alexandra 146
| |
| Onderwerp: Murder With A Book - Story do 21 jul 2011 - 21:53 | |
| Een nieuw verhaaltje van me :'3 Ik heb nu alleen de, verrekte korte, proloog geplaatst. Ik zal dit topic zo veel mogelijk updaten als er weer wat nieuws is!
Wat doet een schrijver die niets te schrijven heeft? Hij koopt een kladblok bij een tijdschriften winkeltje, samen met een pen, en gaat een aantal rondjes door de stad lopen. Tegelijkertijd let hij op dingen die hij in zijn verhaal kan proppen. Zo maakt 'ie zijn eigen inspiratie voor een nieuw verhaal.Zo ging het bij mij ook, maar het liep anders af. Ik ben Daniel McShen. Ik woon aan het Ierse Lough Derg meer, in een houten vissers huisje uit de jaren 80. Ik heb, had, heb een vrouw en een hond. Nee, ik hád een vrouw en héb een hond. Ik zit midden in een scheiding wel te verstaan. Mijn vrouw is er met een accountmanager vandoor gegaan. Ik leef als enig ander schrijver, zonder een cent te makken. Ondanks dat ik pas begin 30 ben, zie ik er een stuk ouder uit. Mijn helder blauwe ogen in combinatie met mijn schouder lang, licht krullend, bruin haar met blonde uitgroei. Plus een snorretje en een klein sikje, doet men al snel denken dat ik tegen de veertig aanloop. Tevens denken mensen al snel dat ik een leerkracht ben, ik ben er nog steeds niet hoe ze daar bij komen. Sommige mensen denken dat je als schrijver snel rijk wordt. Nou, ik kan alleen maar zeggen; Keep dreamin'. Het leven als schrijver is bikkelhard, zeker met alle concurrentie de laatste tijd. Je mag van geluk spreken als je meer dan honderd boeken verkoopt. En als je al meer boeken verkoopt, gaat al het geld naar je uitgever en krijg je zelf, nou laten we zeggen, net genoeg om één week mee rond te komen. Niet echt een luizenleventje heb je dan, dat kan ik je wel vertellen. En als je er dan ook nog achter komt dat je vrouw er met een accountmanager vandoor is en lekker licht te rotzooien in een motel in het plaatsje waar je woont, in dit geval dus Mountshannon, dan word het leven je soms echt te veel. Maar goed, ik ben bezig over mijn eigen leventje. Momenteel ben ik weer bezig met een verhaal, of ik probeer het in ieder geval. Want echt veel komt er niet uit. Ik heb, als ik het goed heb, vaker op de Delete knop gedrukt, dan woorden op papier gezet. Een inspiratie-lek noemen we het dan. En dat kan je je als schrijver niet permitteren. Dus, moet ik zoek naar een nieuwe bron om weer wat geld in het laatje te krijgen, want 'ie begint aardig te verstoffen en ik heb zo'n idee er dat er een gezinnetje spinnen in woont. Ik heb er in ieder geval al een tijdje niet meer in gekeken. Oh, ik heb sowieso nog maar geluk dat ik hier mag blijven wonen. Dit huis staat nog altijd op naam van mijn vrouw, en zolang de scheidingspapieren niet zijn ingevuld, mag ik er blijven wonen. En aangezien ik die scheidingspapieren 'kwijt ben geraakt', zal het ook nog wel een tijd duren voordat ik uit huis word gezet. Maar goed, ik zal dit verhaal bij het begin beginnen, zo'n vier a vijf maanden geleden. Mijn laatste boek was net drie maanden uit, maar er waren nog geen tweehonderd exemplaren van verkocht. De kans dat er nog meer zouden worden verkocht was aardig klein, en werd met de dag kleiner. Ik hielt me een beetje gedeisd, vanwege de vele schuldeisers die achter me aan zaten. Al dagen kwam ik mijn bed niet uit, pakte de telefoon niet op en reageerde niet op mensen die op de deur klopte. Ik leefde op zakken Dorito's en blikjes 7Up en bier. Niet echt het ideale leven, dat kan ik je wel vertellen. Dan had ik ook nog een irritante schoonmaakster in huis rond lopen, het liefst zou ik d'r een kogel door haar hoofd heen schieten, maar ik hielt me gedeisd en liet haar met rust. Toch moest ik weer aan het werk gaan, want zo kwam er helemaal niets meer van ...
