Quinty 1249
| |
| Onderwerp: Lost and found again vr 14 apr 2017 - 14:16 | |
| Haar leven was ... vreemd gelopen. Iedereen die haar nu zou tegen komen, zou zeggen dat ze een agressieve, doorgewinterde kattin was die haar leven zou geven voor Bloodclan. Maar als ze ook maar eens wisten hoe ze was toen ze nog in Riverclan zat. Hoe verlegen en teruggetrokken ze toen was. Hoe Cinderfall haar uit dr schulp had getrokken en haar voor het eerst het gevoel gaf dat ze geliefd was. Dat was misschien wel het ergste dat ze mistte, het gevoel om geliefd te zijn. Binnen Bloodclan was niemand echt geliefd, je stond op jezelf en af en toe werd er van je verwacht dat je binnen de Clan iets met iemand anders deed. Vaak probeerde ze dan ook te ontsnappen aan dat eenzame gevoel door in de Rogue gebieden te gaan struinen.
Zo ook vandaag, maar nu was ze meer in de buurt van de Twolegs gekomen. Geen slimme zet, dat wist ze zelf ook wel, aangezien er genoeg twolegs waren die een kat wilde meenemen of kleine twolegs die aan je vacht zaten met van die vieze plak handjes. Toch wist ze, met haar ruw uitziende uiterlijk, best veel van zich af te houden. Lostvoice keek eventjes om zich heen. Ze zat op een muur, terwijl een haar honden, vast aan een stuk touw van een Twolegs, naar haar probeerde uit te houden. Ze grinnikte zachtjes en ging door met haar pootje te wassen. Het leven was simpel momenteel. Ze had minder regels om mee te leven in Bloodclan, dan dat ze ooit had gedaan in Riverclan. Een tweede hond deed een poging om bij haar pluizige witte staart te komen, maar snel trok ze deze weer in. Not today, little dog fella, not today. Ze glimlachte eventjes en sprong van het muurtje af, om met een simpele tred verder door de twoleg plaatsen te struinen.
Ze slaakte een harde "mrauw" toen er opeens twee handen onder haar buik werden geplaatst en ze draaide zich woest om. Met haar scherpe klauwen haalde ze uit naar diegene die haar vast had, terwijl ze haar achterpoten tegen de pols van de handen zetten. De man die haar vast had slaakte een kreet, maar liet haar niet los. De laag die om de handen heen zat beschermde hem voor haar klauwen en dat maakte haar nog woester. Ze blies naar de man, deed nog een poging om zijn handen kapot te krabben, maar kwam niet verder. Ze werd bij haar poten vast gepakt en in een kooi gegooid, waar ze met een harde klap op de grond terecht kwam. Ze slaakte een jammerende miauw, voordat het deurtje dicht ging en ze vast zat. De kooi begon te trillen en snel zetten Lostvoiceh aar klauwen in de metalen ondergrond, terwijl ze in beweging kwamen en ze verdween uit de Twolegs plaats.
A short time later
Lostvoice gromde en weigerde om het stinkende eten dat voor haar neus stond op te eten. Ze was haar halsband kwijt en keek door het metalen hekje naar buiten toe. Andere katten hier hadden haar verteld dat ze in een asiel zat en zat ze aan het wachten waren totdat er een twoleg was, of mensen zoals zij hen noemde, die haar zou adopteren. Dan zou ze een huiskat worden. Haar witte vacht stond woest overeind en ze was in een korte tijd flink vermagerd, nog meer dan dat ze voorheen al was. Ze vroeg zich af of er katten in Bloodclan waren die haar kwijt waren, maar ze had geen idee. Erg geliefd was ze niet binnen Bloodclan immers. De witte kattin zuchtte zachtjes en voor de zoveelste dag op een rij viel ze hongerig in slaap.
Het was een wat oudere, vrouwelijke, twoleg die haar eruit haalde. Ze had een vriendelijke glimlach op haar gezicht, maar in haar ogen kon Lostvoice zien dat er niets van vriendelijkheid in zat. Ze blies dan ook zwaar toen ze uit haar kooitje werd gehaald en wilde uithalen met haar klauw, maar al snel zat ze weer in een nieuwe kooi en kon ze weer nergens heen. Ze legde zich er voor nu maar eventjes bij neer. Lostvoice luisterde niet eens meer naar wat de mensen aan het zeggen waren. Ze had gewoon honger en wilde weg hier.
Het huis rook vreemd, ze wist niet waarom, maar het beviel haar niet. Ze rook andere katten, maar kon er geen zien. Al snel voelde ze hoe het oudere mens een halsband om haar nek deed. Ze gromde en grauwde, maar kon er weinig tegen doen. Toch doken haar oortjes in d'r nek toen ze opeens bij een andere naam werd genoemd; Dutchess. Een huivering gleed over haar rug heen en ze voelde zich misselijk, maar dat kon ook komen door de honger die aan haar knaagde. Ze legde zichzelf er dan ook maar bij neer toen ze kittypet voer voor haar neus kreeg. Ze zat vast in een huis, had een vreemde halsband om en een nieuwe naam. Ze was nu dus een kittypet. Ze was nu Dutchess. She was lost ... and found again.
[+Hestia]
|
|