Perdi sloop door de weides. Ze had hier vele katten geroken. Een onheilspellend gevoel kroop door haar vacht. Ze wist niet waarom, maar ze vond het hier veel te open. Snel sprintte ze naar een begroeid stukje. Daar was het al een stuk beschutter, maar toch bleef het nare gevoel bij haar. Ze schudde haar vacht. Plotseling schotten al haar haren in haar vacht overeind. Ze had een geur geroken, eentje die ze nooit meer wilde ruiken. De geur stond in haar hersens gegroefd, ze zou hem uit duizenden herkennen. De geur van haar oude rogue groep. Ze kwamen haar halen. Ze zou worden gestraft, omdat ze het zusje van haar beste vriendin had vermoord. Waren ze er dan toch achter gekomen? Perdi had al haar eigen sporen uitgewist, de rode kater had volledig de schuld gekregen. Hoe kon het dan dat.. "Wat doe je hier?" bromde een lage stem. Perdi draaide zich om en sprong direct in de gevechtshouding. Ze had te weinig tijd om in de kat voor haar goed te kunnen herkennen wie het was, maar de laatste keer dat ze in de groep was geweest was ook al bijna zes manen geleden. Hoe dan ook, het uit praten was geen opties. De groep kende geen genade. Nooit.