|
| Freedje 314 Actief
| |
| Onderwerp: We'll always be enemies. zo 4 dec 2016 - 20:00 | |
| Jaypaw glimlachte voorzichtig naar de warrior die hem complimenteerde en voelde opluchting door zich heengaan. Dit was de eerste keer sinds tijden dat hij zijn opdrachten goed had gedaan zonder uit te vallen tegen andere apprencites of de controle over zichzelf te verliezen. Nu moest hij ook toegeven dat het groepje waar hij bij zat aardig tegen hem was; geen enkele apprentice had het in zijn hoofd gehaald om hem uit te dagen. Jaypaw voelde een soort van band met de apprencites met wie hij moest sparren vandaag en dat deed hem goed. De tom gaf een vriendelijk knikje naar de rest van de apprentices toen deze gedag tegen hem zeiden en draaide zichzelf om. Hij vroeg aan de warrior of hij nog wat mocht gaan jagen voor de Clan en de warrior stemde in, maar gaf wel aan dat Jaypaw tegen dat de zon onderging weer terug moest zijn. Dat wilde zeggen dat hij nog zo’n drie à vier uurs had om te gaan jagen. Genoeg voor hem als je het hem vroeg. De tom gaf een knikje aan de warrior en ging toen weg. Hij opende zijn bek zodat hij de verschillende geuren in kon drinken. Zijn huidige mentor was helaas ziek geworden tijdens het koude weer, dus Jaypaw verwachtte dat Silverstar hem een nieuwe mentor toe ging wijzen. Gelukkig hoefde hij niet meer veel te leren omdat hij al vrij veel vechttechnieken kende en jachttechnieken dankzij zijn vorige mentor, maar hij moest nog wel een final assesment en één laatste training krijgen om te zien of hij alles wel kon. Zodra dat achter de rug zou zijn, zou hij warrior mogen worden. Dat hadden ze hem in elk geval in de apprentices’ den toch gezegd. De ThunderClanner zuchtte en ging in de richting van de Steppingstones. Het jagen werd steeds lastiger dankzij de droogte en het koude weer, maar hij vermoedde dat ze zich er wel doorheen gingen slaan. Als ze een aanval van de BloodClan konden weren dan konden ze dit ook. Jaypaw kwam aan bij de Steppingstones en besloot om eerst nog wat te drinken voor hij ging jagen. Hij wilde net weggaan toen hij de geur rook van een RiverClanner. Vers. Jaypaw keek op en zag een zwart-witte tom daar staan. Hij voelde zijn spieren aanspannen en zijn vacht schoot omhoog toen hij de tom herkende. ‘Missen jullie Sunningrocks al?’ vroeg hij lichtelijk pesterig aan de RiverClanner. ‘Zielig zeg. En dat noemt zichzelf dan een toekomstige warrior. Je was doodsbang toen ik je aanviel.'
+ Eerste post voor Aspenpaw |
| | | Renske 650 Actief “Listen, smile, agree, and then do whatever the f*ck you were gonna do anyway.”
