Stinson liep door het dichtbegroeide deel van het bos vlakbij de twolegs place. Hij wist wat er niet heel veel twolegs kwamen, behalve als ze bijvoorbeeld met een hond liepen. Maar hij had nu geen zin in om honden aan te vallen. Hij was uit op wat vlees van eekhoorns en muizen. Stinson houdt ervan om te jagen en om vooral prooien te doden en op te eten. Al had hij dat al lang niet meer gedaan, liep het water al in zijn bek. Hij hoopte dat hij iets zou vangen dat goed verzadigd was. Hij stond stil en rook heel goed. "Volgens mij heb ik al wat gevonden, ik ruik namelijk een vogel.". Het water liep hem al in de mond en hij sloop op de aroma af, in de hoop dat het vogeltje niks doorhad. hij sloop steeds dichter bij achter de rug van het vogeltje met zijn vlijmscherpe klauwen al in de grond, en het vogeltje nietsvermoedend op zijn nabije dood. Stinson sprong vol op het vogeltje en drukte met zijn poot het vogeltje tegen de grond, met zijn klauwen in de rug van het vogeltje. Hij beet met zijn tanden keihard in de nek van het vogeltje zodat het doodging. Stinson legde het vogeltje op de grond en inhaleerde de aroma van het verse bloed. kijk eens aan, hij is lekker vetgemest door de twolegs. Ik heb gehoord namelijk dat die twolegs allemaal zaden in touwtjes vlakbij elkaar in een besachtige vorm deden..Hij nam het vogeltje mee naar het kamp en ging weer verder jagen in het dichtbegroeide bosgebied.