|
| Miss Psycho Unicorn 1191
| |
| Onderwerp: [Story] The Perfect Soul vr 19 aug 2011 - 14:05 | |
| The Perfect Soul Dit is een idee dat ik al heel erg lang had, en ik heb er ook al eens eerder een verhaal over geschreven. Jammer genoeg heb ik het toen nooit afgemaakt, omdat mijn inspiratie opraakte en de zin erin verdween. Maar nu heb ik toch besloten om er weer verder mee te gaan; of ja, opnieuw te beginnen. Het idee is nog ongeveer het zelfde, alleen wat meer uitgewerkt. Hierbij zeg ik ook dat ik stop met mijn andere verhaal; dat was gewoon te langdradig en ingewikkeld. En ik vond het ook niet meer leuk, omdat mijn plannen er steeds maar mee veranderden en ik het aan het einde helemaal niet meer origineel, of leuk vond. Het hele idee gewoon niet. Maar dit idee is anders, en - hopelijk - geheel mijn eigen creatie. Ik hoop dat jullie het leuk vinden, en reactie's zouden leuk zijn! Natuurlijk vind ik het ook prettig als mensen mij tips of opbouwende kritiek konden geven, zodat ik mijn schrijfstijl kan aanpassen en verbeteren. Ik bedoel hiermee niet dat ik kritiek wil waar ik echt niets mee kan doen, daar maak je me alleen maar geïrriteerd mee [Derp]. Bedankt voor het lezen!
- Chapter 1:
Het enige geluid dat de stilte durfde te breken in de donkere kamer was een wekker, maar deze werd genegeerd. Of ja, tot een bepaalde tijd. Het was duidelijk dat de persoon hem wel hoorde; aan zijn gefrustreerde rolgedrag in bed te zien. Uiteindelijk kwam er een hand onder het deken uit, die op tast zocht naar de wekker. Deze eenmaal gevonden moest hij nog naar het desbetreffende knopje zoeken om hem uit te zetten. Eenmaal uitgezet vervolgde de persoon zijn eerdere bezigheid: slapen. Het duurde een kwartier voor hij weer wakker was, wild de deken van zich afsloeg en een scheldreeks liet horen. Hij sprong zijn bed zowat uit, rende naar zijn kast. In een overhaaste poging wat normale kleren te pakken realiseerde hij zich dat hij de kleuren niet goed kon zien; geen licht. Nog een keer scheldend liep hij naar het raam toe, opende de gordijnen met een harde ruk. Net op hetzelfde moment ging de deur van de kamer open, bleef een meisje in de deur opening staan. Hij negeerde haar, leek alsof hij het gewend was. ‘Ga je me weer negeren?’ haar plagende en speelse toon was onmisbaar, maar een antwoord kreeg ze niet. Verveeld omdat ze niet opgemerkt werd liep ze naar hem toe, keek in zijn kast. Ze wees naar een shirt. ‘Trek die gewoon aan met een spijkerbroek, niemand zal ooit zien dat je je verslapen hebt. Tenzij je vergeet je haren te doen, natuurlijk.’ De jongen, die deed alsof hij haar negeerde, pakte toch het shirt; trok het snel aan. Het meisje duwde een spijkerbroek in zijn handen. ‘Hier, onderbroeken jongen,’ grijnsde ze. Hij rolde met zijn ogen, zei nog steeds niets. Na ook nog snel een paar sokken aan te hebben gedaan racete hij zijn kamer uit, rende de trap af en herstelde zichzelf zodat hij rustig de keuken in kon lopen. Met een geforceerde glimlach knikte hij naar de twee volwassenen aan tafel. Een vrouw wees naar een bord, voegde er ook wat woorden aan toe: ‘Aangezien je je had verslapen had ik Isabelle maar gestuurd, en heb ik alvast wat voor je klaargemaakt. En doe wat aan je haar, het ziet er niet uit.’ De jongen knikte vluchtig. Hij nam niet de tijd om aan de tafel te zitten, pakte gewoon het glas dat er stond en dronk het een keer leeg, om vervolgens zijn mond af te vegen met de rug van zijn hand. De boterham pakte hij op, waarna hij hem in zijn mond propte. Het eenmaal doorgeslikt te hebben hoestte hij eventjes, weer te overhaast gedaan. ‘Hoe vaak moet ik het nog zeggen, Brycon. Als je zo blijft eten stik je nog eens een keertje,’ merkte de man aan tafel op. De jongen, die de naam Brycon droeg, negeerde opnieuw weer iemand en rende toen de keuken uit; botste tegen iemand in de gang op. Er klonk een gedempte gil en daarna een plof. Met grote ogen keek hij op haar neer. Ondanks dat hij het gewend was zich te verslapen; was hij nog nooit tegen iemand op gebotst. Ze schonk hem een felle blik, was overduidelijk niet blij. ‘Kijk uit je doppen, oen,’ siste ze, waarna ze opstond. Hij rolde met zijn ogen, ging weer verder met zijn overhaaste gedoe. Hij had zijn schoenen in no time aan, de dingen waren oud en versleten; zijn voeten gleden er zo in. Hij sloeg zijn rugzak over een schouder, wou de deur uitgaan. Een hand pakte zijn arm vast, hij draaide zich een kwartslag keek met gefronste wenkbrauwen naar het meisje dat haar schoenen zo snel mogelijk probeerde aan te doen. ‘Wat?’ was het eerste woord dat hij over zijn lippen liet komen deze ochtend. Ze keek op, met een glimlach. ‘Wacht eventjes op me, dan lopen we samen naar school.’ Met de hand, waarvan de arm niet vastgehouden werd, ging hij door zijn haar; kon geen nee zeggen, dus zei hij maar niets. Het meisje riep nog iets, het huis in, toen ze allebei naar buiten gingen en zij de deur achter zich dicht deed. Ze keek met een opgetrokken wenkbrauw naar Brycon. ‘Je hebt je tanden toch wel gepoetst hè?’ De jongen keek haar plagend aan, tikte tegen haar voorhoofd. ‘Één woord: kauwgom. Nou, ook een berg pepermuntjes. Maar ik had geen tijd, dus niet zeuren,’ was zijn antwoord. Het meisje rolde met haar ogen, sloeg haar arm om de zijne. Ze kreeg een geïrriteerde blik van zijn kant, maar negeerde hem. ‘Blijf van me af,’ siste hij waarna hij zich bevrijdde uit haar greep. ‘We zijn broer en zus, dus doe niet net alsof ik je vriendje ben.’ ‘Je bent mijn broer niet. Je bent geadopteerd, meer niet. Dus in principe zijn we geen familie, en kan ik je gewoon behandelen zoals ik wil. En er bestaat ook zoiets als incest, maar dat komt hier niet eens van toepassing,’ merkte ze op. ‘Maar als ze dat zouden weten – Je moet me gewoon niet aanraken, oké?’ Isabelle grinnikte, dat ontwijkende gedrag had ze altijd leuk gevonden. En daarom bleef ze hem ook altijd maar aanraken. Als ze echt familie van elkaar waren geweest had ze het wellicht niet gedaan, maar hij was haar familie niet. En daarom vond ze het juist zo leuk om hem te plagen. Maar het leukste aan alles was nog; dat hij er soms verlegen onder werd. En daar genoot ze altijd van. Die blos die hij uit man en macht probeerde te verbergen door weg te kijken, de glim in zijn ogen. Wat waren jongens toch gemakkelijk bespeelbaar.
