Swift trippelde rustig langs het Shadowclan gebied, al had hij vandaag al één muis gevangen en deze terug gebracht naar het kamp. Trots liep hij weer rond om de volgende prooi te vangen, hij wilde namelijk wel meer als 1. Hij deed namelijk een kleine weddenschap met zichzelf, elke dag ging deze in. Vaak ving hij best veel, hij zou een goede krijger worden van Shadowclan dacht hij steeds in zijn speelse kop. Al rook hij iets, een rat. Die waren erg lekker, helemaal omdat ze zo sappig en knapperig te gelijkentijd waren. Hij schoot in zijn jaaghouding en schoot door zijn poten heen, hij schudden met beiden zijn schouders. En schoot naar voren, al had de rat zijn aanwezigheid al gemerkt en schoot veder weg in de diepen bossen in. Vlug rende de jonge Shadowclan apprentice die zelfde richting op, al kwam er iets zijn neus binnen. Een vieze afgrijselijke geur, "Starclan verdomme wat is dit nu weer!" Riep de kater die gelijk stopte met rennen. Hij wreef een paar keer met zijn poot langs zijn neus, al stak hij zijn oren in de lucht bij een hard aankomend geluid. Hij schrok en wilde zich omdraaien om vlug te vluchten richting het kamp al schraapte hij de moed bij elkaar. De jonge gestreepte kater zwiepte met zijn staart en probeerde wat te vangen als een vangst van Shadowclan, alleen het viel hem tegen vandaag. Hij vond niet veel in de beurd, zijn neus zat hem vandaag tegen. Het kwam door een bitteren geur deze bleek van een struik veder op te komen, hij wist niet wat deze geur was dus ontbloten zijn klauwen en sloop rustig als hij wat andere katten bij zich mee had zou hij zeggen dat die als eerste moesten voor gaan. Al was het nu zijn taak, toen hij de bosjes uitkwam stond hij op een zanderig pad wat hij veder bekeek. Deze liep tot bij een hard pad, al lag er bloed op de weg. Hij bekeek dit veder, de stank was hier sterker. Al lag er op deze verharde weg zijn RAT! Hij kwam met vreugde overeind, "oh mijn klauwen, nu hoef ik zelf niet eens meer te jagen. De beste manier van jagen, is om lui te zijn." Miauwde hij nog al in zichzelf. Hij zwiepte vrolijk met zijn staart, sloop de verharde weg op en klemde de rat tussen zijn kaken. Al was dit keer deze rat echt plat, waar was de sappigheid?! Hij ging van de verharde weg af en begon de rat af te kluiven, wachtend wat het avontuur vandaag zou worden.