We're part of a story, part of a tale. We're all on this journey, no one is to stay. Where ever it's going. What is the way?
Welcome
Warrior Cats is een rollenspel gebaseerd op de serie 'Warriors' van Erin Hunter. Je verkent hier al schrijvend de geliefde wereld van de Clankatten, rogues en kittypets. Dit doe je door je eigen karakter aan te maken, waarbij je bijna alles zelf mag bepalen over uiterlijk en karakter. Wild of tam, goed of slecht, sociaal of eenling? Help jij oorlogen te voorkomen? Of ben je een van de katten die hongerig opzoek is naar een groter territorium en meer macht? Het kan allemaal op Warrior Cats.
KIND OF WEATHER
NEWLEAF
Season
Newleaf, 10°C - 20°C
Langzaam maar zeker komen de eerste bloemen weer op. De zon breekt weer door wat zorgt voor een aantal warme dagen. Newleaf zet alles in volle bloei.
Het was een hete dag. Te heet voor de langharige, rode kater. De bomen, echter, boden al onderdak aan. Maar door de regen van de vorige nacht was het water nu verdampt en was het vochtig en warm en te benauwd voor de Apprentice. Zijn blauwe ogen waren gericht op de hoge bomen. Hij moest water vinden, anders zou hij hier uitdrogen. Natuurlijk had hij geen echte droge mond. Maar hij kon zijn keel verdrogen, dat het bijna pijn deed. Hij had het snikheet en aan zijn vacht bleven bladeren en takken en andere viezigheid kleven. Ja, in Leafbare was dit misschien van pas gekomen. Maar nu het al zo heet werd zou Beampaw liever een korte vacht hebben.
Yes! Eindelijk mocht ze die ellendige grot uit! Lightpaw voelde adrenaline door haar heen gaan, maar eerst moest ze natuurlijk een hele preek van een elder aanhoren die haar vertelde dat het gevaarlijk was buiten en dat ze goed de andere katten op de hoogte moest stellen vanaf het moment dat ze de grot alleen zou verlaten. Ja ja. Ze kende het allemaal wel. Ze had immers haar eerste training met Stallionheart al gehad en had steeds zorgvuldig toestemming gevraagd als ze de grot verliet. Ze had het territory ook al een beetje ontdekt waardoor ze wist van welke plaatsen ze beter uit de buurt kon blijven, dus ze was van mening dat deze preek echt niet nodig was. Ze knikte echter zo geduldig mogelijk om de elder het idee te geven dat ze echt wel naar hem luisterde en kon een brede lach niet onderdrukken toen de elder haar uiteindelijk liet gaan. Ze hoorde de elder nog zuchten, maar dat maakte haar niets uit. Ze was immers vrij om te gaan en staan waar ze wilde. Ze wist dat ze vandaag geen training met Stallionheart had en dus was het voor haar des te leuker om nu het nieuwe territory te gaan onderzoeken. Ze moest toegeven dat ze deze territory er veel interessanter vond uitzien dan die van WindClan in hun voormalige gebied. Niet dat ze dat ooit hardop ging zeggen of zo. StarClan, nee. Dan kreeg ze pas echter op haar donder. Ze wist hoe heilig dat gebied voor de meeste elders was en dus hield ze zorgvuldig haar eigen bevindingen voor haar. De crèmekleurige pels lichtte op toen de zon erop scheen en Lightpaw zuchtte algauw omdat het warm was, maar liet dat haar niet weerhouden om richting the Redwood te gaan. Ze wist dat het daar ietwat bedekt was en bovendien lag het nog dicht tegen hun grot aan ook. Ze keek geïnteresseerd op toen ze een ThunderClanner rook die zich verderop bevond. En… woah! Hij was ouder dan haar en had lichtgrijze ogen en een lichtrode pels. En hij was knáp. “Hallo daar,” sprak Lightpaw vriendelijk zijnde terwijl ze hem benaderde. Toen ze dichterbij kwam, merkte ze dat hij ouder was dan haar. Veel ouder. “Wat een warm weer, hè?” Kon ze nu echt niets beters bedenken? Blijkbaar niet. Oh well.
