Cynthia 428 Actief
| |
| Onderwerp: Monsters zo 16 sep 2018 - 3:07 | |
| Eveningglow had hem verteld weg te blijven van het donderpad, maar na een prooi achtervolgd te hebben had hij nog net voor het donderpad kunnen stoppen. Hij wist dat als hij doorgegaan was hij mogelijk geraakt kon zijn door een monster en hij was dan ook blij dat hij op tijd gestopt was. Een groot monster kwam voorbij en hij voelde een rilling over zijn hele lijf gaan. Hij was nog niet eerder zo dicht bij een monster geweest en het beviel hem helemaal niet. Hij deed dan ook een stap naar achteren, terwijl hij zijn blik gericht hield op het donderpad om er zeker van te zijn dat er niet nog een monster voorbij zou komen of sterker nog achter hem aan zou komen.
[Venompaw] |
|
LAATSTE ACC IK ZWEER (Freedje) 148 Actief
| |
| Onderwerp: Re: Monsters zo 16 sep 2018 - 14:17 | |
| Venompaw had van schrik zijn prooi uit zijn bek laten vallen terwijl hij naar het Thunderpath staarde. Niet per se vanwege het monster dat passeerde – die was hij inmiddels al wel gewoon – maar vanwege het feit dat een apprentice zo dom was om er als een dolle op af te rennen. Het was een ThunderClan apprentice en als Venompaw leeftijden goed kon inschatten, was de apprentice ook nog eens ouder dan hem. Het toonde maar weer aan dat ThunderClan niet bepaald capabel was om hun apprentices fatsoenlijk op te voeden. Hij snoof spottend toen de ThunderClanner verschrikt een stap naar achteren deed. Hoewel hij altijd heel erg stoer volhield dat het hem niks kon schelen als een kat buiten zijn Clan iets overkwam, voelde hij zijn hart toch in zijn keel hameren toen hij de apprentice zo onvoorzichtig naar het Thunderpath zag rennen. Was er geen mentor in de buurt die hem onder de poot kon houden? Of een Clanmate die hem gevolgd was? Maar Venompaw zag niemand in zijn buurt en met een diepe zucht stapte hij wat naar voren, zijn afstand zorgvuldig bewarend van het Thunderpath. Hij wist wel beter dan dat. Deze domme apprentice tegenover hem duidelijk niet. “Hoe dom kun je zijn?” brieste hij kwaad naar de apprentice. “Hebben ze in je Clan niet verteld dat je niet zo dichtbij het Thunderpath mag komen? Als dat monster was uitgeweken, lag je daar nu kreupel met al je botten gebroken en dan kon je je droom om warrior te worden gedag zeggen.” Hij wist dat hij hard overkwam, maar dat had deze apprentice duidelijk ook wel nodig. Aan de andere kant was het niet aan hem om te vertellen wat de apprentice wel en niet kon doen. Waarom deed hij het dan zelfs? Hij schudde zijn kopje, geërgerd zijnde om zijn gedachten. “En ik maar denken dat er toch nog iets van hoop kon zijn voor ThunderClan,” sneerde hij. “Als ik naar jou kijk, vervliegt die hoop echt helemaal.” Kijk, dat leek er weer een beetje op!
|
|