Buttercup draaide zich om, en zuchtte. Ze liet haar hoofd hangen, en staarde voor zich uit. Toen draaide ze zich maar weer om. Ze voelde zich niet goed. Al dagen niet meer. Ze lag in met Marshkit, met haar oog. Het was een probleem, iedereen wist het, maar niemand kon er iets aan doen. Het was gewoonweg een marteling voor de jonge moeder. Ze had ook maar een kit gekregen, en de vader was verdwenen. Ze probeerde hem te vergeten, en de laatste tijd werd het makkelijker, maar er zou weer een nieuw litteken in haar hart gekerft staan, dat er door niemand uit te krijgen was. Ze gaf het op, en stond op. Misschien kon ze wat gaan jagen ofzow. Door de velden rennen, ze had het lang gemist, maar nu Marshkit ouder was kon ze terug jagen. Ze stond soepel op, gaf haar witte vacht een langzame wasbeurt, en liep toen de den uit. De zon scheen vredig op het nog stille kamp, maar de schaduwen werden al kouder. Haar ogen fixeerden zich op een gestalte die door het kamp liep. Ze hoorde zachte pootrippels, en ze glimlachte zwakjes. 'Hallo' Zei ze. Ze zag nog niet wie het was, maarja.