Beamspark
Member
★ 205 Actief A heart that’s broken
is a heart that’s been loved
Zijn blik wa eerst gericht op wat er voor hem stond. Alleen maar boven, en soms het zachte geritsel van prooi dat door de struiken liepen. Hij had de kattin dus niet eerst opgemerkt. Totdat een stem eindelijk zijn aandacht trok. “Hallo daar,” Beampaw keek de crèmekleurige kattin aan. "Hoi," zei hij terug. Aangezien zij zelf vriendelijk was leek het geen echte bedreiging voor de ThunderClanner. En ze was duidelijk jonger dan hem. Waarschijnlijk net pas een apprentice. De WindClanpoes ging een paar stappen zijn richting op. Maar de kater bleef toch even staan. Wat een warm weer, hè?” Kwam er vervolgens. Waardoor zijn blauwe ogen naar de lucht gleden. "Ja, vergeleken met de vorige dagen wel." Miauwde hij vervolgens terug. "Maar eerlijk? Het is veel te heet voor mij," voegde hij toe terwijl hij naar zijn dikke vacht wees met zijn snuit. God, wat haatte hij zijn vacht op dit moment. Tijdens harde wind waaide het alle kanten op, als het nat was duurde het echt super lang om droog te worden, en bij hitte was het al helemaal te veel. "Jij hebt geluk dat je een kortere vacht hebt,"
Haar bruine oogjes keken hem belangstellend aan toen hij terug antwoordde. Woah! Ze had altijd geruchten gehoord van de andere kittens dat apprentices van andere Clans totaal niet op je reageerden en je aankeken alsof je een stuk vuil vossenstront was, maar dat bleek nogal mee te vallen. Ze had sowieso al eerder doorgehad dat ze niet te veel af moest gaan op wat andere katten zeiden. En dan al zeker de kittens niet, want zij hadden geen enkele ervaring buiten hun veilige nursery. Hoewel de kittens de laatste tijd al genoeg meegemaakt hadden met heel de verhuizing van het ene gebied naar het andere. Lightpaw vond het allemaal heel erg spannend en reuzeleuk dat ze allemaal op avontuur konden gaan. Zij vond het niet erg om weg te gaan uit dat natte, vieze gebied en ze had ook niet goed begrepen waarom sommige katten er zo boos over werden als zij er zo relaxt over deed. Oké, niet alle Clan cats waren even aardig, maar er zaten er heus wel tussen die wél aardig waren. En deze tom bleek ook aardig te zijn, want hij antwoordde gewoon op haar vraag en voegde zelfs nog zijn eigen mening er aan toe. Toen hij zijn blauwe ogen naar haar richtte, merkte Lightpaw dat ze een heel erg speciale kleur hadden. Ze zagen namelijk zo blauw als het ijs die ze had zien liggen in het koudere seizoen. “Ik ben blij dat ik eindelijk eens kan genieten van de buitenlucht, dus mij hoor je niet klagen. Ik heb lang genoeg opgesloten gezeten in die grot.” Ze knikte echter begrijpend toen hij sprak over zijn pels en vervolgens aangaf dat die van haar korter was, wat veel aangenamer moest zijn. “Maar jij hebt dan weer het geluk dat je in de winter zo goed beschermd bent tegen de kou,” gaf ze aan. “Ik zat als kitten zijnde altijd te trillen in de nursery als het koude seizoen zich weer aankondigde. Ik moest altijd warmte zoeken bij mijn broertjes en zusje.” Ze lachte. Het was een melodieus geluid dat echode door het beboste gebied waar ze zich bevonden en snel sloot ze haar bekje weer. “Mijn naam is trouwens Lightpaw,” stelde ze zichzelf voor. “Een apprentice van WindClan, maar dat had je natuurlijk al wel geroken.” Ze trok wat verlegen zijnde met haar oortje. “En jij bent een ThunderClanner?” Ze vroeg het toch maar voor de zekerheid; ze had al veel met hun samen gereisd, maar ze wilde zeker weten dat ze alle geuren goed herkende om zeker te weten dat ze geen fouten maakte.
