I am the Devil of Pain here

Met ruime lange passen trippelde een rode kater met een wit befje door het bos. Met een kwade glimlach en bloed op zijn poten van een net gedoodde kat. De kater is kwaadaardig en slecht, door en door slecht. En als je het nog niet wist, Zijn naam is Ty.

Ty genoot van het moorden van de kat. ''Your life is my heaven, But my live is your hell.'' zei hij toen hij de poes doodde. Hij genoot van elke moord, Van elke poes en een leven verwoesten. Met een gemene glimlach trippelde de rode kater door het bos. Tot een kat tegen hem aanbotste. ''Wat krijgen we nou.'' siste hij kwaad. Hij sprong op de kat. ''Kun je niet uitkijken Mousebrain!'' siste hij kwaad en zette zijn lange nagels in de schouders van de kat. ''Vertel op! Wat doe je hier!'' siste hij terwijl hij van de kat afsprong en het bloed van zijn nagels en poten aflikte. Toen hij daarmee klaar was keek hij de kat aan. ''Jij bent vast een Kittypet zonder halsband.'' beledigde hij de kat. en grijnsde naar de kat.

--Voor iedereen die zin heeft in verwondingen van Ty >3--

Rustig tripelde een zwarte kater door het bos. Hij wist dat dit vragen om problemen was. Maar zijn honger naar avontuur was te groot. Plotseling stond hij stokstijf stil. Daar lag een dode poes. Bloed stroomde uit grote wonden. Wie kon dat op zijn geweten hebben? Woedend begon hij te sissen. In de verte zag hij bosjes ritselen. Dat was vast de dader. Hij wist niet wie of wat daar zat maar stormde er heen. Hard botste hij tegen een rode kater aan. 'Wat krijgen we nou.'' siste de kater kwaad. Geschrokken liep hij achter uit. Hij wist niet dat daar een tak lag en struikelde. Hij viel op zijn rug. De kater kwam naar hem toe. Hij voelde hoe de kat op zijn onbeschermde buik lande. ''Kun je niet uitkijken Mousebrain!'' site de kater kwaad. Hij voelde hoe lange nagels diep zijn schouder ingingen. Zijn gezicht vertrok van de pijn maar hij durfde geen geluid te maken. Waarom was hij ook zo dom geweest om het bos in te gaan. ''Vertel op! Wat doe je hier!'' siste de kat toen hij van hem afsprong. Hij durfde niks te zeggen. Bang dat als hij iets verkeerds zei de kater weer zou aanvallen. Dus bleef hij maar zwijgen. ''Jij bent vast een Kittypet zonder halsband.' Zei de kater. Nog steeds durfde hij niks te zeggen. Hij probeerde ondertussen overeind te krabelen. Hij zag hoe de kat naar hem grijnsde. Dat kon hij niet verdragen en woedend sprong hij naar de kat. Alleen was hij niet getraind en had hij verkeerd gemikt. Hij viel languit op zijn buik op de grond. Gehaast krabelde hij weer overeind. Hij keek de kat recht in zijn kille ogen.

-verwonden mag maar hij hoeft niet dood-