Het was al opmerkelijk kouder gevonden en ondanks dat de witte poes al een wintervacht had kon ze het zelfs door haar dikke pels de koude briezen voelen. Waardoor ze voor even wat moest bibberen door de plotselinge ijzige aanraking. Haar goude blik richtte zich op een zeer bekende gestalte dat het kamp in wandelde en een glimlach ontstond op haar gelaat. Het was overduidelijk haar moeder. Neverdream. Sinds de warrior ceremonie hadden ze niet veel contact meer. Iets waar Briar zeker spijt van had. Vooral nu ze samen konden jagen en zelfs een Den deelden. Dus besloot de jonge kattin haar eventjes te spreken. Gewoon wat bij te praten. Langzaam, zeker twijfelend over hoe ze een gesprek kon beginnen, maar zeker liep ze richting de zwarte poes. Toekijkend hoe de poes haar best deed op evenwicht te blijven. Ze had duidelijk een betere jacht gehad dan zijzelf had deze ochtend.
Echter leek de kattin wat te wankelen precies voordat ze bij de prooihoop aankwam en een eekhoorn gleed van haar rug af. Snel schoof Never het bij de rest. De witte poes moest haar giechel onderdrukken voordat ze wat dichter naar haar moeder toeliep. "Hoi", glimlachte ze vriendelijk naar haar. "Goede vangst gehad, zie ik."