Beamspark
Member
★ 205 Actief A heart that’s broken
is a heart that’s been loved
Hij keek de kattin aan terwijl zij verder sprak. “Ik ben blij dat ik eindelijk eens kan genieten van de buitenlucht, dus mij hoor je niet klagen. Ik heb lang genoeg opgesloten gezeten in die grot.” Zei ze vervolgens. Waardoor Beampaw instemmend moest knikken. Hij kon wel zien dat ze best wel jong was, waarschijnlijk nog een kitten toen ze hier aan waren gekomen. “Maar jij hebt dan weer het geluk dat je in de winter zo goed beschermd bent tegen de kou. Ik zat als kitten zijnde altijd te trillen in de nursery als het koude seizoen zich weer aankondigde. Ik moest altijd warmte zoeken bij mijn broertjes en zusje.” Kwam er als volgt. Waardoor ze wat ging lachen, en de kater had het gevoel dat het prettiger was als hij het ook al zat te volgen, dus kon hij het niet elpen toen een grinnik zijn mond ontsnapte. "Ja, dat snap ik." Zei hij met een knikje. "Mijn zusje heeft de korte vacht van mijn moeder gekregen. Maar een dikke vacht in de winter is niet altijd handig. Het houdt je wel warm, maar wanneer het regent blijft het behoorlijk lang nat en er blijven allemaal takken en van alles en nog wat aankleven." Zei hij uit alle eerlijkheid. Hij keek de poes recht in haar bruine ogen aan. “Mijn naam is trouwens Lightpaw. Een apprentice van WindClan, maar dat had je natuurlijk al wel geroken.” Stelde ze zich voor terwijl ze ze vervolgens wat verlegen met haar oor trok. Schattig. “En jij bent een ThunderClanner?” Beampaw knikte. Zijn dikke staart amuserend tegen de grond aantikkend. "Dat klopt," antwoordde hij haar met een knikje. "Beampaw, ook een Apprentice." Nog steeds.
Nu ze zo aan het praten was met een kat van een andere Clan, merkte ze dat het makkelijker en spontaner ging dan dat ze in eerste instantie had verwacht. Ze praatten alsof ze bij elkaar in de Clan zaten en Lightpaw merkte dat al die vooroordelen die ze langs alle kanten hoorde meestal niet eens klopten, hoewel ze het niet kon laten om twee keer na te denken alvorens bij een groepje ShadowClanners te gaan staan. Ze keken gewoon zo gevaarlijk uit hun ogen en gaven haar niet echt het idee dat haar aanwezigheid op prijs werd gesteld. Of de aanwezigheid van welke kat dan ook die niet in hun Clan zat. En misschien zou ze er wel helemaal anders over gedacht hebben als ze nog steeds in hun oude gebied gewoond hadden en ze wat meer met de elders was gaan praten en uiteindelijk de verhalen kreeg te horen over alle Clans, maar voor nu vond ze haar naïviteit prettig. Het gaf haar het gevoel dat ze zonder al te veel problemen tegen deze ThunderClanner kon praten over wat dan ook. “Eigenlijk zou je apprenticenaam gewoon Branchpaw moeten zijn en na verloop van tijd, als je warrior wordt, Branchpelt.” Het was een flauw grapje, maar Lightpaw kon het niet laten om even te giechelen om haar eigen grap. Zo flauw was ze dan wel weer. Ze trok echter een serieuzer gezicht toen hij zich voorstelde en glimlachte. Ze vond Beampaw eigenlijk mooier klinken dan Branchpaw. “Ik trek mijn woorden terug,” zei ze met een glimlach. “Beampaw klinkt veel beter.” En ook stoerder, maar dat paste wel bij zijn uiterlijk. Hij was misschien geen ShadowClanner, maar Lightpaw durfde te wedden dat als deze apprentice kwaad of gemeen uit zijn ogen keek, hij minstens even gevaarlijk over moest overkomen als een ShadowClanner. “Maar zo te zien duurt het vast niet meer lang totdat je warrior wordt,” sprak ze en ze kon het niet laten om bewondering te laten doorklinken in haar stem. “Ik ben nog maar pas met mijn training begonnen. Ik ben het ukkie van de hoop.” En hoewel ze lachte, keek ze toch een klein beetje bedrukt naar haar pootjes. De kleinste van de hoop zijn, zelfs de kleinste tussen de jongste apprentices, was namelijk niet aangenaam.
