In the winter of sixty-five
We were hungry
Just barely alive. A man on death row. High above him there's a swallow, winging swiftly through the sky. Why don't you have wings to fly with, like the swallow so proud and free?
Het was een winderige dag. Het land had al een paar sneeuwbuien doorstaan. Vandaag raasden de sneeuwvlokjes voorbij. Haar dikke vacht was net een vlokkenvanger. Vanaf dat ze het beschermde riet uit liep was ze bedekt met smeltende sneeuw. De bijna sneeuwwitte kat nu draaide zoekend haar kop. Het neusje met de scherpe reukzin ving een paar sporen op. Haar slimme denken bracht haar gedachtes bij de Small Forest. Daar zouden de meesten schuilen. Het riviertje was ook bevroren dus dieren zouden kunnen oversteken. Raincoat baande zich een weg door de sneeuw. Het was niet super moeilijk, dit omdat de zachte haartjes tussen haar pootkussentjes er soort van voor zorgde dat ze op de sneeuw bleef staan. Haar tred was dan ook rustig, maar stevig. Ze wilde liever geen nat pak.
Het razen was gestopt en was meer dwarrelen geworden. De kattin was gaan zitten. Ze had veel sporen gezien, maar niets vers. Ze zou in stilte wachten en ondertussen keek ze naar de vlokjes die een steeds dikker tapijt maakte. Het gekraak van de wereld was prachtig. Dit was een van de redenen waarom ze zo van winter hield.
+ Panthergrowl