Vandaag was de dag dat hij een nieuwe poes ging laten verbazen van zijn awesomeness. De poezen waren altijd erg kieskeurig, zeker als ze uit andere clans kwamen,maar hij was een geboren talent en zolang hij een heer bleef kon hij ze toch nog krijgen.Meestal.Soms. De poezen rond zijn leeftijd en jonger waren meestal niet zo'n groot probleem, zij waren meestal wel vlug gevleid. Oudere poezen...Of ze vonden het schattig dat zo'n nog jonge Warrior aan het flirten met ze was of ze waren beledigt. Natuurlijk, niet alle, elke poes was inmiddels verschillend. Maar hij was inmiddels de tel kwijt geraakt van hoe vaak hij een blauwtje had opgelopen. En hij was pas 15 manen! Weaselcry, zoals de kat genoemd werd, was een echte speler in de dop. Natuurlijk, zijn leven draaide niet enkel om de poesjes te versieren, hij had echt wel wat opvoeding gehad hoor. Dus nu bedacht hij zijn perfecte pick-up lines uit tijdens de jacht. Dit gebied leek het meest op waar hij zijn eerste gedeelte van zijn leven had doorgebracht en dus de meeste training had gehad, natuurlijk waren de bomen een stukje groter hier, okay, dat was nogal zacht uitgedrukt, maar het kwam in de buurt. Weaselcry was nog Weaselpaw toen de brand was geweest en ze samen met de andere clans moesten vertrekken. Hoewel hij het niet liet merken had dat wel een grote indruk op zijn leven gemaakt. Zijn mentor was een goede vriend kwijtgeraakt in die brand en Weaselcry had veel van zijn verdriet meegekregen. Pas toen ze hier waren en alles een beetje in orde, konden zijn trainingen vervolgd worden, gelukkig was hij eigenlijk al bijna klaar en duurde het ook niet lang voordat hij zijn Warriornaam mocht ontvangen. Ergens had hij liever gehad dat dat in het oude gebied gebeurde, in het oude Camp, maar hij was geen kat om daarover te klagen. Allang tevreden dat hij zijn derde naam en hoogstwaarschijnlijk laatste naam had gekregen. Er waren bovendien belangrijker dingen dan in het verdelen blijven hangen, zoals opletten.. Pas toen de vogel vlak voor hem omhoog vloog had Weaselcry hem pas in de gaten en verbaasd keek hij toe hoe de mus in een van hoge bomen verdween. De bruine cyperse kater vloekte binnensmonds, schold zichzelf zachtjes uit voor sukkel en besloot om nu beter om zich heen te kijken. Zijn donkerblauwe ogen strak gericht op alles wat hij zag, nu zou geen enkel dier meer aan zijn blik ontsnappen. Zo liep hij dus door het woud heen, steeds om zich heen kijkend en ook zijn oren draaide alle kanten op. Hoe sneller hij genoeg ving voor de anderen, hoe sneller hij weer zijn hobby kon gaan uitoefenen.