Beamspark
Member
★ 205 Actief A heart that’s broken
is a heart that’s been loved
Zijn oren spitsten haar richting op toen de kattin begon te spreken. “Eigenlijk zou je apprenticenaam gewoon Branchpaw moeten zijn en na verloop van tijd, als je warrior wordt, Branchpelt.” Zei ze waarna ze vervolgens er zelf om moest lachen. het duurde echter voor de kater wat langer voordat het binnen kwam. En even moest hij mee lachen. Hij moest toegeven, ze had wel gevoel voor humor. Of hij was gewoon gevoelig voor grappen. “Ik trek mijn woorden terug. Beampaw klinkt veel beter.” Gaf ze toe met een glimlach. Waardoor Beampaw er trots voor op moest kijken. Zijn moeder had hem zo genoemd aangezien de zon op hem en zijn zus aan het schijnen was. Misschien ook een geldige reden waarom zijn zusje Sunpaw heette. "Ik vind Lightpaw ook een mooie naam." Zei hij vervolgens. Tja, het was even aardig om het ook terug te zeggen, toch? "Het pas ook bij je. Je bent net..." Oi, hij was niet de beste in poëzie. "Een straal licht in mij leven," klonk dat niet een beetje te klef? Ze kenden elkaar maar een paar minuutjes. Maar hij voelde zich niet bedreigd of onderdukt. Ondanks het feit dat ze een WindClanner was. Een gesprekje met het poesje verliep soepeler dan hij van zichzelf verwacht had.
Lightpaw had voor heel even schrik gehad dat ze hem had beledigd met haar flauwe humor, maar dit leek niet het geval te zijn en ze glimlachte opgelucht zijnde toen de tom ook begon te lachen met haar grapje. Het had natuurlijk ook gewoon gekund dat hij het grapje niet grappig had gevonden, maar Lightpaw was het een beetje gewoon om van het ergste uit te gaan. Sinds haar vader niet meer naar haar om had willen kijken, had ze altijd al een bepaalde angst gehad om katten weg te jagen uit haar leven. En Beampaw was aardig, dus waarom zou ze hem niet in haar leven laten komen? Misschien bleven ze hier nog wel enkele weken en kon ze hem veel beter leren kennen. Ze merkte dat ze het een leuk vooruitzicht vond om de tom beter te leren kennen, ook al was hij ouder dan haar. Maar maakte leeftijd per se wat uit? Ze dacht van niet. Leopardpaw was immers ook ouder dan haar en Cloudgaze was veel ouder dan haar, maar ze had met beiden wel een goede band terwijl ze niet eens familie van haar waren. Cloudgaze beschouwde ze als haar pleegvader en Leopardpaw als een beste vriendin in wording. Of zoiets. Dat klonk raar. Lightpaw focuste zich weer op Beampaw en kon het niet laten om zachtjes te giechelen toen hij zijn woorden uitsprak. Ze voelde zich wel lichtelijk gevleid, ook al zou het voor een andere kat misschien raar of zelfs creepy overgekomen zijn. “Dan kan ik hetzelfde van jouw zeggen,” glimlachte ze. “Jouw naam is immers ook gebaseerd op een straal licht.” Het was apart dat ze een naam hadden die niet op elkaar leken, maar wel ongeveer dezelfde betekenis hadden. En dan zaten ze ook nog eens in een verschillende Clan! Hoe toevallig was dat? “Je moet vaker iets verzinnen op namen van katten,” mauwde ze glimlachend. “Je bent er erg goed in en je weet alvast hoe je een kat zich gevleid kan laten voelen.” Ze glimlachte liefjes naar hem. “Maar goed, genoeg over dat.” Ze grinnikte. “Wat was je eigenlijk aan het doen voordat ik je kwam storen? Aan het jagen? Vechttechnieken aan het oefenen?” Ze keek hem bij dat laatste een tikkeltje smekend aan. Stallionheart was nog niet aan het ingewikkelde onderdeel toegekomen, maar ze wilde al wel graag iets ingewikkelds leren.