| |
| Onderwerp: Re: We'll always be enemies. wo 7 dec 2016 - 20:44 | |
|
Nu het herfst was en de Twolegs waren vertrokken, waren de vissen teruggekeerd. Maar de ene ramp volgde de andere, want de droogte zorgde ervoor dat het water lager stond en de vissen niet optimaal zwommen. Maar dank StarClan dat hij weer kon vissen en niet meer op het land achter muizen aan hoefde te rennen. Hij had er al twee kleine vissen eenvoudig uit het water kunnen plukken. Aspenpaw wachtte geduldig langs de rivierzijde, zijn schaduw stond achter hem en viel niet op het water, perfect voor het vangen van vis. Zijn ogen waren op het water gericht en toen hij weer een glimp van zilveren schubben zag, ging zijn klauw vliegenvlug het water in en schepte hij er zo nog een zilvervis uit. Zodra het op de kant lag te spartelen sloeg hij er een klauw op en haalde het beest uit zijn leiden en tevreden stuurde hij een bedankje naar StarClan. Aspenpaw was weer tevreden hoe hij het had gedaan vandaag en verzamelde zijn vangst en verborg het veilig onder een stapel gevallen bladeren en zand. Aspenpaw werkte harder in leaf-fall om te compenseren voor zijn slechte vangst de heel greenleaf. Maar nu was het goed voor vandaag en hij besloot nog niet terug te gaan naar kamp. De dag was nog niet voorbij en Bitterball had het te druk voor een training, dus was hij erop uit gestuurd om te jagen, iets wat hij met plezier deed. En dan toch, een pauze kon nooit kwaad. Aspenpaw slenterde langs de oever en zijn ogen veilig zoals zo vaak op ThunderClans woud. Er zou een dag komen dat hij daar heen zou gaan, gewoon voor een kijkje. Al die bomen en bladeren, het moest er prachtig zijn. Misschien kon hij een keer met Sootpaw mee, als zijn vriend bereid was dat te doen. Hij wilde de grijze kater niet in de problemen brengen. Aspenpaw stopte weer bij de rivier, vlakbij Steppingstones, om zijn dorst te lessen. Dat was het enige waar RiverClan geen last van had, ze konden nog steeds zo veel drinken als ze wilden. Aspenpaws rust werd helaas verstoord toen hij een stem naar hem hoorde roepen en hij spitste zijn oren en zijn kop schoot overeind. Zijn ogen ontmoetten een vijandig beeld van een apprentice die hij maar al te goed herkende. Natuurlijk zou hij die jonge kater nooit vergeten en hij wiebelde onwillekeurig met zijn oor waar hij een kleine scheur in had weten te maken. Pestend herinnerde hij hem aan zijn mislukte gevecht bij Sunningrocks. Aspenpaw kon zo weer terug naar het moment waar hij bevroren stond op de grond en zich gewoon liet aanvallen. Aspenpaw klemde zijn kaken op elkaar en keek weg van de grijze kater. Waarom deed hij er zo stoer over? Het was het verschrikkelijkste wat hij ooit had meegemaakt. Hij wilde nooit meer vechten! Nooit meer. ‘Sommigen vinden het niet leuk om anderen pijn te doen,’ beet hij de ThunderClan apprentice terug en hij durfde zijn blik weer op hem te keuren. Zonder dat hij het door had gehad, was zijn vacht omhoog gekomen en zijn staart twee keer zo dik geworden. Aspenpaw zou zich niet laten kleineren door een pestkop. Hij moest bij zijn principes blijven staan. Zolang hij trouw zou blijven aan zichzelf, dan kon niemand hem ooit wat aandoen. Hoewel de ThunderClanner wel weer pijnlijke herinneringen omhoog had doen komen.
|
| | | Freedje 314 Actief
| |
| Onderwerp: Re: We'll always be enemies. za 10 dec 2016 - 21:46 | |
| Soms snapte hij zichzelf niet. Hij had er een hekel aan dat hij gepest werd door zijn Clanmates om iets waar hij niks om kon doen, maar dan ging hij wel een andere apprentice pesten? Maar goed. Het had een totaal andere reden. En de apprentice had zich kunnen verweren als hij beter had opgelet tijdens zijn vechttrainingen. Bovendien was de tom ook nog eens van een vijandelijke Clan en had Jaypaw dus al het recht om hem te pesten. Hij wilde geen Clanmates pesten om iets waar ze niets aan konden doen, maar soms voelde het voor hem ook gewoon een keer goed aan om iemand anders te pesten met zijn zwakheden. Soms voelde het gewoon goed aan om zijn frustratie op een ander af te reageren