Follow the wind

De wind speelde met haar gekleurde vacht, terwijl ze zich in de richting van de fourtree bevond. Al het gedoe met de vos en de honden en de twolegs hadden ervoor gezorgd dat ze het kamp eventjes ontvlucht was. Gelukkig had ze niet mee hoeven vechten, of misschien niet zo gelukkig, want nu leek de clan wel op haar neer te kijken alsof ze niets goeds kon doen. Ach, wat maakte het ook uit. Ze had haar eigen vacht weten te redden en dat vond ze voor nu eventjes voldoende. En daar in tegen had ze echt geen zin om mee te komen opruimen, dat kon later ook nog wel. Oceanstar was waarschijnlijk toch nog te druk bezig alle doden een waardige begrafenis te geven ofzo. Blossomwish rekte zich uit en schudde haar pluizige vacht uit, voordat ze verder liep naar de vier grote bomen. Dit was dus de plek waar ze altijd samen kwamen. Zelf had ze nog nooit een gathering bijgewoond, de twee keer dat er een was nadat ze apprentice was geworden had ze niet mee gemogen. Langzaam plaatste ze haar achterwerk op de grond en liet de wind met haar vacht spelen, het voelde heerlijk om hier te zitten.

[+Lionroar]

Haar blauwe ogen waren gesloten, terwijl ze genoot van de wind door haar vacht heen en de rust om haar heen. In Windclan werd het haar momenteel echt eventjes te druk, dus vond ze het heerlijk dat ze hier alleen de vogeltjes kon horen fluiten en de heel in de verte de rivier kon ruizen. Blossomwish zat dan ook met haar gezicht in de wind, waardoor ze niet door had gehad dat er iemand bij was geweest. Ze schrok dan ook toen ze opeens werd aangesproken. De vacht rond haar nek stond overeind en haar oren gleden in zijn nek, terwijl ze zich omdraaide. Ze keek in de richting van de flamepoint kater met zijn helder blauwe ogen, ogen die d'r aan zichzelf lieten denken. De geur van Shadowclan hing rond de kater, wat haar achterdochtig maakte. "Hallo?" Haar stem was vragend, niet zeker weten wie ze voor zich had. "Waarom is een Shadowclan kater hier?" Ze kneep haar blauwe ogen samen, nog steeds achterdochtig, terwijl ze zich omdraaide.

De kater leek te lachen ergens om, for what? Ze kon hem niet, ze had geen idee wie ze tegenover zich had. Ze snoof eventjes en haalde daarna d'r schouders op. "Ja," zei ze op een kalme toon. Goed, hij had d'r door, maar gezien de problemen in Windclan was haar reden geloofwaardig. Waren er ook problemen in Shadowclan? Ze dacht ergens geruchten te hebben gehoord, maar wist niet zeker meer waar ze over gingen. Rustig schudde ze haar kop en voelde hoe de wind ervoor zorgde dat voor lange, pluizige vacht naar voren werd geblazen. "Niet dat ik weet?" kaatste ze de vraag terug naar de kater. Ze kreeg die vraag vaker in Windclan, volgens verhalen leek ze veel op haar oma. Maar ze had de kattin nooit leren kennen, alleen haar vader had d'r af en toe verhalen verteld. "Zou dat moeten dan?" vroeg ze vervolgens, terwijl ze haar ogen op hem gericht hield.

De kater ging verder niet in op het feit dat ze hier blijkbaar om dezelfde redenen waren. Ze zou er dan ook verder maar geen vragen aan vuil maken, het had immers geen zin om er verder over te vragen. Het enige wat ze zou willen weten was of er problemen waren in zijn clan, maar dat was iets wat hij toch niet tegen haar zou vertellen. Ze draaide haar oortjes wat nieuwsgierig naar voren toe, er zat een shift in zijn stem toen hij sprak en ja zeker dat ze dat had opgevangen. "En wie was die bekende dan wel niet?" vroeg ze, waarbij haar natuurlijke nieuwsgierig naar boven kwam. Ze leek op dat punt echt veel op haar vader, die ook altijd vragen had gesteld. Dat was tenminste totdat zij, Blossomwish, gevoelige vragen was gaan stellen. "En wat is jouw naam eigenlijk, Shadowclan warrior?"

De kater weigerde haar antwoord te geven, iets wat haar mateloos irriteerde. Ze kon nooit iets leren als katten haar geen antwoord gaven op haar vragen, maar goed. Als ze het zo wilde spelen, dan moest het maar. De flamepoint lachte toen ze naar zijn naam vroeg en echt, ze had zo de neiging om 'm een slag te verkopen als hij wéér weigerde om antwoord te geven. Maar blijkbaar was het omdat ze hem niet kende. Moest ze hem kennen dan? Hij kwam haar niet bekende voor, maar om eerlijk te zijn was ze pas geboren op de terugweg van de journey, dus grote kans dat ze veel gemist had. De kater stelde zich voor als Lionroar en vroeg daarna naar haar naam. "Blossomwish," miauwde ze, met een lichte trots in haar stem. Ze hielt van haar naam, het was misschien niet zo kill als die van haar oma Icyrose of liefelijk als die van haar tante Spottedwish, maar ze kon er goed mee om gaan. "En waarvan zou je bekend moeten zijn dan?" besloot dan ook bold te vragen.