Tegen de dagenraad werd de grote witte kater wakker. De ochtendzon gloorde aan de horizon en de kater duwde zichzelf overeind waarna geeuwde. Het was nog ontzettend vroeg en de dageraadpatrouille zou zodadelijk gaan vertrekken. Zonder een woord te zeggen stond de kater op waarbij hij oplette dat hij niet op de staart van een andere Warrior stapte. Hij duwde de braamtakken aan de kant en kneep zijn ogen samen toen hij de Den verliet. Het zonlicht scheen in zijn blauwe ogen en hij keek om zich heen, er gebeurde nog niets. Hij besloot om eerst eens een hap prooi te gaan nemen voordat hij eropuit ging. Hij geeuwde nog een keer en liep naar de prooistapel toe waar hij een dikke muis vanaf haalde. Het was een goed ding dat Newleaf er was, het betekende meer prooi en geen knagende honger in je buik. Hij likte zijn snorharen af terwijl hij smakelijk van de muis begon te eten. Daarna liep hij richting Carrionplace, wie weet zag hij nog wel wat, of kon hij misschien nóg een muis vangen! Maar hij rook al gauw een geur, en herkende een kattengeur.. Ach wat.. Misschien kon het geen kwaad als hij ook eens wat gezelschap kreeg, dacht Whitewolf bij zichzelf en hij draaide zich om.
(Tag: Open!)