Redeye krulde zich behaagelijk nog eens om. Ze lag naast Flashcoat, in de holle boom. Haar Flashcoat. Ze voelde zich nog steeds moe, na Scourge. Plots wakkerde haar woede terug op, hoe durfde die vuile kat haar zo te behandelen! Denkend dat hij alles was, met zijn vuile katten, die hem met de seconde volgden. Ze walgde van hem. Scourge had haar het ergste vernederd door het gevecht, hij had het niet afgemaakt, maar haar maar voor halfdood achtergelaten, zodat hij kon genieten van haar gevoel van pijn. Dat was ziek, en massochistisch! Ze huiverde, met zo'n kat in het woud los rondlopend zou er nooit een rustig moment zijn. Er zou altijd een drang zijn om om te kijken, en te zien dat hij er niet plots stond, voor een laatste vergelding! Gelukkig lag ze nu hier, samen met haar Flashcoat. Hij had haar gevonden. Met zijn hulp lag ze hier nu, en niet ergens, al aan een groter dier ten prooi gevallen. Ja, er waren dieren die op de jagers jaagden. Meestal geen volgroeide katten als zij, maar wel de verzwakte dieren.
Ze begroef haar snuit in Flashcoat's vacht, en knipperde even met haar rode ogen. Haar kits.. Dayo en Danger, ze waren prachtig. Ze zouden spoedig getraint worden, samen met hun broertjes en zusjes, door een van hen, of een kennis. Ze had al een paar ideetjes in haar hoofd, voor haar volgende training. Eerst zouden zij en Flashcoat hen meenemen door heel het woud, en hen de dingen vertellen die ze all wisten. Zou ze..? Zou ze hen over Scourge vertellen? Redeye wist het niet zeker, misschien werden ze dan overmoedig, en ze wou niet dat hen iets overkwam. Maar als ze hem onwetend op een dag eens tegen het lijf zouden lopen, dan, .. Nee, dat wou ze zeker niet! Waarom was het ook al weer zo moeilijk? Nee, ze zou wel zien als de tijd daar was. Redeye schoof een beetje dichter, als dat nog mogelijk was, tegen Flashcoat en sloot haar ogen. Ze moest niet zo piekeren voor het slapen, daar kreeg ze nachtmerries van.
Redeye voelde haar oogleden zwakker, en zwakker worden. Tot ze uiteindelijk in slaap viel. Ze droomde over allemaal gezichten, die langzaam vervaagden tot een ander, en dan verdwenen. Maar ze wist nooit meer wie het was. Het was frusterend, en ze maaide met haar poten. 'Ga weg.." Mompelde ze zachtjes, 'Laat me met rust! Ik heb niets gedaan..'
Ze voelde naast zich iets bewegen, en ze verstijfde. Wat was dat? Haar ondergrond, zakte de boom in? Ze voelde zich verschuiven, en opende langzaam een oog. Het moest er grappig hebben uitgezien, als ze niet zo geschrokken was. Haar oog schoof langzaam heen en weer. Wacht, waar was Flashcoat? Ze zakte moeizaam overeind, en gaapte lichtjes. Waar was hij naartoe? Hij was toch niet Scourge gaan zoeken? Ze sprong overeind, en spurtte de boom uit. Haar poten grabbelden op de harde grond. Ze zag zijn lichte vacht, en sprong op hem. 'FLASHCOAT!' Riep ze. 'Gaat het?' Ze kwam van hem af, en likte hem zachtjes op zijn snuit. 'Waar was je?' Mompelde ze nu rustiger. 'Ik was ongerust."