zodat hij een beetje minder druk op zijn schouders had liggen zodra hij weer terug zou gaan naar zijn den. Daar zouden de apprentices hem opwachten om hem te ondervragen over zijn vader of om treiterige opmerkingen te maken over de BloodClan. Het gevecht om de Sunningrocks had de anderen herinnerd dat hij weldegelijk een loyale tom was. Rousepaw had er een hekel aan hoe hij behandeld werd, maar zelfs haar krachten die het haar toelieten om met StarClan te praten konden het gepest niet stoppen. En dus moest hij andere manieren vinden om zijn frustraties kwijt te spelen en zijn overwinning overdreven vieren tegenover deze tom was daar een voorbeeld van. Hij probeerde de leeftijd van de tom in te schatten, want daar had hij geen tijd voor gehad tijdens het gevecht. Hij wist wel dat de tom die de RiverClanner was komen joinen in het gevecht jonger was dan hun beiden. En hij wist dat hijzelf ouder moest zijn dan de tom. Het zou voor de RiverClanner waarschijnlijk nog langer duren om warrior te worden dan voor Jaypaw. En als hij niet snel aan zijn vechttechnieken ging werken, zou het voor de RiverClanner nóg langer duren om uiteindelijk een warrior te worden. Jaypaw kon zich niet indenken dat hij zijn Clan zou kunnen verdedigen met zo’n zielige vechttechnieken. Hij ontblootte nijdig zijn tanden en zijn klauwen schoten uit hun hulzen toen hij de opmerking van de RiverClanner hoorde. ‘Alsof ik het zo leuk vond!’ snauwde hij de tom toe. Als hij anderen pijn doen écht leuk zou vinden, zou hij te veel op zijn vader en op diens Clan lijken en dat wilde hij niet. Hij wilde geen lol vinden in het pijn doen van anderen, maar hij kon een lichtelijk euforisch gevoel niet onderdrukken toen hij dacht aan de afschuw waarmee de RiverClanner hem had aangekeken toen RiverClan verslagen bleek te zijn door ThunderClan en ThunderClan de Sunningrocks weer terug hadden mogen claimen. ‘Het was gewoon een kwestie van mijn Clan verdedigen. Het gaf gewoon een fijn gevoel om te zien dat jouw Clan verslagen werd door de mijne. En zo’n erge wonden heb ik je nu ook weer niet toegebracht, dus stel je niet aan.’ Hij keek de tom met vernauwde ogen aan. ‘Je bent gewoon pissig omdat je je Clan niet kon verdedigen op dat moment. Er knaagt een schuldgevoel aan je omdat een jongere apprentice zich in het gevecht moest mengen, alleen maar omdat jij te zielig was om mij aan te vallen. Je Clan zal nog veel belang aan je kunnen hechten als je zo doorgaat.’ Zijn stem had een sarcastische toon aangenomen en hij keek de tom geïrriteerd aan.
|
| | | Renske 650 Actief “Listen, smile, agree, and then do whatever the f*ck you were gonna do anyway.”
| |
| Onderwerp: Re: We'll always be enemies. di 13 dec 2016 - 20:10 | |
|
Aspenpaw zag het weer voor zich, dat hij alleen in beweging kwam om Wolfpaw te helpen in het gevecht. Hij had Wolfpaw niet aan stukken zien kunnen scheuren door deze ThunderClan apprentice, maar vervolgens liet hij zichzelf helemaal in elkaar slaan. Hij wist dat hij niet de sterkste was of het handigst in het gevecht en plus dat hij daarbij er ook nog bang voor was toen het moment daar was. Hij kreeg bijna weer rillingen over zijn rug. Hij haatte het echt! Fel keek hij dan weer toen de grijze kater begon te praten. Hij vond het niet leuk? Aspenpaw snoof schamper. ‘Zo leek het anders niet,’ hapte hij terug. Dat durfde Aspenpaw dan wel, met woorden te vechten. Zo lang de rivier tussen hen in lag, voelde hij zich veilig. No way dat de Thunderclanner hem zou volgen het water in, mocht hij proberen hem aan te vallen. De grijze apprentice begon vervolgens weer te kakelen, dat hij zich niet aan mocht stellen, dat hij waardeloos was voor de clan. En dat raakte Aspenpaw. Hij keek beschaamd weg van de grond. Was hij waardeloos als hij zijn clan niet kon beschermen? Als hij bang was om te vechten? Nee, dat mocht niet. Hij kon jagen, patrouilleren als het moest. Hij deed zijn uiterste best. Maar daarentegen. Hij sprak af met Fernpaw, had een vriend in ThunderClan. Was hij wel een goede RiverClanner? Aspenpaw keek de ThunderClanner weer aan en kreeg een zekere vastbeslotenheid in zijn blik. Hij liet deze rotkater hem niet klaar maken, al voelde hij zich misschien wel waardeloos. ‘Jullie vielen aan! Het was niet je Clan verdedigen, het was hebzucht van jullie!’ snauwde hij terug. Niet noemend dat dit de patrouille was die origineel het kamp zou moeten beschermen terwijl de goede vechters op pad waren om oorlog te voeren met WindClan. Het was Sunningrocks verdedigen met de helft van wat ze hadden. Als ze op volle kracht waren geweest, was dit nooit gebeurd. Maar dat waren oude koeien uit de sloot halen, het was gebeurd. Maar deze kater haalde het bloed onder Aspenpaws nagels vandaan. Waarom dacht hij dat het oké was om zich zo te gedragen. ‘Iedereen heeft andere kwaliteiten. Niet iedereen hoeft goed te zijn in vechten,’ bromde hij ertegenin. Hij ging ook niet toevoegen dat hij er goed in was, maar hij kon vissen. Hij wist dat het een beetje een slap excuus was, maar wat moest hij anders? ‘En jouw clan wordt niet beter met een pestkop erbij!’ probeerde hij de kater nog te beledigen, maar met het woord werd Aspenpaw hopelozer om het ook echt menend over te laten komen. Hij keek weer weg en had zin om weg te rennen, maar dan had de ThunderClanner dit ook weer gewonnen. Dat mocht hij niet laten gebeuren, dan was hij echt een enorme loser.
OOC: Ahh, sorry het lukte niet echt D:
|
| | | Freedje 314 Actief
| |
| Onderwerp: Re: We'll always be enemies. di 3 jan 2017 - 15:16 | |
| Jaypaw dwong zichzelf met alle zelfbeheersing die hij had om niet in het water te springen en de tom aan te vallen. De tom haalde het bloed onder zijn nagels vandaan door te suggereren dat Jaypaw het leuk vond om anderen pijn te doen. En als hij wist van de afkomst van Jaypaw’s vader, zou hij dat alleen maar benadrukken. Dan zou hij Jaypaw vast en zeker voor een smerige BloodClanner uitschelden. Maar als de RiverClanner dat zou weten en hij zou het tegen Jaypaw gebruiken om toch maar iets te zeggen te hebben, zou het gedaan met hem zijn. Dan zou Jaypaw de border tussen hun negeren en hem echt een paar krassen geven die hij niet gauw zou vergeten. Maar goed. Hij moest ophouden hiermee, want hij was zichzelf weer boos aan het maken voor niets. ‘Als je niet zo’n verschrikkelijke angsthaast was om te vechten, zou je zelf ook euforie gevoeld hebben als je een tegenstander kon verslaan. Stel je niet zo verschrikkelijk áán.’ Nijdig zijnde keek de ThunderClanner naar de tom. ‘Hebzucht?’ Nou werd-ie echt mooi. ‘Jullie verschrikkelijk Clan probeert de Sunningrocks al heel lang van ons af te pakken. Dus welke Clan heeft nu last van hebzucht? Niet de onze!’ Uitdagend keek hij de zwart-witte tom aan terwijl hij met zijn staart zwiepte. Oh, wat hij er niet voor over zou hebben om nu de border over te steken en deze tom een goede mep tegen zijn kop te geven! ‘Blijf dat vooral volhouden voor jezelf,’ zei Jaypaw honend. ‘En misschien als de BloodClan jullie op een dag ook probeert over te nemen dat je hun kunt overtuigen dat je ‘andere kwaliteiten’ hebt. Misschien laten ze je dan zelfs wel met rust.’ Met een brede glimlach keek hij de tom aan, maar dat veranderde al snel weer naar zijn gebruikelijke norse blik. Yeah right. ‘Je kunt het zo zien of je kunt het ook als een soort botte advies zien,’ zei de tom deze keer al wat rustiger. ‘Ik meen het, dude. Je moet echt beter worden in je vechttechnieken. Nu waren wij het nog maar en Clans doden elkaar niet zo gauw, maar wat als je op een dag echt geconfronteerd wordt met de BloodClan of met een levensgevaarlijke rogue? Je Clan moet op je kunnen rekenen. Je moet niet jezelf verdiepen in je andere vaardigheden, je moet je vaardigheden aanscherpen die dat nodig hebben.’ Deze keer klonk zijn stem niet honend meer, maar keek hij de tom juist op een serieuze wijze aan. ‘Je moet ervoor zorgen dat je voor jezelf kunt opkomen als je alleen in de problemen raakt tot er versteking is. En dat gaat niet als je je enkel op je andere vaardigheden concentreert omdat je denkt dat je het vechten nooit volledig gaat beheersen.’