Eenmaal door de poort van school liep de jongen gelijk bij haar weg. Zuchtend schudde ze haar hoofd, waarna ze ook maar haar eigen weg ging; naar haar vriendinnen die haar altijd zo dom aan stonden te kijken als ze samen met hem naar school liep. Maar ach, het was gezellig, ze had haar nodige vermaak aan hem; en mocht er iets gebeuren, dan kon ze altijd hem nog de schuld geven. Zo erg vond ze het niet. Eenmaal bij haar vriendinnen negeerde ze het gewoon en praatte met ze over van alles en nog wat. Kon het haar wat schelen hoe ze erover dachten. Brycon ging er echter ander mee om, maar dat kwam ook mede doordat zijn vrienden er anders op reageerden. Ze deden altijd net alsof hij een of andere pooier was, vroegen hem soms ook of ze een goed woordje voor hun konden tegenover Isabelle. Maar hij vergaf het hun wel, want als hij haar stiefbroer niet was geweest had hij het vast ook gedaan. Isabelle had werkelijk alles waarvan een jongen kon dromen, of ja; qua het uiterlijk. Haar innerlijk vond hij maar uiterst irritant. Ze had een mooi figuur, was niet te klein; echt zo’n modelletjes figuur. Lange blonde haren en donkerbruine ogen. En haar huid was dan ook nog eens licht getint omdat haar hobby zonnen was. Als jongen kon je niet om meer vragen. De bel ging, dus iedereen ging het schoolgebouw in. Iedereen liep naar het desbetreffende lokaal, om zich daar te gaan vervelen tijdens te les; tenzij het een studiebol was die wel oplette. Brycon was dat dus niet. Ja, hij kon wel slim zijn; als hij daar de behoefte voor voelde. Maar zijn enige bezigheden tijdens de lessen waren; tekeningetjes maken in zijn schrift, propjes schieten tegen mensen, met andere mensen praten en allemaal van dat soort pogingen om de tijd te doden. Met zijn hoofd steunend op zijn hand, krabbelde hij wat met zijn pen in zijn schrift. Eerste les was een les met de mentor, de saaiste van allemaal. ‘Iedereen, eventjes luisteren. Zoals jullie weten komt vandaag onze nieuwe leerling in de klas. Wees alsjeblieft vriendelijk tegen hem, ja ik weet hoe jullie zijn.’ Nog steeds keek hij niet op, vond het wel welletjes. Maar toch won zijn nieuwsgierigheid het toen hij voetstappen hoorde voor in het lokaal. Langzaam keek hij op, bekeek de nieuweling. Jongen, blond haar, blauwe ogen… En kleren, maar die waren niet interessant. Maar iets beangstigde hem toen de jongen de klas inkeek; hij keek hem recht aan met die ijsblauwe ogen van hem. Hij klemde zijn kaken op elkaar, wat moest die gast van hem? Hij kende hem niet eens. ‘Ik ben Vincent. Vincent Lumière, maar mijn vrienden noemen me Vinny. Dus lijkt het me wel toepasselijk als jullie me ook zo zouden noemen.’ De vrouw knikte, zei iets tegen hem en wees ergens naar. Voor een paar tellen meende Brycon dat de vinger op hem was gericht, maar het was naar de plaats achter hem. Vincent persoon, zo noemde hij hem dan in zijn gedachtes, liep gehoorzaam naar de plek en ging er zitten; maar bleef nog steeds naar Brycon kijken de hele tijd. Een gevoel van onbehagen bekroop de jongen, voor een paar tellen had hij zichzelf geprobeerd te kalmeren door heel droogjes te denken dat hij homo was of zo. Maar die blik vertelde toch iets anders, en hij had de grootste moeite zijn huiveringen voor zich te houden; aangezien hij de hele dag werd aangekeken door die Vincent. Wat moest die gast in godsnaam van hem?
- Chapter 2:
Met een geërgerde uitdrukking op zijn gezicht stond hij te wachten, overduidelijk ongeduldig. Het was zo dat hij altijd met zijn stief zusje had afgesproken bij de poort van de school, konden ze samen naar huis lopen. Maar ze was zoals gewoonlijk weer te laat. Normaal vond hij het niet erg, deed hij wel iets anders om de tijd te doden. Maar hij wou weg, zo snel mogelijk. Hij had dat Vincent persoontje nog niet het school terrein zien verlaten, dus hij moest hier vast nog zijn. En door die blik die de hele tijd op hem gericht werd van de jongen zijn kant… Hij kon het niet meer in zich houden en huiverde zachtjes, sloot zijn ogen. Waarom moest hij nou perse het doelwit zijn, of ja… Zo voelde hij zich. Zijn ogen werden groter, hij klemde zijn kaken op elkaar om niet te gaan schreeuwen en staarde nogal dom naar de twee. Liep Isabelle nou samen met… Hem?! Dat kon je niet menen! Wat moest ze van die gast, en wat moest die gast van haar? Hij balde zijn handen tot vuisten, kneep zo hard dat zijn knokkels wit kleurden. Met tot spleetjes geknepen ogen keek hij naar de twee. Geweldig, twee personen die hij niet kon uitstaan leken elkaar dus aardig te vinden. Toen Isabelle hem opmerkte zwaaide ze blij naar hem. Hij rolde met zijn ogen. Hou je toch niet van de domme kreng, dacht hij fel, terwijl hij het ook overbracht met zijn verbitterde blik. Voor hem bleven de twee staan, keken hem allebei met een glimlach aan. Hij voelde zich licht geïntimideerd, niet zo zeer door Isabelle; zij was een kop kleiner dan hem. Maar Vincent was groter, niet zoveel… Maar wel groter. De jongen sloeg een arm om hem heen, glimlachte nog steeds naar hem. Overduidelijk niet blij met het lichamelijk contact wendde hij zijn blik af, maar hij wou niet dom overkomen door zich te bevrijdden uit zijn greep; dan zou de jongen er vast nog meer plezier aan beleven. Isabelle keek naar de blonde jongen, leek hem iets te vragen met haar blik. Vincent haalde diep adem, waarna hij begon te spreken: ‘Je hebt gelijk, hij ís indrukwekkend. Maar waarom geef je hem aan mij?’ Nu bevrijdde hij zich dus wel uit de greep, wees naar de twee en keek met grote ogen naar ze. ‘Waar hebben jullie het over, ik ben niet zomaar een handelsobject!’ zijn stem schoot over, maar dat deerde hem niet. De twee begonnen te lachen, en hard ook. Isabelle stapte op hem af, legde een hand op zijn schouder. ‘Rustig maar, Brycon. We gaan je niet verhandelen alsof je een of andere hoer bent hoor. Hoewel me dat wel grappig zou lijken, maar je reactie was al onbetaalbaar,’ grijnsde ze geamuseerd. ‘W-Waar heb je het dan over?...’ Ineens veranderde hij van houding, niet meer onzeker, ‘Kreng dat je bent, je speelt gewoon weer spelletjes met me. Denk je nou serieus dat ik daar nog intrap?’ siste hij kwaad. Quasi-onschuldig hield het meisje haar hoofd schuin en legde ze haar wijsvinger op haar kin. ‘Ik weet niet waar je het over hebt hoor,’ sprak ze met een poeslief. Hardhandig sloeg hij haar hand van zijn schouder af. Ietwat geschrokken van zijn reactie keek ze hem aan. ‘Ho ho, rustig jullie twee. Isabelle, je leer het ook nooit hè? Nou, Brycon… Luister, we hebben je veel te vertellen. En het is van belang dat je meewerkt, oké?’ Kwam de blonde jongen tussen beiden. Grappig genoeg rolden ze allebei vrijwel tegelijkertijd met hun ogen, en hun gedachtes waren ook zowat identiek. Ze kwamen uiteindelijk toch op hetzelfde neer: Vincent speelt meneertje goedzak. Beiden keken hem chagrijnig aan. Isabelle sloeg haar armen over elkaar, keek weg met haar kin in de lucht gestoken. Brycon deed gewoon zijn handen in zijn zakken en probeerde zelfbeheersing te tonen; ja hij wou ze allebei een klap geven, Vincent misschien nog meer dan Isabelle. ‘Ik geef hem aan jou, omdat ik hem niet mag. Plus dat ik al iemand anders op het oog heb, iemand waarmee ik wél overweg kan,’ beantwoordde het meisje de vraag nogal laat, maar haar woorden waren meer op de bruinharige jongen gericht dan de blonde. Ineens maakte Brycon een nogal vreemd kreun geluid, gedroeg zich net als een klein kind. ‘Waar hebben jullie het nou over?’ zijn stem was zowat smekend, alsof hij niet meer kon wachten om het te weten. Isabelle trok een wenkbrauw op, terwijl Vincent hem met een gefronst voorhoofd aankeek. ‘Oké, ik snap nu waarom je hem niet meer wilt. Maar ik denk dat hij een uit duizenden is, nou deze kans is. Laten we naar jouw huis gaan Isabelle, dan leggen we het hem daar uit.’ ‘Is goed, míjn “ouders” zijn toch nooit thuis.’