Beamspark
Member
★ 205 Actief A heart that’s broken
is a heart that’s been loved
Het was wel duidelijk dat zijn woorden effect gaven op de andere kattin. Maar hij was immers vriendelijk aan het doen. Of werd het gezien als flirten? Beampaw hoopte van niet, het was een WindClanner, after all. Maar ergens leek het wel een leuk idee om de poes verder te vleien. Al had hij geen idee of dat zelfs wel een goed idee was. “Dan kan ik hetzelfde van jouw zeggen. Jouw naam is immers ook gebaseerd op een straal licht.” Zei ze vervolgens met een lieve glimlach. “Je moet vaker iets verzinnen op namen van katten. Je bent er erg goed in en je weet alvast hoe je een kat zich gevleid kan laten voelen.” Hij zwiepte met zijn staart. "Ik doe mijn best," antwoordde hij met een grappende toon. “Maar goed, genoeg over dat.” Begon ze een nieuw onderwerp met een grinnik. Waardoor de ThunderClanner zijn oren spitste. Hij had geen idee, maar met Lightpaw communiceren was veel gemakkelijker dan een gesprekje aangaan met zijn eigen Clangenoten. Het kon het feit zijn dat ze allebei Apprentices waren. Maar iets van haar trok hem naar haar toe, en hij wist niet precies wat. “Wat was je eigenlijk aan het doen voordat ik je kwam storen? Aan het jagen? Vechttechnieken aan het oefenen?” Die vraag was zelfs eentje voor zichzelf gericht. Wat wou hij precies in zulke hitte doen? "Ik wou even wandelen, je weet wel, mijn gedachtes verversen, als ik alleen ben krijg ik altijd inspiratie. Vooral op rustige plekken." Legde hij rustig uit. Voordat hij de WindClanner terug aankeek met een nieuwsgierige gloed in zijn ogen. "En wat doe jij hier?" Kaatste hij de vraag terug met een glimlach.
sorry for the honesty but I had to get this off my chest
Lightpaw kon het niet laten om even te giechelen op zijn grappende toon, maar klemde haar kaken al snel weer op elkaar. Ze vond het immers nog altijd een raar geluid als ze giechelde en bovendien was dat misschien ook niet meer gepast nu ze apprentice was, ook al was ze nog maar zes moons oud en praktisch gezien nog maar net af van haar kitten rank. Ze vond de vrijheid die ze had als apprentice echt heerlijk. Ze had als kitten zijnde eens een keertje hier proberen te ontsnappen, maar toen had Whitenight haar tegengehouden. Ze kon zich nog herinneren hoe bang ze toen wel niet was geweest, hoewel ze zich nu wat meer zelfzeker zou voelen als ze tegenover hem zou staan. En dan had ze natuurlijk nog Stallionheart die voor haar op kon komen als Whitenight het te bont zou maken. De tom had het immers niet echt op kittens gehad en Lightkit had echt schrik voor hem gehad. Hij had de boze uitstraling van een ShadowClanner gehad en ook een robuuster uiterlijk dan de meeste WindClan katten. Ze gaf een knikje ten teken dat ze hem begreep, hoewel zijzelf nooit echt vaak nood had aan rust. Ze was het gewend om zich in veel geluid te bevinden omdat het in de nursery altijd drukker was geweest, maar misschien was dat voor sommige katten juist een extra reden om zo snel mogelijk naar een rustige plek te kunnen gaan eenmaal dat ze apprentices waren. Zijzelf vond het vooral belangrijk dat ze zo snel mogelijk probeerde om op eigen benen te kunnen staan zonder dat ze iemand nodig had die haar ondersteunde of begeleidde. “Ik ben vooral aan het genieten van mijn vrijheid,” gaf ze toe. “Het is niet dat ik een hekel er aan had om in de nursery te zijn, maar op een gegeven moment word je echt nieuwsgierig naar hoe het territory er uit zou zien.” Ze glimlachte. “Ik ben in ons oude territory als eens ontsnapt samen met een Clanmate, maar toen kwamen we een queen tegen die ons terug had gebracht. En hier heb ik het eerlijk gezegd ook al eens geprobeerd, maar…” Er ging een korte huivering door haar lichaam heen. “Toen werd ik ook tegengehouden,” sprak ze, haar glimlach even wegstervend. “Maar nu ben ik gelukkig apprentice en heb ik daar geen last meer van!” Meteen keerde de vrolijkheid terug in haar houding. “Maar ik heb nog een hele training voor mij liggen. Ik denk dat jij niet meer lang aan je training bezig bent, wel dan?” Ze keek hem bewonderend aan.