OOC: No problem ^^ Je kunt niet altijd zo geweldig zijn als mij kuch kuch Nee, grapje! Soms heb je van die dagen dat het wat minder gaat; dat is geen probleem (: |
| | | Renske 650 Actief “Listen, smile, agree, and then do whatever the f*ck you were gonna do anyway.”
| |
| Onderwerp: Re: We'll always be enemies. di 14 feb 2017 - 21:55 | |
|
Aspenpaw bleef met een strak gezicht naar een kat die hij nu als vijand had bestempeld kijken. Het puntje van zijn staart ging heen en weer en zijn kaken stonden klem op elkaar. Wat moest hij nou van hem? Toen er weer woorden uit de bek van de apprentice kwamen, keek hij hem weer nors aan. Wat oordeelde hij wel niet. Ja, hij wás een angsthaas geweest en heel misschien stelde hij zich nu wel aan. Maar no way dat hij dat ging toegeven. Dat stuk vossenstront moest maar eens zijn bek houden en niet zo gemeen zijn. Aspenpaw had helemaal geen euforie gevoeld toen hij de apprentice een kras op zijn gezicht had gegeven, alleen maar afgunst naar zichzelf. ‘Als jij zo'n laffe aanval euforisch vind, prima,’ grauwde hij. Dát was wel waar. Ze moesten hebben gezien dat Butterstar met de beste vechters naar WindClan was vertrokken, dat kón niet anders. En toen moest hij overhoop mee gaan helpen met vechten tegen ThunderClan. Ja, dat had nooit moeten gebeuren en ze hadden verloren. Natuurlijk. Maar toen de hufter zij dat Sunningrocks bij ThunderClan hoorde schoten Aspenpaws haren omhoog. ‘Sunningrocks heeft áltijd al bij RiverClan gehoord. Het behoort bij óns en jullie zijn dieven!’ schreeuwde hij naar de grijze kater. Als kit waren die verhalen altijd al aan hem verteld dat ThunderClan jaloers was op hun Sunningrocks en altijd waren er gevechten over. Dan hoorde het bij Thunderclan, dan weer bij RiverClan. Maar vroeger was de rivier groter en grensde het aan de rivier, maar sinds het er niet meer aan grensde, vond ThunderClan dat het ineens van hen was. Dieven waren het, en dat zouden ze altijd blijven. Aspenpaw snoof en zijn staart ging heftiger heen en weer zwaaien. De grijze had hem nu écht kwaad gemaakt. En dan ook nog zo arrogant spelen. Aspenpaw probeerde zijn hoofd koel te houden, maar het lukte hem gewoon echt niet meer. Hij had bijna zin om de apprentice om een klap te verkopen. Misschien dat hij dan zou ophouden met kletsen. ‘Volgens mij heeft BloodClan jullie clan overgenomen. Ze nemen RiverClan toch niet over, want jullie zijn allemaal hetzelfde. Bang om jullie klauwen nat te maken. Jullie zijn de watjes!’ snoof hij. Ja, andere katten dachten altijd dat ze dood gingen als ze water zagen. BloodClan zou vast niet durven hun clan aan te vallen. Dan zouden ze hun eiland moeten betreden en daarvoor zouden ze moeten zwemmen. Nee, dan kozen ze liever waar ze hun poten droog konden houden, zoals bij ThunderClan. En toen. Ohhh, wat er toen gebeurde. Tandenknarsend, bijna schuimbekkend stond Aspenpaw bijna te stuiteren. Hij durfde hem de les te gaan geven? Wilde hij hier wel een woord vuil aan maken? Natuurlijk kon hij zichzelf wel verdedigen... vast wel, met een beetje trainen. Hij had bovendien Wolfpaw geholpen toen hij in het gevecht ging mengen, dat scheen de grijze te zijn vergeten. ‘RiverClan kan altijd op me rekenen,’ bromde hij toen. Hij moest nu echt zijn zelfbeheersing tot het uiterste zien te testen om niet te gaan schreeuwen of dat hij het water in dook en de grijze