Ze zaten in de woonkamer. Hij voelde zich ongemakkelijk tussen de twee. Ze fluisterden dingen tegen elkaar, keken naar hem en lachten dan weer. Isabelle had aangeboden wat te drinken te halen, dus was ze naar de keuken gegaan. Aarzelend richtte Byrcon zich tot de blonde jongen. Hij keek hem enkel vragend aan, durfde het eigenlijk niet te vragen. De ander keek hem enkel met een zelfverzekerde glimlach aan. En zijn ogen gleden wel erg vaak over hem heen, wat hem nerveus maakte. Hij wendde zijn blik weer af, voor het eerst in zijn leven wenste hij dat Isabelle er was, enkel om die spanning weg te halen. ‘Ik kon niets vinden, dus heb ik maar cola gepakt. Sorry, jongens; geen bier vandaag,’ kwam ze blij de kamer in lopen met drie glazen, die ze nogal onhandig vasthield. Ze zette ze neer op het tafeltje, ging vervolgens naast haar stiefbroer zitten, leunde opzettelijk een beetje tegen hem aan. Hij keek strak naar beneden, zei niets, deed niets. Hij was niet in staat om iets te doen. Hij voelde zich niet fijn onder de blik van de jongen, en stiekem vond hij het wel fijn dat Isabelle tegen hem op leunde; het had iets vertrouwds en veiligs. ‘Nou, waar beginnen we?’ ‘Bij het begin. En vertel jij het maar, hij luistert vast eerder naar jou.’ Het meisje haalde haar schouder op, haalde toen diep adem en begon maar aan haar verhaal. ‘Oké, als jij denkt dat hij überhaupt luistert naar een van ons.’ Brycon had echter nog steeds zijn blik op de grond gericht, met een bezorgde frons op zijn voorhoofd, hij wist niet wat hij hiervan moest denken. Maar het enige wat hij nu kon doen was luisteren naar het meisje, misschien dat er dan wat meer duidelijkheid zou zijn over al dit… Vage gedoe. ‘Nou, je kent wel die dingen over de hel en de hemel. En natuurlijk geloof je er niet in; maar geloof me wel als ze echt bestaan. En over God en Satan? Dat ligt wat ingewikkelder… Maar die zijn ook echt… Soort van. En je zult ons pas echt geloven als je het hebt gezien, maar je zult hun waarschijnlijk nooit kunnen zien. Dus dat spijt me voor je. Maar waar was ik gebleven; hel en hemel. Nou, de hemel heb ik weinig over te zeggen, het is gewoon een paradijsje daarzo. Maar de hel, die wil je het liefste vermijden, dus leef een goed leven. Maar nou komt er iets speciaals, en de reden van ons bestaan,’ ze stopte eventjes, knikte een keer richting Vincent en richtte zich toen weer tot de bruinharige jongen, ‘Het begon met dat mensen probeerden te ontsnappen uit de hel, natuurlijk zonder succes. Maar op een gegeven moment wist toch iemand een breuk te vinden, een soort van portaal kun je het noemen, terug naar onze wereld. Ze kwamen in onze wereld, hierzo, maar het was al snel duidelijk dat ze onstabiel waren. Ze overleefden het niet langer dan vierentwintig uur, werden dan weer bruut terug gezogen naar de hel. Dus zo erg was het in het begin niet. Maar uiteindelijk wist toch weer iemand anders iets te bedenken; hij vond een levende menselijke ziel. We weten nog steeds niet hoe ze het precies doen; maar ze versmelten vreemd genoeg hun zielen met elkaar, zodat ze allebei op de aarde kunnen blijven. Maar de mensen van de hel kunnen onnatuurlijke dingen, ze zijn dus levensgevaarlijk. En daarom gaan levenden ook contracten met ze aan; om zo hogerop te komen door te profiteren van hun bovennatuurlijke krachten. De wereld werd hierdoor zelf instabiel, en dat kon gewoon niet. En toen zijn wij gekomen.’ Ze stopte eventjes, probeerde een reactie te peilen van Brycon, maar deze staarde nog steeds al fronsend naar de grond. Ze leek een momentje bezorgd, maar ging uiteindelijk maar weer verder. ‘Levenden die een contract aangingen met iemand van hel, en mensen van hel die een contract aangingen met een levenden worden Contracters genoemd. Als eerste werd mijn soort gecreëerd: de Reapers. Wij zijn instaat om mensen van de hel te verwonden, ze zodanig uit te schakelen zodat we ze terug konden sturen naar de hel. Maar vreemd genoeg werd ook altijd de levende meegenomen naar de hel; maar dit kwam waarschijnlijk door het feit dat hun zielen versmolten waren. Maar we konden er helaas niets tegen doen. Maar… Er kwamen al snel andere problemen.’ Ze zweeg, leek het er moeilijk mee te hebben. Ze haalde weer diep adem, vervolgde uiteindelijk toch weer: ‘De levenden begonnen ons aan te vallen, en wij waren niet instaat om hun te verwonden, dat ging tegen onze regels in. Dus werd er een nieuw soort ontwikkeld: de Breakers. Deze zijn instaat om alle Contracters terug te sturen naar de hel, en ze daarvoor uit te schakelen. Nu wordt iedere Reaper bij een Breaker gezet, vanwege veiligheids redenen. Reapers gaan nu op pad om mensen die pas uit de hel zijn gekomen terug te sturen zodat ze geen contract kunnen aangaan met anderen. Breakers schakelen de Contracters uit. Ze werken als een team. Maar omdat je niet eeuwig maar nieuwe kunt blijven creëren hebben ze ons de mogelijkheid gegeven zelf onze opvolgers te zoeken, onze leerlingen. Maar deze leerlingen moeten iets hebben dat ons aanspreekt; hun ziel. En Brycon, jouw ziel is perfect… Ik weet niet waarom, maar hij is perfect. En daarom willen we je graag een Breaker maken, zodat je ons kunt helpen. Vincent zal je mentor worden, hij zal je alle kneepjes van het vak leren… Mits je het natuurlijk wilt, als je het niet wilt kun je altijd nee zeggen. Wij staan onder het commando van de Heer, wij kunnen niemand dwingen zich bij ons aan te sluiten.’ De jongen had de hele tijd zitten staren naar de grond. Uiteindelijk, na een minuut, slaakte hij een diepe zucht. Hij keek Isabelle aan. ‘Je weet dat dit allemaal heel erg ongeloofwaardig overkomt hè?’ Het meisje knikte, pakte zijn arm vast, leek hem haast te smeken om ja te zeggen. ‘Maar meer hebben we niet, we kunnen je enkel bewijs laten zien als je ja zegt. Nu kunnen we je alleen ons verhaal geven, meer niet… Maar alsjeblieft, Brycon, je bent gewoon perfect.’ Haar stem klonk hees, maar ook verlangend. Hij wendde zijn blik af, keek naar Vincent. Deze knikte naar hem. ‘Meer hebben we niet, tot dit punt. Tenzij je bereid bent om verder te gaan,’ bevestigde de blonde jongen haar verhaal. Isabelle bleef zijn arm vasthouden, hem met die smekende blik aankijken. Vincent schonk hem enkel een zwak lachje. Wat moest hij hiervan denken? Het klonk allemaal zo ongeloofwaardig. Maar ach, wat bereikte hij als hij nee zei? Als hij ja zei kon hij tenminste erachter komen of alles de waarheid was, en anders kregen hun gewoon hun zin. Als zij er blij van werden, kon het hem wat schelen. Hij haalde diep adem, keek uit eindelijk Vincent weer aan. ‘Oké, ik doe het.’
- Chapter 3:
De twee keken hem met open mond aan, konden hun oren niet geloven. Vincent was de eerste die zich herstelde, de jongen schraapte zijn keel en wreef over zijn gezicht. Hij maakte een fluit toontje, dat toonde dat hij onder de indruk was. ‘Weet je het zeker?’ vroeg hij uiteindelijk. Brycon haalde zijn schouder op. ‘Nee, maar als dat alles is wat jullie mij kunnen bieden… Tot nu toe. En trouwens; Isabelle zou me nooit zo hebben gesmeekt, zelfs als ze iets met me uit wou halen.’ Twee armen sloten zich om de middel van de jongen, deze hapte geschrokken één keer naar adem. ‘Ik wist wel dat je geen nee zou kunnen zeggen als ik je zo aankeek,’ plaagde ze hem. Hij rolde met zijn ogen, duwde haar van zich af. Eerst bood ze nog de nodige weerstand, maar toen hij maar bleef duwen liet ze uiteindelijk los. Hij haalde diep adem, was blij dat er nou eindelijk wat afstand tussen hun twee was. Altijd dat aanhankelijke plakkerige gedoe van dat kind, hij vond het vreselijk. Maar dat had ook met zijn leeftijd te maken. Vincent stond op, liep om het tafeltje heen en bleef voor Brycon staan. Hij reikte een hand naar hem uit, maar deze werd hardhandig weg geslagen. ‘Waar denk je dat je mee bezig bent?’ siste de jongen, die zijn ogen fel tot spleetjes had geknepen. Hij was nou eenmaal niet het type om iemand gewoon aan hem te laten zitten. Isabelle was de enige uitzondering, met mate. Het was te danken aan het feit dat hij eraan gewend was geraakt. ‘Ik ga je een van ons maken,’ antwoordde Vincent alsof het niets was, reikte weer zijn hand uit naar de jongen; maar opnieuw werd hij weg geslagen. ‘Je snapt toch wel dat dat heel erg dom overkomt, niet waar?’ ‘Je zei dat je het zou doen. Dus dan moet je nu niet gaan tegenwerken of je gedragen als een mietje.’ Zijn arm werd weer vastgepakt, zorgde ervoor dat hij zijdelings naar het blonde meisje keek. Ze keek hem met een zwakke glimlach aan, probeerde hem daarmee aan te moedigen. Aarzelend keek hij haar aan, staarde vervolgens weer naar de grond en keek toen weer naar Vincent. ‘Oké, ga je gang. Maar wat je ook doet; doe het snel, voordat ik van gedachtes verander,’ sprak hij moeizaam. Hij kneep zijn ogen dicht wanneer hij een handpalm op zijn voorhoofd voelde, de bruine lokken die ervoor hingen ertegen aan plette. Een paar vingers door zijn haar, maar voor de rest niets. Zijn arm was los gelaten, en pas vanaf dat moment brak het koude zweet hem uit. Waar was hij aan begonnen? Wat als er dadelijk helemaal niets gebeurde en ze hem wel gewoon voor de gek hielden?... Nee, dat kon toch niet; dan moesten ze wel heel erg hebben doorgezet om hem voor de gek te houden. Hij wist niet hoe Vincent in elkaar zat, maar Isabelle zou zich nooit verlagen. En al zeker niet vanwege hém. Aarzelend opende hij een oog, wou weten wat er nou precies aan de hand was. ‘Weet je zeker dat het -’ zijn adem stokte in zijn keel, er ging een schok door hem heen. Weer kneep hij zijn ogen dicht, klemde zijn tanden op elkaar. Het leek net alsof er duizend volt door hem heen ging, alles aan hem weg schroeide, pijnlijk dus. Hij hield het niet meer, het deed te veel pijn en hij was bang. Hij opende zijn mond, met moeite; sloeg een kreet van pijn. Het maakte hem niet uit dat hij schreeuwde, noch gilde, op dit moment. Hij had pijn, wist niet wat er gebeurde en dat maakte hem bang. Hij vond dat hij het recht om het te doen. De pijn maakte plaats voor verlamming, verdoofde hem. Hij werd lichtjes in zijn hoofd, en het laatste wat hij voelde was dat hij half door iemand werd opgevangen; daarna was alles weg.
