Het lopen leek makkelijker dan op de heenweg. Misschien kwam het door de harde grond in de bergen. Hun pootkussentjes waren net zo hard geworden en ze gingen niet zo'n pijn doen. Vermoeiend was het echter wel, zeker voor de katten die lange tijd ziek in hun nest hadden gelegen. En het was koud, veel kouder dan toen. Toen. De tocht naar de bergen leek een leven geleden, het oudere territorium een droom. Maar ze gingen echt terug, en Crowcall twijfelde er niet aan dat het de bergen zouden zijn die binnen korte tijd een droom zouden lijken. Ze kon alleen maar hopen dat ze niet al te ruw gewekt zouden worden. Verwoeste gebieden, BloodClanners die de boel hadden overgenomen... wat stond hen thuis te wachten? Crowcall kreeg de indruk dat ze niet de enige was die niet alleen maar blijdschap voelde bij het vooruitzicht hun thuis terug te zien. Een eind verderop zag ze een andere zwarte gedaante. Crowcall versnelde haar pas wat om naast Swallowflight te gaan lopen. "Hey", miauwde ze. "Hoe gaat het?"