ook in de rivier trok. En so what als hij nooit zou leren te vechten. Niet iedereen was een natuurtalent. Dan verloor hij maar elk gevecht in hem leven, boeide dat hem wat. Aspenpaw kwam op een punt dat hij niet meer wist wat hij moest doen. Ergens was hij laaiend, maar aan de andere kant begon een vlammetje in zijn brein te wakkeren. Wat áls de ThunderClanner gelijk had. Nee, dat kon niet. De gast was een muisbrein. Maar zodra er een idee in zijn brein was gekomen, kwam het er niet uit. Moest hij dan maar harder gaan trainen? Of zou hij voor altijd een complete nietsnut blijven.
-Ik kwam erachter dat zowat 50% van onze topics onze chars ruzie hebben :') *kuch RascalxSharl, ButterxAspen, AspenxJay...*
|
| | | Freedje 314 Actief
| |
| Onderwerp: Re: We'll always be enemies. do 16 feb 2017 - 20:37 | |
| ‘Laffe aanval?’ Jaypaw ontblootte zijn tanden woest naar de RiverClanner. ‘Ik heb gevochten zoals het moest voor mijn Clan. Dat jij nu zo’n watje bent en me niet fatsoenlijk aan kunt vallen, is niet mijn probleem.’ Wie dacht deze tom wel niet dat hij was? Dat hij Jaypaw zomaar kon vertellen dat het een laffe aanval was en ermee wegkomen? Maar zo te zien begon de tom ook laaiend op hem te worden. Hij hoopte eerlijk gezegd dat de RiverClanner zijn geduld zou verliezen, de border over zou steken en met hem zou komen vechten. Nu waren er geen RiverClanners en geen Clanmates die konden helpen bij het gevecht. Ze stonden er alleen voor. Hij had zin om deze tom een harde klap voor zijn kop te geven die hij niet gauw zou vergeten. En dan kon het hem eerlijk gezegd niet schelen of de tom er iets aan over zou houden. Zo boos was hij op de RiverClanner. Met een schok besefte hij zich dat zijn gedachten bijna gelijk liepen met die van een BloodClanner en even schoot er twijfel door hem heen. Zou hij dan toch wel een beetje op zijn vader letten zoals sommigen beweerden? Hij slikte, maar concentreerde zich koortsachtig op de tom. Hij mocht niet afgeleid raken! ‘Onzin!’ snauwde hij terug. ‘Sunningrocks behoorde vanaf het begin al tot ons territory. Jullie hebben het gewoon altijd van ons af proberen te pakken. Je moet de rivier doorkruisen om op de Sunningrocks te komen, dus de Sunningrocks liggen nog aan het land van ThunderClan territory. Die zielige rivier is voor jullie. Welke kat wil zijn pels nu eenmaal nat maken, right?’ Hij keek de tom opnieuw spottend aan. Toen de tom over de BloodClan begon, ontblootte hij opnieuw dreigend zijn tanden en liet zelfs een gefrustreerde sis ontsnappen. ‘Ik denk dat als BloodClan jouw vechtkunsten zien dat ze wel anders denken. Dan zullen ze RiverClan als een makkelijk slachtoffer zien. Stel je eens voor dat een hoop van je Clanmates gewond raken door de BloodClan en jij moet ze redden? Ik zie het nog niet gauw gebeuren.’ Hij wist dat hij gemeen bezig was, maar dat was de tom voor hem ook. ‘Ben je daar zeker van?’ mauwde hij honend op de opmerking van de RiverClanner. ‘Weet je zeker dat RiverClan op je kan rekenen? Misschien voor de zielige taken die je als apprentice uit kunt voeren, ja. Maar voor een gevecht zou ik nog lang niet denken dat je zodanig klaar bent dat je Clan echt op je kan rekenen.’ Hij liet zijn klauwen uit hun hulzen gaan. ‘Tenzij je natuurlijk hier anders wilt bewijzen?’ Zijn ogen keken de tom uitdagend aan. Als de tom wilde vechten, was hij klaar voor dit gevecht.