Hij hoorde gedempte stemmen ergens ver weg op de achtergrond. Hij rolde zich om, maar het was duidelijk dat waar hij lag; het was klein. Hij viel, op de grond en hard. Hij kwam een beetje overeind, kreunde door de hoofdpijn die hem overviel. Hij wou opstaan, maar een vlaag van misselijkheid overtrof hem. Met een hand zocht hij naar steun, vond de bank waar hij op had gelegen. Hij hoestte, probeerde niet over te geven. Niet dat er iets uit zou komen; hij leek helemaal leeg van binnen te zijn. Hij stopte met hoesten, schraapte zijn keel. Met zijn vrije hand hield hij zijn hoofd vast, kreunde opnieuw. ‘Wat is er gebeurd?’ mompelde hij zachtjes waarna hij opkeek in twee donkere ogen: Isabelle. Ze stond voor hem, geknield en bekeek hem met een onderzoekende blik. Ze pakte zijn kin vast met haar duim en wijsvinger, draaide zijn gezicht naar links en vervolgens naar rechts. Ze keek in zijn ogen, leek daar iets in de zoeken. Uiteindelijk keek ze over haar schouder en knikte goedkeuren. Ze richtte zich weer tot Brycon, legde een hand op zijn wang. ‘Niets bijzonders. Ik voelde me ook zo nadat ik pas een Reaper was geworden, misschien dat het iets heftiger is bij jou; aangezien Breaker over het algemeen meer kracht hebben. En jouw ziel gewoon…’ Ze kreeg geen woorden meer over haar lippen, beet op haar lip en keek hem aan. Hij wou wat zeggen, maar ze legde haar wijsvinger op zijn lippen, weerhield hem ervan. ‘Hij is sneller bijgekomen dan verwacht,’ merkte Vincent op, die aan de andere kant van de tafel zat. Snel kwam Brycon overeind, balde zijn handen tot vuisten. Maar hij ging te snel, zijn lichaam was nog niet hersteld. Hij viel naar achter, plofte op de bank. Hij hijgde zachtjes door de inspanning sloot zijn ogen. ‘Klootzak die je bent,’ siste hij zachtjes, ‘Wat heb je me gegeven?’ Isabelle ging naast hem zitten, legde een hand op zijn borst. ‘Rustig nou, hij heeft je niets gegeven. Hij heeft enkel je ziel een beetje aangepast; zodat je nu kunt wat hij kan. Meer niet. Herinner je het nog wel, het hele verhaal?’ Hij opende zijn ogen, keek haar aan. Hij leek eventjes na te moeten denken over zijn antwoord. ‘Ja,’ antwoordde hij kortaf. Hij fronste geïrriteerd zijn wenkbrauwen toen Isabelle met haar wijsvinger rondjes draaide op zijn borst, hem met een blik aankeek die hij niet kon plaatsen. ‘Wat?’ bracht hij met een hese stem uit. ‘Niets,’ antwoordde ze quasi-onschuldig. Vincent kwam overeind, keek naar hem. ‘Je bent nu nog te zwak, Isabelle zal wel voor je zorgen… Zij woont immers hier. Ik ga naar huis, morgen gaan we wel verder.’ Met erg veel moeite kwam hij weer een beetje overeind, maar het meisje duwde hem weer terug; schudde haar hoofd. ‘Maar Vincent… Wat heb je met me gedaan?’ De jongen glimlachte naar hem. ‘Dat legt Isabelle je wel uit,’ was het laatste wat hij zei waarna hij wegliep. ‘Nou?’ drong Brycon aan terwijl hij Isabelle aankeek. Ze trok haar hand terug, keek weg. ‘Nou, dat is moeilijk uit te leggen. Maar ik zal het simpel houden; hij heeft je ziel zo aangepast dat je dingen kunt die Breakers horen te kunnen doen. Omdat je ziel nu anders in elkaar zit, dit is zelfs al zo met de kleinste verandering, dan moet je lichaam zich herstellen; eraan gewend raken. Je ziel is een heel belangrijk gedeelte van je lichaam, of ja… Als je het zo kunt zeggen. En daarom moet je nu herstellen, en het ligt eraan hoelang dat dat duurt. Maar aangezien je al snel bij bent gekomen, denk ik dat je er niet zoveel last van zult hebben.’ Ze stond op, liep weg. ‘Wat ga je doen?’ Ze keek over haar schouder. ‘Ik ga wat te eten maken, mam en pap komen vanavond niet thuis. Dus zal ik het doen, wacht jij maar hier. Dan kom ik het wel brengen,’ glimlachte ze.
