Met slome passen liep de zwarte kater het kamp uit. Zijn blik was strak vooruit gericht terwijl hij zichzelf door het WindClanterritorium naar de Twolegplace baande. Hij had zonet weer gevochten met een kat, nou ja, nog niet precies. Het was niet dat hij zo'n kort lontje had. Maar je kon gewoon niet met hem spotten zonder in de problemen te komen. En hoewel de andere kat er zeker naar vroeg, hij bleef rustig. En blijkbaar maakte dat de situatie erger. Kittengedrag, vond hij het.
En dat was zowat de reden dat hij vlak na Sunhigh uit het kamp geglipt was. Hij had beloofd wat te gaan jagen. Maar immers was hij geen Apprentice meer, en zeker geen slaaf. Hij liet een zachte grauw horen bij de gedachte van de WindClan. Hoe lang zat hij vast in de kooi van schaamte? Zo'n 30 manen? Hij was er tenminste blij dat hij zichzelf weer kon zijn. Niet meer die deprimerende kater dat over zijn eigen poten struikelde. Opmerkingen van anderen katten hadden zijn karakter de laatste tijd verergerd. Wat was precies wat ze wouden? Eerst vonden ze zijn vorige zelf irritant en nutteloos. En nu dat hij door de laatste duw veranderd was vertrouwden ze hem niet meer? Dat hij een verrader was. Oh please.