OOC: Dat is niet echt een goed teken voor ons... xD |
| | | Renske 650 Actief “Listen, smile, agree, and then do whatever the f*ck you were gonna do anyway.”
| |
| Onderwerp: Re: We'll always be enemies. zo 19 feb 2017 - 0:03 | |
|
Aspenpaws blies boos naar de kater toen hij hem een watje noemde. Dat was hij niet. Niet helemaal. Hij durfde heel veel, heel veel andere dingen. Hij durfde een donderpad zomaar over te steken, hij durfde grenzen over te steken, hij durfde nog veel meer. Alleen hij had niet meer langer aan wíllen vallen, omdat hij het zo verschrikkelijk vond voelen. Hij was geen watje. Nee, dat ging hij niet zomaar accepteren. ‘Je hebt gevochten in een laffe aanval als een lafaard!’ grauwde hij kwaad naar de grijze apprentice. Hij zou het krijgen. Nu écht. Aspenpaw zou de rivier in springen, naar de andere oever zwemmen, en hem het water in duwen. Hij zou niet weten wat hem zou overkomen. En als hij bijna was verdronken, haalde hij hem er weer uit. Dan kon hij hoesten als een kitten. Aspenpaw betrapte zichzelf op deze kwade gedachten, maar het maakte hem nu niet meer uit. Die ThunderClanner was zo’n gore pestkop. Zou hij ook zo zijn met zijn clanmates? Iemand moest hem een lesje leren en dat zou Aspenpaw zijn. Dan kon hij eindelijk laten zien dat hij géén watje was. Aspenpaw blies nogmaals dreigend naar de grijze toen hij weer begon over Sunningrocks. ‘Ik weet niet wat jouw elders jou vertellen, maar ze hebben duidelijk bijen in hun brein,’ siste Aspenpaw kwaad. ‘Sunningrocks heeft altijd bij RiverClan gehoord. En we zullen weer terugnemen wat jullie dieven van ons hebben afgenomen,’ snauwde hij fel. Zijn staart zwiepte gevaarlijk heen en weer en zijn nagels stonden in de grond geboord. Toen hij ook nog eens RiverClan beledigde wie nou zijn vacht nat wilde maken, gromde hij nogmaals. Hij was gewoon jaloers dat RiverClan iets kon wat ThunderClanners nooit zouden leren. ‘Wil je voelen hoe het is om een natte vacht te hebben?’ sprak Aspenpaw uitdagend. Serieus, hij zou het nu krijgen ook. De rest van de grijze zijn beledigende woorden zat hij met klemmende kaken op elkaar uit. Het was onzin wat uit de bek van de grijze kwam. Hij kón wel zijn clan beschermen en vechten als het moest. Natuurlijk wel, nu helemaal dat hij wist dat ThunderClan zulke gemene mormels produceerde. Maar Sootpaw was wél zijn vriend… Aspenpaw schudde de gedachte weg. Dit grijze mormel zou ervan langs krijgen. Aspenpaw gromde luid bij zijn laatste opmerking. ‘Kom maar op,’ siste Aspenpaw, waarna hij zonder twijfel de rivier in dook en als een volleerde RiverClanner naar de andere oever zwom. Slechts zijn ogen, neus en oren staken boven het water uit, terwijl zijn poten krachtig door het water sloegen. Het duurde niet langs voordat hij de andere oever had bereikt en vlug krabbelde hij de kant op. Hij wist dat de ThunderClanner zich had kunnen voorbereiden op zijn aanval vanuit het water, daarom probeerde hij ook meteen, terwijl hij nog half in het water lag, een poot om één van de poten van de grijze te haken en hem zo het water in proberen te krijgen, terwijl zijn kop natuurlijk onbeschermd was.