Hij had om precies te zijn maar drie happen genomen, had niet zo’n trek na alles wat er was gebeurd. Isabelle had iedere keer zitten zeuren dat hij meer had moeten eten, des te sneller hij er weer bovenop kwam. Maar hij kon weer normaal lopen, en had aangeboden om mee te helpen met de afwas. Want zoveel was het niet, maar Isabelle wou het perse met de hand doen, omdat ze het overbodig vond om de hele vaatwasser te gebruiken; aangezien daar toch niets anders instond. Zwijgend waste hij de borden, voelde het warmte nauwelijks van het water. Hij overhandigde de borden aan het meisje, die ze dan vervolgens afdroogde en wegzette. Eenmaal klaar droogde ze haar eigen handen af, waarna ze de vaatdoek aan Brycon gaf. Deze knikte dankbaar naar haar en droogde toen ook zelf zijn handen af, waarna hij de doek nonchalant ergens op het aanrecht gooide. Isabelle schudde lachend haar hoofd, wou de doek pakken maar verstijfde. De jongen fronste. ‘Isabelle, wat is er?’ Het meisje draaide zich om, liep naar de achterdeur. ‘Er is hier ergens iemand… Iemand uit de hel, ik kan het voelen,’ fluisterde ze. Hij liep naar haar toe, maar voordat hij haar had bereikt gooide ze de deur open en rende naar buiten. De jongen rende haar maar achterna. Het laatste wat hij nog zag van haar; was hoe er een bepaalde gloed van haar rechterarm afkwam, de gloed een bepaalde vorm aannam. En daarna was ze uit zijn zicht verdwenen. Hij bleef staan, keek om zich heen. Een beetje duizelig leunde hij tegen de muur van het huis aan. Maar het werd steeds erger, alles draaide. Hij knipperde met zijn ogen, probeerde alles weer normaal te kunnen zien. Maar overal waren twee versies van, en ze draaiden beiden. Hij hapte naar adem, probeerde de paar happen die hij had gegeten uit man en macht binnen te houden. Waarom voelde hij zich nou ineens weer onwel? Hij ging toch de goede kant op, dat had Isabelle gezegd. En toch ging het in een seconde helemaal weer mis, hoe was het mogelijk? Een gil echode door de wijk heen. Met een ruk keek de jongen op, zijn ogen werden groter. Een verstikkend gevoel maakte zich meester over hem, weerhield hem ervan iets te doen. Maar hij wist wel dondersgoed van wie die gil afkomstig was, en hij moest wat doen; maar hij stond vastgenageld aan de grond. Hij wou wel wat doen, maar hij kon niets doen. Het frustreerde hem, waarom kon hij niets doen? Waarom negeerde zijn lichaam werkelijk alle prikkels die zijn hersenen doorgaven? Waarom?! Ineens kwam hij in beweging, maar het ging niet zoals hij wou; net alsof iemand anders hem bestuurde. Hij klom zo over het hek heen, liep in een rechte lijn naar waar de gil vandaan kwam; maakte korte metten met al de obstakels. Hij sprong eroverheen, rolde eronder door enzovoort. En alsnog voelde het niet alsof hij het zelf deed. Hij bleef op een gegeven moment stilstaan, keek toe. Drie mensen, of ja… Ze zagen eruit als mensen. Isabelle probeerde zich wanhopig te verweren met een of andere zeis, tegenover de andere twee. Het was duidelijk dat de slagen van de een meer effect hadden dan die van de ander. Hij spande de spieren van zijn handen aan, maar balde ze niet tot vuisten. Ook was het zichtbaar dat hij de spieren van zijn armen aanspande. Zijn blik stond strak gericht op de twee figuren die het meisje probeerden pijn te doen. Het leek net alsof zijn blauwe ogen begonnen op te lichten, of kwam het door de zwakke weerspiegeling van het maanlicht? Er kwam een gloed van zijn handen af, bij ieder een verschillende kleur. De rechter was blauw, een lichtere variant van de kleur, terwijl de andere pikzwart was. Een van de figuren leek hem op te hebben gemerkt, draaide zich om. ‘Shit, een Breaker,’ siste hij, gevolgd door nog een paar scheldwoorden. Maar nog voor hij de kans kreeg om iets te doen doorboorde een hand, alsof het koud kunstje was, zijn zij; terwijl een ander zijn schouder fijnkneep. De gene met een zwarte gloed had zijn zij weten te doorboren. ‘Laat haar met rust,’ siste de jongen op een fluisterende toon in zijn oor. Hij trok zijn hand terug, die onder het bloed zat. Niet dat hij het door scheen te hebben. Hij liet de persoon gewoon op de grond vallen, het scheen hem niet uit te maken dat hij hem iets aan had gedaan. Nog steeds niet zichtbaar voor het blote oog wanneer hij in beweging kwam, stond hij ineens achter de andere persoon die nog steeds bezig was bij het meisje. De hand met de blauwe gloed doorboorde nu de zij van de persoon, van achteren. ‘Ik had je vriend al een waarschuwing geven, spijtig dat hij hem niet kon overbrengen naar jou,’ fluisterde hij quasi-onschuldig in het oor van de persoon. Ook deze liet hij gewoon op de grond vallen wanneer hij zijn hand terug had getrokken. Hij liep langs de persoon heen, leek er niet overheen te kunnen stappen; dat zou respectloos zijn. Hij draaide zich om, keek naar de twee personen die lagen te creperen op de grond. Zijn blik was koud en kil, en het leek hem allemaal niet eens te raken. Met een vlakke hand, en de rug ervan naar boven, richtte hij zich tot de eerste die hij had verwond. Hij mompelde zachtjes iets, waarna er een soort van gat ontstond onder de persoon; alleen was deze niet zwart, maar ook roodachtig. Hij herhaalde hetzelfde trucje bij de andere persoon. Pas toen alles voorbij was leek hij weer controle te hebben over zichzelf. Hij keek naar zijn handpalmen, de gloed verdween en onthulde al het bloed. Hij hapte naar adem, werd er misselijk van. Hij viel op zijn knieën, steunde op zijn handen. Hij moest kokhalzen door de lucht, door het feit dat híj onder het bloed zat. Nog een keer kokhalsde hij, maar de keer daarna spuugde hij echt wat uit. Het deed pijn aan zijn keel, maar hij scheen het niet te voelen. Hij was misselijk en kon het nog steeds niet geloven dat hij bloed aan zijn handen had. Iemand liep naar hem toe, legde een hand op zijn rug en suste zachtjes. ‘Het is al goed,’ sprak een kalme stem, ‘Je reactie is precies dezelfde als de mijne, dus geloof me als het went. Laat het maar gaan… Des te eerder alles eruit is, des te beter.’ Hij gaf nog een keer over, nadat hij weer naar zijn handen had gekeken. Het bloed van anderen… Zat aan zijn handen. En hij wist nog steeds niet hoe hij dat voor elkaar had gekregen.
|
Laatst aangepast door Hollypaw op ma 22 aug 2011 - 2:01; in totaal 7 keer bewerkt |
| | | Gail 952
| |
| | | | Miss Psycho Unicorn 1191
| |
| Onderwerp: Re: [Story] The Perfect Soul vr 19 aug 2011 - 14:26 | |
| Dank je «3 Ik zal zo snel mogelijk aan hoofdstuk twee beginnen, Maar ik moet nog wat dingen uitwerken in mijn hoofdje x') En ik moet nog op wat plaatsen posten c: |
| | | Miss Psycho Unicorn 1191
| |
| Onderwerp: Re: [Story] The Perfect Soul zo 21 aug 2011 - 13:16 | |
| Ja ja, dubbelpost. Sorry o3o Moeten jullie maar meer reactie's geven x') Anywho; dit is echt het vaagste hoofdstuk evar ~- Chapter 2:
Met een geërgerde uitdrukking op zijn gezicht stond hij te wachten, overduidelijk ongeduldig. Het was zo dat hij altijd met zijn stief zusje had afgesproken bij de poort van de school, konden ze samen naar huis lopen. Maar ze was zoals gewoonlijk weer te laat. Normaal vond hij het niet erg, deed hij wel iets anders om de tijd te doden. Maar hij wou weg, zo snel mogelijk. Hij had dat Vincent persoontje nog niet het school terrein zien verlaten, dus hij moest hier vast nog zijn. En door die blik die de hele tijd op hem gericht werd van de jongen zijn kant… Hij kon het niet meer in zich houden en huiverde zachtjes, sloot zijn ogen. Waarom moest hij nou perse het doelwit zijn, of ja… Zo voelde hij zich. Zijn ogen werden groter, hij klemde zijn kaken op elkaar om niet te gaan schreeuwen en staarde nogal dom naar de twee. Liep Isabelle nou samen met… Hem?! Dat kon je niet menen! Wat moest ze van die gast, en wat moest die gast van haar? Hij balde zijn handen tot vuisten, kneep zo hard dat zijn knokkels wit kleurden. Met tot spleetjes geknepen ogen keek hij naar de twee. Geweldig, twee personen die hij niet kon uitstaan leken elkaar dus aardig te vinden. Toen Isabelle hem opmerkte zwaaide ze blij naar hem. Hij rolde met zijn ogen. Hou je toch niet van de domme kreng, dacht hij fel, terwijl hij het ook overbracht met zijn verbitterde blik. Voor hem bleven de twee staan, keken hem allebei met een glimlach aan. Hij voelde zich licht geïntimideerd, niet zo zeer door Isabelle; zij was een kop kleiner dan hem. Maar Vincent was groter, niet zoveel… Maar wel groter. De jongen sloeg een arm om hem heen, glimlachte nog steeds naar hem. Overduidelijk niet blij met het lichamelijk contact wendde hij zijn blik af, maar hij wou niet dom overkomen door zich te bevrijdden uit zijn greep; dan zou de jongen er vast nog meer plezier aan beleven. Isabelle keek naar de blonde jongen, leek hem iets te vragen met haar blik. Vincent haalde diep adem, waarna hij begon te spreken: ‘Je hebt gelijk, hij ís indrukwekkend. Maar waarom geef je hem aan mij?’ Nu bevrijdde hij zich dus wel uit de greep, wees naar de twee en keek met grote ogen naar ze. ‘Waar hebben jullie het over, ik ben niet zomaar een handelsobject!’ zijn stem schoot over, maar dat deerde hem niet. De twee begonnen te lachen, en hard ook. Isabelle stapte op hem af, legde een hand op zijn schouder. ‘Rustig maar, Brycon. We gaan je niet verhandelen alsof je een of andere hoer bent hoor. Hoewel me dat wel grappig zou lijken, maar je reactie was al onbetaalbaar,’ grijnsde ze geamuseerd. ‘W-Waar heb je het dan over?...’ Ineens veranderde hij van houding, niet meer onzeker, ‘Kreng dat je bent, je speelt gewoon weer spelletjes met me. Denk je nou serieus dat ik daar nog intrap?’ siste hij kwaad. Quasi-onschuldig hield het meisje haar hoofd schuin en legde ze haar wijsvinger op haar kin. ‘Ik weet niet waar je het over hebt hoor,’ sprak ze met een poeslief. Hardhandig sloeg hij haar hand van zijn schouder af. Ietwat geschrokken van zijn reactie keek ze hem aan. ‘Ho ho, rustig jullie twee. Isabelle, je leer het ook nooit hè? Nou, Brycon… Luister, we hebben je veel te vertellen. En het is van belang dat je meewerkt, oké?’ Kwam de blonde jongen tussen beiden. Grappig genoeg rolden ze allebei vrijwel tegelijkertijd met hun ogen, en hun gedachtes waren ook zowat identiek. Ze kwamen uiteindelijk toch op hetzelfde neer: Vincent speelt meneertje goedzak. Beiden keken hem chagrijnig aan. Isabelle sloeg haar armen over elkaar, keek weg met haar kin in de lucht gestoken. Brycon deed gewoon zijn handen in zijn zakken en probeerde zelfbeheersing te tonen; ja hij wou ze allebei een klap geven, Vincent misschien nog meer dan Isabelle. ‘Ik geef hem aan jou, omdat ik hem niet mag. Plus dat ik al iemand anders op het oog heb, iemand waarmee ik wél overweg kan,’ beantwoordde het meisje de vraag nogal laat, maar haar woorden waren meer op de bruinharige jongen gericht dan de blonde. Ineens maakte Brycon een nogal vreemd kreun geluid, gedroeg zich net als een klein kind. ‘Waar hebben jullie het nou over?’ zijn stem was zowat smekend, alsof hij niet meer kon wachten om het te weten. Isabelle trok een wenkbrauw op, terwijl Vincent hem met een gefronst voorhoofd aankeek. ‘Oké, ik snap nu waarom je hem niet meer wilt. Maar ik denk dat hij een uit duizenden is, nou deze kans is. Laten we naar jouw huis gaan Isabelle, dan leggen we het hem daar uit.’ ‘Is goed, míjn “ouders” zijn toch nooit thuis.’
