De witte poes baande haar weg door het bos terwijl ze de geur van een waterratje volgde. Het begon al te vriezen. En ondanks dat de vochtigheid wegbleef, ze kon het voelen onder haar poten, in de lucht. Zelfs te bladeren in de bomen en struiken leken te reageren op het ijzige weer. De kattin zelf kon het niet zo snel merken, dankzij haar dikke vacht, natuurlijk. Haar goudgele ogen keken voor zich uit totdat ze dicht bij de Sandy Hollow nog een geur opving. Geen prooi in ieder geval, maar het was tenminste ThunderClan. De poes zwiepte zachtjes met haar staart terwijl ze via de ingang van de kuil richting de geur afliep. Een grijns vormend toen ze zag dat een apprentice er lui op zat te zonnen. Niet dat de zon zoveel warmte gaf maar de kater leek er tenminste van te genieten. Nog een stap deed ze naar voren, totdat ze het zonlicht van hem afbrak. De witte poes besefte dat de kat wel een warrior kon zijn. Maar ze had al een tijdje geen gesprek met een kat gehad. Dus hopelijk hielp de kater mee. Wacht is even. Dit was nogsteeds echter een apprentice. "Ik zie al dat je op dit moment druk bezig bent met je trainingen, Branch." Miauwde ze plagerig.