Met een grimas op zijn gezicht sprong Sparkkit met kleine sprongetjes door het hoge gras van het territorium. Hij had zijn zusje wel geroken. Ze was het kamp uit gegaan, en dat nog wel zonder hem! Hij zou haar leren, hij zou zelf een avontuur gaan beleven. Langzaam begonnen zijn onhandige sprongetjes meer gestroomlijnd te worden, ook ontdekte hij dat hij met uitgeklapte klauwen harder kon rennen. HIj zou de sterkste kit van de clan worden! Hij was er zeker van. "Tchh" Siste hij geërgerd, waar was zijn zusje nou in starclan's naam heen?
Om eerlijk te zijn, was het kamp heb gewoon veel te benauwd. Zijn, moeder, Emberstorm was gewoon overbezorgd, en ging om het minste of geringste naar de medicijnkat Leopardstrike, die al net zo bezorgd leek te zijn. Wat zou het de medicijnkat nou toch eens kunnen schelen wat hij had! Oke, het was de medicijnkat, maar verder? Hij voelde zich gewoon betutteld en benauwd. Hij wou avontuur, hij kon niet wachten tot het apprenticeschap was gegeven aan hem. Dat zou hem veel beter bevallen. Maar goed... hij was klein, en eigenlijk ook gewoon onzeker. Goed van vertrouwen was hij ook niet. Maar goed, zo lang vlug rennen kon nooit goed gaan met onhandige kittenpootjes. Al snel struikelde hij en tuimelde hij over de grond heen. De jonge kit werd nu toch wel redelijk bang en een zacht gepiep ontsnapte uit zijn mond, vooral toen er een schaduw van een vogel over hem heen viel, een mus vloog over, maar voor hem leek het toch wel heel groot! Was het dan misschien een havik? Een zacht gejammer sloeg uit zijn keel, maar toch bleef hij als bevroren staan.
(Bloodclan kat, s'il vous plaît ;3)