Ze zaten in de woonkamer. Hij voelde zich ongemakkelijk tussen de twee. Ze fluisterden dingen tegen elkaar, keken naar hem en lachten dan weer. Isabelle had aangeboden wat te drinken te halen, dus was ze naar de keuken gegaan. Aarzelend richtte Byrcon zich tot de blonde jongen. Hij keek hem enkel vragend aan, durfde het eigenlijk niet te vragen. De ander keek hem enkel met een zelfverzekerde glimlach aan. En zijn ogen gleden wel erg vaak over hem heen, wat hem nerveus maakte. Hij wendde zijn blik weer af, voor het eerst in zijn leven wenste hij dat Isabelle er was, enkel om die spanning weg te halen. ‘Ik kon niets vinden, dus heb ik maar cola gepakt. Sorry, jongens; geen bier vandaag,’ kwam ze blij de kamer in lopen met drie glazen, die ze nogal onhandig vasthield. Ze zette ze neer op het tafeltje, ging vervolgens naast haar stiefbroer zitten, leunde opzettelijk een beetje tegen hem aan. Hij keek strak naar beneden, zei niets, deed niets. Hij was niet in staat om iets te doen. Hij voelde zich niet fijn onder de blik van de jongen, en stiekem vond hij het wel fijn dat Isabelle tegen hem op leunde; het had iets vertrouwds en veiligs. ‘Nou, waar beginnen we?’ ‘Bij het begin. En vertel jij het maar, hij luistert vast eerder naar jou.’ Het meisje haalde haar schouder op, haalde toen diep adem en begon maar aan haar verhaal. ‘Oké, als jij denkt dat hij überhaupt luistert naar een van ons.’ Brycon had echter nog steeds zijn blik op de grond gericht, met een bezorgde frons op zijn voorhoofd, hij wist niet wat hij hiervan moest denken. Maar het enige wat hij nu kon doen was luisteren naar het meisje, misschien dat er dan wat meer duidelijkheid zou zijn over al dit… Vage gedoe. ‘Nou, je kent wel die dingen over de hel en de hemel. En natuurlijk geloof je er niet in; maar geloof me wel als ze echt bestaan. En over God en Satan? Dat ligt wat ingewikkelder… Maar die zijn ook echt… Soort van. En je zult ons pas echt geloven als je het hebt gezien, maar je zult hun waarschijnlijk nooit kunnen zien. Dus dat spijt me voor je. Maar waar was ik gebleven; hel en hemel. Nou, de hemel heb ik weinig over te zeggen, het is gewoon een paradijsje daarzo. Maar de hel, die wil je het liefste vermijden, dus leef een goed leven. Maar nou komt er iets speciaals, en de reden van ons bestaan,’ ze stopte eventjes, knikte een keer richting Vincent en richtte zich toen weer tot de bruinharige jongen, ‘Het begon met dat mensen probeerden te ontsnappen uit de hel, natuurlijk zonder succes. Maar op een gegeven moment wist toch iemand een breuk te vinden, een soort van portaal kun je het noemen, terug naar onze wereld. Ze kwamen in onze wereld, hierzo, maar het was al snel duidelijk dat ze onstabiel waren. Ze overleefden het niet langer dan vierentwintig uur, werden dan weer bruut terug gezogen naar de hel. Dus zo erg was het in het begin niet. Maar uiteindelijk wist toch weer iemand anders iets te bedenken; hij vond een levende menselijke ziel. We weten nog steeds niet hoe ze het precies doen; maar ze versmelten vreemd genoeg hun zielen met elkaar, zodat ze allebei op de aarde kunnen blijven. Maar de mensen van de hel kunnen onnatuurlijke dingen, ze zijn dus levensgevaarlijk. En daarom gaan levenden ook contracten met ze aan; om zo hogerop te komen door te profiteren van hun bovennatuurlijke krachten. De wereld werd hierdoor zelf instabiel, en dat kon gewoon niet. En toen zijn wij gekomen.’ Ze stopte eventjes, probeerde een reactie te peilen van Brycon, maar deze staarde nog steeds al fronsend naar de grond. Ze leek een momentje bezorgd, maar ging uiteindelijk maar weer verder. ‘Levenden die een contract aangingen met iemand van hel, en mensen van hel die een contract aangingen met een levenden worden Contracters genoemd. Als eerste werd mijn soort gecreëerd: de Reapers. Wij zijn instaat om mensen van de hel te verwonden, ze zodanig uit te schakelen zodat we ze terug konden sturen naar de hel. Maar vreemd genoeg werd ook altijd de levende meegenomen naar de hel; maar dit kwam waarschijnlijk door het feit dat hun zielen versmolten waren. Maar we konden er helaas niets tegen doen. Maar… Er kwamen al snel andere problemen.’ Ze zweeg, leek het er moeilijk mee te hebben. Ze haalde weer diep adem, vervolgde uiteindelijk toch weer: ‘De levenden begonnen ons aan te vallen, en wij waren niet instaat om hun te verwonden, dat ging tegen onze regels in. Dus werd er een nieuw soort ontwikkeld: de Breakers. Deze zijn instaat om alle Contracters terug te sturen naar de hel, en ze daarvoor uit te schakelen. Nu wordt iedere Reaper bij een Breaker gezet, vanwege veiligheids redenen. Reapers gaan nu op pad om mensen die pas uit de hel zijn gekomen terug te sturen zodat ze geen contract kunnen aangaan met anderen. Breakers schakelen de Contracters uit. Ze werken als een team. Maar omdat je niet eeuwig maar nieuwe kunt blijven creëren hebben ze ons de mogelijkheid gegeven zelf onze opvolgers te zoeken, onze leerlingen. Maar deze leerlingen moeten iets hebben dat ons aanspreekt; hun ziel. En Brycon, jouw ziel is perfect… Ik weet niet waarom, maar hij is perfect. En daarom willen we je graag een Breaker maken, zodat je ons kunt helpen. Vincent zal je mentor worden, hij zal je alle kneepjes van het vak leren… Mits je het natuurlijk wilt, als je het niet wilt kun je altijd nee zeggen. Wij staan onder het commando van de Heer, wij kunnen niemand dwingen zich bij ons aan te sluiten.’ De jongen had de hele tijd zitten staren naar de grond. Uiteindelijk, na een minuut, slaakte hij een diepe zucht. Hij keek Isabelle aan. ‘Je weet dat dit allemaal heel erg ongeloofwaardig overkomt hè?’ Het meisje knikte, pakte zijn arm vast, leek hem haast te smeken om ja te zeggen. ‘Maar meer hebben we niet, we kunnen je enkel bewijs laten zien als je ja zegt. Nu kunnen we je alleen ons verhaal geven, meer niet… Maar alsjeblieft, Brycon, je bent gewoon perfect.’ Haar stem klonk hees, maar ook verlangend. Hij wendde zijn blik af, keek naar Vincent. Deze knikte naar hem. ‘Meer hebben we niet, tot dit punt. Tenzij je bereid bent om verder te gaan,’ bevestigde de blonde jongen haar verhaal. Isabelle bleef zijn arm vasthouden, hem met die smekende blik aankijken. Vincent schonk hem enkel een zwak lachje. Wat moest hij hiervan denken? Het klonk allemaal zo ongeloofwaardig. Maar ach, wat bereikte hij als hij nee zei? Als hij ja zei kon hij tenminste erachter komen of alles de waarheid was, en anders kregen hun gewoon hun zin. Als zij er blij van werden, kon het hem wat schelen. Hij haalde diep adem, keek uit eindelijk Vincent weer aan. ‘Oké, ik doe het.’
