Ze had vandaag niet veel anders gedaan dan normaal, en voor nu zat ze bij de kampingang. Houd de wacht, had ze zichzelf verteld. De kleine maar stevige lapjeskat groette iedere kat die naar binnen of buiten liep met een knik van haar hoofd, niet dat er zoveel katten voorbijkwamen op dit tijdstip van de dag, maar alsnog. Ze lette goed op of de katten die voorbijkwamen wel echt WindClankatten waren, want niet iedere kat mocht zomaar het kamp binnen lopen zonder reden, en dat gelde dubbel voor RiverClan katten. Goldenpaw mocht misschien niet bij het gevecht geweest zijn, maar ze had de verhalen gehoord en de wonden en gesneuvelden gezien. Ze had zich voorgenomen om goed te trainen met haar mentor zodat zij RiverClan kon bevechten wanneer ze ouder was en meer krijgservaring had. Terwijl ze nadacht over dit lette ze niet meer op de katten die voorbijkwamen, ze was te verzonken in haar gedachten om wraak (was dit wraak?) te nemen op RiverClan voor hun aanval op haar Clan.