Salmonleap gaapte verveeld. Pfft, jagen, jagen, nog een beetje jagen. Het werd zowat saai. Met een zucht trippelde ze richting de grens, misschien viel daar nog wat te beleven. Daar eenmaal aangekomen keek ze geërgerd naar de zonnerotsen, die daar zo uitnodigend in het stralende zonnetje lagen te roepen 'kom op mij liggen, kom hier lekker slapen, zo warm, zo fijn!'. Misschien... Het was alleen wat lastig dat ze nu warrior was. Als jonge apprentice kon ze zich nog beroepen op onschuld en onwetendheid en dan kon ze er nog wel mee wegkomen, maar als volwaardige warrior ging dat niet lukken. Aan de andere kant was ze nu groot en sterk en kon ze dat ook gebruiken om te doen wat ze wilde. En als ze kort bleef, werd ze misschien niet eens gesnapt... Ze zette één poot op de grens, maar zag toen een RiverClanner aankomen en schrok even. Die schrok ebde echter al gauw weer weg toen ze zag wat voor een kleintje het was. "Wat doet een kitten zo dicht bij de grens?" riep ze verbaasd naar het katertje.