|
| | | Captain America 3633 Afwezig
| |
| Onderwerp: Re: [Story] The Perfect Soul zo 21 aug 2011 - 13:26 | |
| Wow, echt zo, tot de laatste zin gelezen! ;D |
| | | Miss Psycho Unicorn 1191
| |
| Onderwerp: Re: [Story] The Perfect Soul ma 22 aug 2011 - 1:47 | |
| Dan doen we het zo om dubbelposts te voorkomen; Mijn vorige reactie verwijderen =w= Nou... Heb hoofdstukje drie ook al af, Dus die post ik dan ook maar ^w^ Maar hoe meer naar het einde; hoe meer enters... Maar dat komt omdat dat in de avond is geschreven x')- Chapter 3:
De twee keken hem met open mond aan, konden hun oren niet geloven. Vincent was de eerste die zich herstelde, de jongen schraapte zijn keel en wreef over zijn gezicht. Hij maakte een fluit toontje, dat toonde dat hij onder de indruk was. ‘Weet je het zeker?’ vroeg hij uiteindelijk. Brycon haalde zijn schouder op. ‘Nee, maar als dat alles is wat jullie mij kunnen bieden… Tot nu toe. En trouwens; Isabelle zou me nooit zo hebben gesmeekt, zelfs als ze iets met me uit wou halen.’ Twee armen sloten zich om de middel van de jongen, deze hapte geschrokken één keer naar adem. ‘Ik wist wel dat je geen nee zou kunnen zeggen als ik je zo aankeek,’ plaagde ze hem. Hij rolde met zijn ogen, duwde haar van zich af. Eerst bood ze nog de nodige weerstand, maar toen hij maar bleef duwen liet ze uiteindelijk los. Hij haalde diep adem, was blij dat er nou eindelijk wat afstand tussen hun twee was. Altijd dat aanhankelijke plakkerige gedoe van dat kind, hij vond het vreselijk. Maar dat had ook met zijn leeftijd te maken. Vincent stond op, liep om het tafeltje heen en bleef voor Brycon staan. Hij reikte een hand naar hem uit, maar deze werd hardhandig weg geslagen. ‘Waar denk je dat je mee bezig bent?’ siste de jongen, die zijn ogen fel tot spleetjes had geknepen. Hij was nou eenmaal niet het type om iemand gewoon aan hem te laten zitten. Isabelle was de enige uitzondering, met mate. Het was te danken aan het feit dat hij eraan gewend was geraakt. ‘Ik ga je een van ons maken,’ antwoordde Vincent alsof het niets was, reikte weer zijn hand uit naar de jongen; maar opnieuw werd hij weg geslagen. ‘Je snapt toch wel dat dat heel erg dom overkomt, niet waar?’ ‘Je zei dat je het zou doen. Dus dan moet je nu niet gaan tegenwerken of je gedragen als een mietje.’ Zijn arm werd weer vastgepakt, zorgde ervoor dat hij zijdelings naar het blonde meisje keek. Ze keek hem met een zwakke glimlach aan, probeerde hem daarmee aan te moedigen. Aarzelend keek hij haar aan, staarde vervolgens weer naar de grond en keek toen weer naar Vincent. ‘Oké, ga je gang. Maar wat je ook doet; doe het snel, voordat ik van gedachtes verander,’ sprak hij moeizaam. Hij kneep zijn ogen dicht wanneer hij een handpalm op zijn voorhoofd voelde, de bruine lokken die ervoor hingen ertegen aan plette. Een paar vingers door zijn haar, maar voor de rest niets. Zijn arm was los gelaten, en pas vanaf dat moment brak het koude zweet hem uit. Waar was hij aan begonnen? Wat als er dadelijk helemaal niets gebeurde en ze hem wel gewoon voor de gek hielden?... Nee, dat kon toch niet; dan moesten ze wel heel erg hebben doorgezet om hem voor de gek te houden. Hij wist niet hoe Vincent in elkaar zat, maar Isabelle zou zich nooit verlagen. En al zeker niet vanwege hém. Aarzelend opende hij een oog, wou weten wat er nou precies aan de hand was. ‘Weet je zeker dat het -’ zijn adem stokte in zijn keel, er ging een schok door hem heen. Weer kneep hij zijn ogen dicht, klemde zijn tanden op elkaar. Het leek net alsof er duizend volt door hem heen ging, alles aan hem weg schroeide, pijnlijk dus. Hij hield het niet meer, het deed te veel pijn en hij was bang. Hij opende zijn mond, met moeite; sloeg een kreet van pijn. Het maakte hem niet uit dat hij schreeuwde, noch gilde, op dit moment. Hij had pijn, wist niet wat er gebeurde en dat maakte hem bang. Hij vond dat hij het recht om het te doen. De pijn maakte plaats voor verlamming, verdoofde hem. Hij werd lichtjes in zijn hoofd, en het laatste wat hij voelde was dat hij half door iemand werd opgevangen; daarna was alles weg.
Hij hoorde gedempte stemmen ergens ver weg op de achtergrond. Hij rolde zich om, maar het was duidelijk dat waar hij lag; het was klein. Hij viel, op de grond en hard. Hij kwam een beetje overeind, kreunde door de hoofdpijn die hem overviel. Hij wou opstaan, maar een vlaag van misselijkheid overtrof hem. Met een hand zocht hij naar steun, vond de bank waar hij op had gelegen. Hij hoestte, probeerde niet over te geven. Niet dat er iets uit zou komen; hij leek helemaal leeg van binnen te zijn. Hij stopte met hoesten, schraapte zijn keel. Met zijn vrije hand hield hij zijn hoofd vast, kreunde opnieuw. ‘Wat is er gebeurd?’ mompelde hij zachtjes waarna hij opkeek in twee donkere ogen: Isabelle. Ze stond voor hem, geknield en bekeek hem met een onderzoekende blik. Ze pakte zijn kin vast met haar duim en wijsvinger, draaide zijn gezicht naar links en vervolgens naar rechts. Ze keek in zijn ogen, leek daar iets in de zoeken. Uiteindelijk keek ze over haar schouder en knikte goedkeuren. Ze richtte zich weer tot Brycon, legde een hand op zijn wang. ‘Niets bijzonders. Ik voelde me ook zo nadat ik pas een Reaper was geworden, misschien dat het iets heftiger is bij jou; aangezien Breaker over het algemeen meer kracht hebben. En jouw ziel gewoon…’ Ze kreeg geen woorden meer over haar lippen, beet op haar lip en keek hem aan. Hij wou wat zeggen, maar ze legde haar wijsvinger op zijn lippen, weerhield hem ervan. ‘Hij is sneller bijgekomen dan verwacht,’ merkte Vincent op, die aan de andere kant van de tafel zat. Snel kwam Brycon overeind, balde zijn handen tot vuisten. Maar hij ging te snel, zijn lichaam was nog niet hersteld. Hij viel naar achter, plofte op de bank. Hij hijgde zachtjes door de inspanning sloot zijn ogen. ‘Klootzak die je bent,’ siste hij zachtjes, ‘Wat heb je me gegeven?’ Isabelle ging naast hem zitten, legde een hand op zijn borst. ‘Rustig nou, hij heeft je niets gegeven. Hij heeft enkel je ziel een beetje aangepast; zodat je nu kunt wat hij kan. Meer niet. Herinner je het nog wel, het hele verhaal?’ Hij opende zijn ogen, keek haar aan. Hij leek eventjes na te moeten denken over zijn antwoord. ‘Ja,’ antwoordde hij kortaf. Hij fronste geïrriteerd zijn wenkbrauwen toen Isabelle met haar wijsvinger rondjes draaide op zijn borst, hem met een blik aankeek die hij niet kon plaatsen. ‘Wat?’ bracht hij met een hese stem uit. ‘Niets,’ antwoordde ze quasi-onschuldig. Vincent kwam overeind, keek naar hem. ‘Je bent nu nog te zwak, Isabelle zal wel voor je zorgen… Zij woont immers hier. Ik ga naar huis, morgen gaan we wel verder.’ Met erg veel moeite kwam hij weer een beetje overeind, maar het meisje duwde hem weer terug; schudde haar hoofd. ‘Maar Vincent… Wat heb je met me gedaan?’ De jongen glimlachte naar hem. ‘Dat legt Isabelle je wel uit,’ was het laatste wat hij zei waarna hij wegliep. ‘Nou?’ drong Brycon aan terwijl hij Isabelle aankeek. Ze trok haar hand terug, keek weg. ‘Nou, dat is moeilijk uit te leggen. Maar ik zal het simpel houden; hij heeft je ziel zo aangepast dat je dingen kunt die Breakers horen te kunnen doen. Omdat je ziel nu anders in elkaar zit, dit is zelfs al zo met de kleinste verandering, dan moet je lichaam zich herstellen; eraan gewend raken. Je ziel is een heel belangrijk gedeelte van je lichaam, of ja… Als je het zo kunt zeggen. En daarom moet je nu herstellen, en het ligt eraan hoelang dat dat duurt. Maar aangezien je al snel bij bent gekomen, denk ik dat je er niet zoveel last van zult hebben.’ Ze stond op, liep weg. ‘Wat ga je doen?’ Ze keek over haar schouder. ‘Ik ga wat te eten maken, mam en pap komen vanavond niet thuis. Dus zal ik het doen, wacht jij maar hier. Dan kom ik het wel brengen,’ glimlachte ze.
