Drust zat verborgen onder de schaduwen van een stel overhangende bomen. Hij had zich misschien niet met opzet verborgen, het was eerder een soort automatisme. Dit deed hij niet omdat hij bang was gepakt te worden door een agressieve Rogue, hond of vos. Daar maakte hij zich geen zorgen om. Hij vond het gewoon vreselijk grappig om te zien hoe andere katten achteloos voorbij liepen zonder te weten dat hij hier zat. Hij, een enorme joekel van een kater, misschien wel de grootste hier in de omgeving, rollende spieren onder zijn klittende vacht en glimmende scherpe tanden, gemaakt om vlees mee te scheuren. Drust kon iedere langslopende kat op zijn nek springen, waarschijnlijk zelfs zonder al te veel moeite een kopje kleiner maken, en daar was hij zich van bewust. Het gevoel daarvan stroomde door zijn aderen en gaf hem een kick. Een kick waarvan hij met volle teugen genoot.
Daar bood het eerste slachtoffer haar hachje aan. Een bruine tabby poes met doffe groene ogen en een achteloze manier van voortbewegen. Ze keek niet om haar heen, ze deed niets om van haar omgeving bewust te worden, maar stortte zichzelf in het water, dronk wat en sloot onwetend haar ogen, om vervolgens te gaan zonnen. Toen snoof Drust de geur van de poes op. Een licht aftreksel van de Rogue-geur, maar vooral de bedwelmende geur van een Bloodclankat. Het feit dat dit een Clangenoot was spoorde Drust niet aan om deze poes te mogen. Hij begon haar zelfs steeds meer te minachten bij haar onoplettende manier van doen. En Drust kende deze kat. Hij had haar al eens eerder ontmoet. Madiebo. Hij was haar tegengekomen bij haar thuisplaats, die ze deelde met een andere poes. Ze had Drust agressief begroet, maar was vervolgens overgegaan in een slijmerige vriendelijkheid die Drust niet aansprak. Hij vond het zelfs walgelijk en had haar toen niet echt gemogen. Later had hij haar inderdaad gezien bij de oprichting van de Bloodclan waar hij natuurlijk ook aanwezig was geweest, en nog later was hij haar tegen gekomen bij een beekstroompje, waar hij wat meer sympathie voor haar had leren opdoen, maar zijn vertrouwen had ze nog lang niet. Zoals de meeste katten.
Drust overwoog de mogelijkheden, wat zou hij gaan doen? Maar Drust had niet het geduld en de hersencapaciteit en concentratie om daar veel tijd aan te besteden, en daarom deed hij gewoon een roekeloze zet, zoals gewoonlijk. Maar dat deed hem niets, want zijn leven was een hele roekeloze zet. En Drust leefde nog steeds, zonder kleerscheuren. Wat bofte hij toch met zijn almachtige formaat en bouw.
Drust zette een aanval in die geen aanval te noemen was. Hij nam een sprong waarbij zijn poten het grind raakte, waar hij gebruik van maakte en met een tweede sprong op de onwetende Madiebo landde. Toen hij met zijn zware gewicht op haar landde sloeg hij zijn nagels uit en probeerde haar mee te trekken in een rol, waarbij Madiebo vervolgens op haar rug in het water zou liggen als ze niet snel genoeg reageerde. Vervolgens sprong Drust achteruit en met zijn zware gewicht schoof hij een klein eindje door het grind, maar door zijn nagels uit te steken en in het grind te klauwen bleef hij stabiel staan. Drust grijnsde cynisch, hij hoopte dat hij de poes flink had laten schrikken.
'Ik zou wat beter om je heen kijken als ik jou was, Madiebo,' sprak Drust met een sarcastische toon, met name toen hij haar naam uitsprak. 'Je mag dan lid zijn van de Bloodclan maar dat maakt je nog niet oppermachtig.' Drust lachte emotieloos en staarde haar op een manier aan waarin hij een tikje verveeldheid probeerde te mengen.
[Yeah, eindelijk ons topic ^^]