Dit was de allereerste keer dat Eaglestrike een Apprentice moest gaan trainen. Niet dat ze bang was dat ze een slechte mentor zou zijn. Nee zeker niet, ze zou haar best doen om haar leerling alles te leren wat zij ook weet. Van vechten tot patrouilleren en jagen. Maar nu eerst wou ze Winterpaw de grens laten zien van de riverclan en windclan. Ze wou dat Winterpaw de geur goed zou onthouden, en dat ze wist dat ze hier zeker nooit overheen mocht lopen. Rustig liep ze te ijsberen, wachtend op haar Apprentice die nog komen moest. Ze zou vast ergens aan het spelen zijn, of misschien zit ze nog ergens bij haar moeder of vader. Ze had geen idee, alleen enkel dat ze te laat was voor haar eerste training. De basis van alles, de grneslijn. Die moest iedereen weten. Wanneer je die niet wist, was je verdoomt dan had je een kans dat je zonder dat je het wist zo over de grens zou gaan lopen zonder te weten dat je aan gevallen kon gaan worden door anderen. Ze wist nog wel dat zij voor het eerst haar training kreeg. Haar werd geleerd dat je niets kon oplossen met vechten, maar met praten. Maar de meeste katten willen niet praten, die willen vechten. Laatst nog, toen had ze een rogue weggejaagd bij de grens. Hij kwam te dicht bij. Ze had kunnen zeggen; Hé, wil je misschien aan de kant gaan? maar dat deed ze niet. Nee ze ging er met een grote boog op hem springen, zei dat ze hem hier niet meer wilde zien en katte hem nogal af. Natuurlijk niet wat je verwacht had, van haar. Maar ze moest toch iets. Rogue's zijn meestal erg koppig, en gaan hun eigen weg. enkel en alleen omdat ze van het platteland komen. Zij hoeven niet te jagen, enkel te wachten tot hun voederbak word gevuld met smaakloze troep. Dan kun je toch beter in een clan zitten waar je vers voedsel van de stapel kan halen zodra je trek hebt. Een grinnikt omringde haar lippen. ''Waar blijft ze toch.'' Ontsnapte er vervolgens uit haar mond gevolgd door een diepe zucht.