Hij had om precies te zijn maar drie happen genomen, had niet zo’n trek na alles wat er was gebeurd. Isabelle had iedere keer zitten zeuren dat hij meer had moeten eten, des te sneller hij er weer bovenop kwam. Maar hij kon weer normaal lopen, en had aangeboden om mee te helpen met de afwas. Want zoveel was het niet, maar Isabelle wou het perse met de hand doen, omdat ze het overbodig vond om de hele vaatwasser te gebruiken; aangezien daar toch niets anders instond. Zwijgend waste hij de borden, voelde het warmte nauwelijks van het water. Hij overhandigde de borden aan het meisje, die ze dan vervolgens afdroogde en wegzette. Eenmaal klaar droogde ze haar eigen handen af, waarna ze de vaatdoek aan Brycon gaf. Deze knikte dankbaar naar haar en droogde toen ook zelf zijn handen af, waarna hij de doek nonchalant ergens op het aanrecht gooide. Isabelle schudde lachend haar hoofd, wou de doek pakken maar verstijfde. De jongen fronste. ‘Isabelle, wat is er?’ Het meisje draaide zich om, liep naar de achterdeur. ‘Er is hier ergens iemand… Iemand uit de hel, ik kan het voelen,’ fluisterde ze. Hij liep naar haar toe, maar voordat hij haar had bereikt gooide ze de deur open en rende naar buiten. De jongen rende haar maar achterna. Het laatste wat hij nog zag van haar; was hoe er een bepaalde gloed van haar rechterarm afkwam, de gloed een bepaalde vorm aannam. En daarna was ze uit zijn zicht verdwenen. Hij bleef staan, keek om zich heen. Een beetje duizelig leunde hij tegen de muur van het huis aan. Maar het werd steeds erger, alles draaide. Hij knipperde met zijn ogen, probeerde alles weer normaal te kunnen zien. Maar overal waren twee versies van, en ze draaiden beiden. Hij hapte naar adem, probeerde de paar happen die hij had gegeten uit man en macht binnen te houden. Waarom voelde hij zich nou ineens weer onwel? Hij ging toch de goede kant op, dat had Isabelle gezegd. En toch ging het in een seconde helemaal weer mis, hoe was het mogelijk? Een gil echode door de wijk heen. Met een ruk keek de jongen op, zijn ogen werden groter. Een verstikkend gevoel maakte zich meester over hem, weerhield hem ervan iets te doen. Maar hij wist wel dondersgoed van wie die gil afkomstig was, en hij moest wat doen; maar hij stond vastgenageld aan de grond. Hij wou wel wat doen, maar hij kon niets doen. Het frustreerde hem, waarom kon hij niets doen? Waarom negeerde zijn lichaam werkelijk alle prikkels die zijn hersenen doorgaven? Waarom?! Ineens kwam hij in beweging, maar het ging niet zoals hij wou; net alsof iemand anders hem bestuurde. Hij klom zo over het hek heen, liep in een rechte lijn naar waar de gil vandaan kwam; maakte korte metten met al de obstakels. Hij sprong eroverheen, rolde eronder door enzovoort. En alsnog voelde het niet alsof hij het zelf deed. Hij bleef op een gegeven moment stilstaan, keek toe. Drie mensen, of ja… Ze zagen eruit als mensen. Isabelle probeerde zich wanhopig te verweren met een of andere zeis, tegenover de andere twee. Het was duidelijk dat de slagen van de een meer effect hadden dan die van de ander. Hij spande de spieren van zijn handen aan, maar balde ze niet tot vuisten. Ook was het zichtbaar dat hij de spieren van zijn armen aanspande. Zijn blik stond strak gericht op de twee figuren die het meisje probeerden pijn te doen. Het leek net alsof zijn blauwe ogen begonnen op te lichten, of kwam het door de zwakke weerspiegeling van het maanlicht? Er kwam een gloed van zijn handen af, bij ieder een verschillende kleur. De rechter was blauw, een lichtere variant van de kleur, terwijl de andere pikzwart was. Een van de figuren leek hem op te hebben gemerkt, draaide zich om. ‘Shit, een Breaker,’ siste hij, gevolgd door nog een paar scheldwoorden. Maar nog voor hij de kans kreeg om iets te doen doorboorde een hand, alsof het koud kunstje was, zijn zij; terwijl een ander zijn schouder fijnkneep. De gene met een zwarte gloed had zijn zij weten te doorboren. ‘Laat haar met rust,’ siste de jongen op een fluisterende toon in zijn oor. Hij trok zijn hand terug, die onder het bloed zat. Niet dat hij het door scheen te hebben. Hij liet de persoon gewoon op de grond vallen, het scheen hem niet uit te maken dat hij hem iets aan had gedaan. Nog steeds niet zichtbaar voor het blote oog wanneer hij in beweging kwam, stond hij ineens achter de andere persoon die nog steeds bezig was bij het meisje. De hand met de blauwe gloed doorboorde nu de zij van de persoon, van achteren. ‘Ik had je vriend al een waarschuwing geven, spijtig dat hij hem niet kon overbrengen naar jou,’ fluisterde hij quasi-onschuldig in het oor van de persoon. Ook deze liet hij gewoon op de grond vallen wanneer hij zijn hand terug had getrokken. Hij liep langs de persoon heen, leek er niet overheen te kunnen stappen; dat zou respectloos zijn. Hij draaide zich om, keek naar de twee personen die lagen te creperen op de grond. Zijn blik was koud en kil, en het leek hem allemaal niet eens te raken. Met een vlakke hand, en de rug ervan naar boven, richtte hij zich tot de eerste die hij had verwond. Hij mompelde zachtjes iets, waarna er een soort van gat ontstond onder de persoon; alleen was deze niet zwart, maar ook roodachtig. Hij herhaalde hetzelfde trucje bij de andere persoon. Pas toen alles voorbij was leek hij weer controle te hebben over zichzelf. Hij keek naar zijn handpalmen, de gloed verdween en onthulde al het bloed. Hij hapte naar adem, werd er misselijk van. Hij viel op zijn knieën, steunde op zijn handen. Hij moest kokhalzen door de lucht, door het feit dat híj onder het bloed zat. Nog een keer kokhalsde hij, maar de keer daarna spuugde hij echt wat uit. Het deed pijn aan zijn keel, maar hij scheen het niet te voelen. Hij was misselijk en kon het nog steeds niet geloven dat hij bloed aan zijn handen had. Iemand liep naar hem toe, legde een hand op zijn rug en suste zachtjes. ‘Het is al goed,’ sprak een kalme stem, ‘Je reactie is precies dezelfde als de mijne, dus geloof me als het went. Laat het maar gaan… Des te eerder alles eruit is, des te beter.’ Hij gaf nog een keer over, nadat hij weer naar zijn handen had gekeken. Het bloed van anderen… Zat aan zijn handen. En hij wist nog steeds niet hoe hij dat voor elkaar had gekregen.
|
| | | Joziefrozie :D 493
| |
| Onderwerp: Re: [Story] The Perfect Soul ma 22 aug 2011 - 2:12 | |
| Noowr! Mijn complimenten! Mooi geschreven :3 |
| | | Miss Psycho Unicorn 1191
| |
| Onderwerp: Re: [Story] The Perfect Soul ma 22 aug 2011 - 11:59 | |
| Maar het zit vol met spelfouten x') Daarom lees ik het ook niet na, want dan blijf ik maar verbeteren. Maar dank je «3
Ik moet alleen nog eventjes nadenken over Chap 4 >< |
| | | | Onderwerp: Re: [Story] The Perfect Soul | |
| |
| | | |
| Permissies van dit forum: | Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
| |
| |
| |