De kat keek nors en mompelde een bevestiging. Dit had Duskkit waarschijnlijk moeten afschrikken, maar Duskkit keek hem vrolijk aan. Natuurlijk was de kat een beetje boos en verdrietig. De zoon van die arme stakker was verbannen. Duskkit wou hem graag troosten, maar hoe? Ze dacht even na en gaf de kater toen voorzichtig een kopje tegen z'n poot. Help, dacht ze, wat heb ik nu gedaan. Waarschijnlijk valt hij me nu aan of zo. Maar ze bleef stoer staan. Ik ben Duskkit mauwde ze met een luide stem. Ik ben bijna apprentice! Ik heb er zoveel zin in, het jagen en het vechten!! Jij bent al een warrior. Hoe was het om apprentice te zijn? Vond je het leuk? Jouw naam was dan Demonpaw toch? De kit bleef maar praten en praten. Ze stopte even. Dit moest vast irritant voor hem zijn. Ze zette een stapje naar achter, hield haar kopje shuin en keek de kat vragen aan. Hoe zou hij reageren?