- Ik ben Aspenpaw en ik ben boos
|
| | | Freedje 314 Actief
| |
| Onderwerp: Re: We'll always be enemies. zo 26 feb 2017 - 15:23 | |
| Jaypaw blies van woede. ‘Je hebt het recht niet om zo over onze elders te spreken! Zij hebben ThunderClan al seizoenenlang gediend. Geen kat mag zo over ze spreken. En dan vooral niet de katten die in een andere Clan zitten.’ Nee, de tom ging hiervoor boeten. Niemand had het recht om zo over zijn elders te spreken. Jaypaw had als kitten zijnde een paar dagen bij hun doorgebracht en was te weten gekomen hoe geweldig ze wel niet waren. Ja, er was hem geleerd dat RiverClan de Sunningrocks onterecht steeds terug opeiste en dat de rechtmatige eigenaar ThunderClan was, maar dat wilde nog niet zeggen dat Aspenpaw dat tegen mocht spreken. Hij kende zijn feiten; het werd tijd dat die domme RiverClanner hetzelfde zou doen. Natuurlijk groeiden ze op in twee verschillende Clans en kregen ze dan ook twee verschillende verhalen aangeleerd, maar Jaypaw zou er nooit aan denken om een elder uit te schelden. Daar had hij te veel respect voor. Ja, hij mopperde wel eens als hij een taak moest doen die hij niet wilde doen, maar het was niet dat hij ging zeggen dat de elders in RiverClan bijen in hun brein hadden. Alleen dat al was voor hem een reden dat hij de RiverClanner eens goed op zijn plaats moest zetten. ‘Ik wil het je graag zien proberen,’ mauwde Jaypaw al even uitdagend terug toen hij de woorden van Aspenpaw hoorde. En daar werd voor gezorgd, want niet veel later sprong Aspenpaw, na nog wat uitdagende woorden gesproken te hebben, in het water. De tijd die Aspenpaw nodig had om tot hier te geraken kon Jaypaw gebruiken om in te schatten welke schade hij toe kon richten. Aspenpaw kon zijn kop onmogelijk verdedigen. Daar deed hij schijnbaar ook niet echt veel moeite toe, want het eerste wat hij probeerde was Jaypaw in het water te krijgen. Jaypaw haalde ongenadig hard uit met zijn klauwen in de richting van Aspenpaw’s gezicht; hij mikte tussen de ogen van de tom zodat hij zich in elk geval dood zou schrikken. Daarna boog hij snel naar beneden en beet met zijn tanden in de richting van de poot, maar hij was zijn evenwicht ondertussen wel al verloren. Hij voelde pijn door zijn klauwen schieten toen hij zich nog nét kon redden van een vervelende val in het water en sissend van woede week hij wat naar achteren zodat Aspenpaw hem niet meer in het water kon trekken. ‘Kom dan op het droge land vechten, watje. Maar dat ben je zeker niet gewend, hè? Dat liep ook niet zo goed af bij de Sunningrocks.'
OOC: #ThugLife |
| | | | Onderwerp: Re: We'll always be enemies. | |
| |
| | | |
| Permissies van dit forum: | Je mag geen reacties plaatsen in dit subforum
| |
| |
| |