HOOFDSTUK 1
'Kan iemand die goddamn telefoon opnemen?' De telefoon stond inmiddels al voor de vijfde of zesde keer te rinkelen, maar er werd maar niet opgenomen. Of opgehangen, dat zou zelfs nog beter zijn. Dan had ik tenminste weer rust en kon ik weer verder slapen op de bank. Ik draaide me nog een keertje om en legde een kussen over mijn gezicht heen. Zo was het geluid van die irritante telefoon tenminste iets beter te verdragen. Na een tijdje hielt het gerinkel op. Mijn belagers hebben het dus uiteindelijk toch opgegeven. Ik haalde langzaam het kussen van mijn gezicht af, maar gooide hem er weer meteen op toen ik de stem van Miss Lirtooz hoorde. “Mrs McShen, wat heeft u toch een verschrikkelijk mooi huis. Zo aan het meer, gezellig in het zonnetje buiten zitten. Prachtig echt prachtig. Oh, voordat ik het vergeet, er lag een manuscript in de prullenbak, die heb ik er voor u uitgehaald. Het ligt op de keukentafel.” Meteen had ze mijn aandacht te pakken. Als mijn geheugen me niet in de steek had gelaten heb ik nooit een manuscript in de prullenbak gegooid. Dus waar kwam deze dan vandaan? Ik kwam van de bank af, zocht op de tafel naar mijn bril en haalde mijn handen door mijn warrige haar heen. In een snel tempo liep ik naar de keuken toe, schoot ondertussen een denkbeeldige kogel af op Miss Lirtooz, die jammer genoeg denkbeeldig was, en bekeek het manuscript dat keurig op de keukentafel lag. Ik bekeek de voorkant, de naam, de titel en las de proloog door. Dit was géén verhaal van mij, dat was duidelijk. De titel en de naam van de schrijver kwam me ook totaal niet bekend voor. Ik haalde mijn schouders op en nam het manuscript mee naar binnen, legde het op de salontafel en ging naar boven om me aan te kleden. Niet veel later liep ik naar mijn auto toe om in Mountshannon boodschappen te gaan doen. Ik had Miss Lirtooz met een smoes het huis uit gewerkt en had nu gelukkig het pand voor mezelf. Even rust, even tijd om inspiratie op te doen. Want zonder inspiratie kwam er niets van mijn verhaal, en zonder verhaal kwamen er ook geen centen in het bakkie. Ik stapte in mijn auto, stak de sleutel in het contact en reed achteruit. Ik keerde de auto en ging op weg naar Mountshannon. Eenmaal in het dorpje aangekomen zetten ik mijn auto vlak voor de supermarkt neer. Ik stapte uit mijn auto, sloeg de deur achter me dicht en deed alles op slot. Ik gooide het manuscript, dat ik had meegenomen, in de vuilcontainer om te hoek en liep de winkel binnen. Van binnen zag de winkel er net zo armoedig uit als van buiten. Een paar tafeltjes en een bar waar mensen konden ontbijten, of lunchen, en het achterste gedeelte was bestemd voor de supermarkt. Het was niet veel, maar je kon er al je boodschappen vinden en dat was wat ik nodig had. Verveeld struinde ik door de gangen heen, bekeek de dingen die lekker waren, maar die ik niet nodig had. Vergaarde me aan al het lekkers dat hier te koop was, maar hielt het bij mijn gebruikelijke zakken Dorito's en blikjes bier en 7up. Toen ik alles bij me had, slofte ik terug naar de bar en betaalde mijn boodschappen. Het was niet veel en mijn stoffige portefeuille begon weer aardig leeg te raken. Ik moest snel weer wat geld hebben, op een of andere manier. Ach, dat was een zaak voor later. Ik