Ineens stond daar een jonge grijze poes die haar keel schraapte. ''Hey.'' Miauwde de onbekende kat. Bronzemask stond stil en wiebelde met haar oortjes. Ze rook voornamelijk Rogue, maar ook Bloodclan. Ze zette twijfelend een stap achteruit. De grijze kattin was jong, bijna nog een kitten. Als dit geen valstrik was, kon ze zichzelf altijd redden. De vreemdeling zag er ook niet agressief uit. Of was dat maar schijn. ''Als je wilt kan ik helpen zoeken...'' Glimlachte de kattin vriendelijk. ''Heb jij misschien een poes gezien, die er ongeveer zo uit ziet als ik, alleen dan met meer wit in haar vacht?'' Vroeg ze terwijl ze probeerde te ruiken of er nergens enge Bloodclanners in de bosjes zaten te wachten tot ze het zwakste was. Ze probeerde om haar tranen weg te vegen met haar voorpoten. De zwakken worden altijd gepakt, zij zijn prooi. Bronzemask wilde geen prooi zijn.