[You mind if your sister comes by? (:]
Jagen, eten, slapen, jagen, eten, slapen. Het begon echt routine werk te worden. Toch zou ze nooit klagen, sterker nog, ze genoot van het werk. Ze hielt van het jagen, de taken die ze had in het camp en het verzorgen van andere katten. Toch zou ze het aller liefst een eigen partner en nestje willen hebben. Ze hielt van kleine kittens en zou ze me tal haar kracht beschermen tegen de slechte dingen in de wereld. Zelf was ze nog maar jong, maar toch al zeer gemotiveerd. Al waren er toch katten die ze toch eigenlijk wel mistte. Haar twee oudere broers, Cindersoul en haar ClanLeader; Duststar. Ze was er best trots op om de zus van de Clanleader te mogen zijn. Al zou ze het niet echt zo snel laten merken. Als haar broer er om zou vragen zou ze hem best willen helpen, maar ze zou zich niet zo maar aanbieden. Ze was immers geen Deputy.
De blauw/grijze poes sprong kalm door de bomen heen. Heel even tikte haar poten de takken aan, voordat ze zich weer afzetten en weer door de lucht heen suisde. De wind door haar halflange blauwe vacht voelde heerlijk aan. Zo vrij als een vogel. Bluepelt had zichzelf een vrije middag gegeven, aangezien ze vanmorgen al zeker twee keer was gaan jagen en met twee of drie eekhoorns terug was gekomen. Nu kon ze eventjes zichzelf zijn en op onderzoek uit gaan. Het was dan ook vreemd toeval dat ze de geur van haar broer had opgevangen. Nieuwsgierig was ze erachter aan gegaan, maar had een iets andere route genomen zodat ze voor hem uit zou komen. Ze zetten zichzelf af tegen de laatste tak en kwam bij hem op de tak zitten. Ze knorde zachtjes en vroeg zichzelf, zoals wel eens vaker, af of ze hem een kopje mocht geven. Ze was in een lichte tweestrijd, hoe kon ze hem benaderen? Als broer of als Clanleader? Ze schudde haar blauwe vacht uit en glimlachte hem vrolijk toe. "Hey Duststar," zei ze vrolijk.
[Ik nam aan dat het middag was, wist het niet zeker o.0]