar weer. Moonpaw verstarde en knarste licht met haar tanden, niets irriteerde haar zo als wanneer hij die toon gebruikte. Het leek alsof vader dan tegen haar sprak, alsof ze weer een kleine kitten was die op alles braaf moest knikken. Waar was verdomme haar vrijheid? Maar ze wilde niet weer ruzie, weer tanden in haar oor: ze kon nergens heen en voelde zich zowel veilig als verstikt in zijn omhelzing. "...Dan zeg ik je waar ik ben, Sunpaw," perste ze met heel veel moeite en tegenzin over haar lippen, zichzelf vervloekend voor het feit dat ze niet tegen hem op kon staan. Ze sloot haar ogen en haalde diep adem, in een poging haar frustratie van zich af te laten glijden, waarna ze haar kop tegen zijn borst legde. Zijn hartslag bonkte vertrouwd in haar oor. Als ze nu even lief was, misschien zou hij dan zijn mond houden. Konden ze hierover ophouden en gewoon eindelijk slapen, morgen kon ze weer de velden in vluchten.
Hij kon heel goed aanvoelen wat zijn woorden met haar deden. Het moment dat hij zich om haar heen krulde met lieve woorden voelde ze zich fijn en goed, maar zodra hij toch even die bevestiging wou voelde hij haar lichaam aanspannen. Wat hypocriet toch weer, ze hield alleen van hem in de goede momenten, foei, Moontje toch. Hij gaf haar een geruststellende lik over haar kop, het was goed, ze kon zeggen wat hij horen wou. Hij wist zeker dat ze het kon, ze deed het al zo vaak. Sun glimlachte toen hij de woorden hoorde. "Dankjewel, zusje van me, je weet hoe blij me dat maakt," prees hij haar de lucht in waarbij hij zijn kop in haar nek neerlegde. "Zullen we nu maar gaan slapen? Je hebt morgen vast en zeker meer dan genoeg te doen, en ik ook,"
Haar maag lag in een knoop. Zoete herinneringen aan een niet zo'n zoete jeugd lieten haar zich veilig voelen in Sunpaws omhelzing. Immers zou hij haar altijd beschermen, niet? Die veiligheid was een luxe waarvan ze was verteld dankbaar te moeten zijn. En toch, moest ze haar vrijheid inleveren voor die bescherming? Het voelde niet juist, het voelde verstikkend. Iedere ademhaling die ze nam leek uit haar longen geforceerd te worden door een ander. Zouden vader en Sunpaw ooit inzien dat ze meer was dan een klein meisje? Een bezitting? De gedachte maakte haar ongemakkelijk en ze stootte het uit. Immers was het veel makkelijker om simpel comfortabel te zijn naast haar grote broer, zelfs al lag dat verschrikkelijke gevoel van ongemak in haar buik. "Ja, ja, laten we maar slapen," ze liet haar kop op de grond rustten en sloot haar ogen, enkel zijn geur inademend. "... Ik hou van je, Sun," murmelde ze half slapen, en ondanks alle zorgen meende ze die woorden. Net zoals hij ze meende.
Na een korte stilte tussen hen waarbij Sun enkel haar kop waste vroeg Moon of ze slapen zouden. Hij knikte als antwoord. "Lijkt me een goed, zusje, het is laat," beantwoorde hij met een zachte spin terwijl hij zijn kop over haar nek legde, nu ook moe en zich op zijn gemak naast zijn zus. "Ik hou ook van jou, Moon," miauwde hij content terug waarna hij haar ietsje strakker tegen zich aan drukte in een warme omhelzing. Toen liet hij zichzelf relaxen en in slaap vallen. - Topic uit