liep terug naar mijn auto, zetten mijn boodschappen erin en bedacht me dat ik nog iets nodig had. Snel liep ik terug naar de winkel, maar ditmaal nam ik het zaakje ernaast. Het was niet veel, een klein tijdschriftenwinkeltje waar je onderandere tabak kon krijgen. Ik spurten de winkel door, totdat ik had gevonden wat ik zocht. Een klein, op zak formaat, kladblokje en een pen. Ik haalde mijn portefeuille tevoorschijn en telde mijn resterende geld. Het was maar eenmalig, zo bedacht ik me. Ik stopte, na het afrekenen, alles in mijn zakken en liep naar buiten toe. Ondertussen was ik totaal verdiept in een idee voor een nieuw verhaal, als ik opeens door geweerschoten word wakker gemaakt. Ik stond buiten de winkel, onder een parasol en keek toe hoe twee mannen op me af kwamen. Een van hen liep tegen me op en gooide me op te grond. Ik wilde wat tegen ze terug roepen, maar ze waren in een te grote haast om me op te merken. Snel krabbelde ik overeind en draaide me om. Geschrokken deinsde ik achteruit, ik keek recht in het geweer van een politieagent!?
HOOFDSTUK 2
Mijn helderblauwe ogen keken, iets wat angstig, over het geweer heen naar de man die 'm vast hielt. “On your feet,” sprak de man dwingend, aan zijn accent te horen kwam 'ie uit Mississippi. Het duurde maar enkele seconde voordat het tot me doordrong wat hij eigenlijk tegen me zei, maar ik voelde het geweer tegen mijn slaap aan toen ik langzaam overeind kwam. “Handen boven je hoofd, zodat ik ze kan zien!” Langzaam bracht ik mijn handen boven mijn schouders, net naast mijn hoofd en stapte naar achter toe. Direct daarop hurkte een man neer en pakte iets van de grond op. Ik probeerde te zien wat het was, maar een zwarte mantel ontman mij het zicht. Voordat ik iets kon doen werd mijn rechterarm op mijn rug gedraaid en in de boeien geslagen, waarna mijn linkerarm eraan vast werd gemaakt. “Wat heeft dit te betekenen?” protesteerde ik tegen het hardhandige gedrag. In plaats van een antwoord voelde ik een scherpe pijn door mijn slaap heen gaan toen er met het geweer tegen mijn hoofd aan werd geslagen. Ik kreunde luid, vlak voordat alles zwart werd en ik in een nevel van vergetelheid terecht kwam. Fel licht deed me mijn ogen tot sleeptjes knijpen, ik was totaal mijn oriëntatie kwijt. Ik rook de muffe geur van een stoffige kamer en de scherpe geur van zwarte koffie. Een klein stemmetje in mijn achterhoofd vertelde me dat ik me in een politiegebouw bevond, maar verder dan de grote lamp kon ik niet kijken. Dus wist ik ook niet wie er voor me zat. “Morton Andrew Rainey?” Ik keek op toen mijn volledige naam werd genoemd, waar een golf van misselijkheid achteraan kwam. Langzaam knikte ik, terwijl ik probeerde mijn maag weer in balans te brengen. “Waarom ben ik hier?” kwam er zwakjes uit mijn mond. “De reden voor uw verblijf hier hoeft u tot nu toe niet te weten.” De man, ik wist nu bijna zeker dat het een man was, was blijkbaar iemand die goed bij het boekje was. Ik kreunde zachtjes, mijn maag draaide nog steeds rondjes en ik begon een scherpe hoofdpijn te krijgen. “Mrs, Rainey. Klopt het dat u op de 29ste Juni j.l bij de supermarkt in Mountshannon boodschappen heeft gedaan?” Ik dacht na. Het feit dat ik boodschappen ben gaan doen klopt, maar over de datum twijfel ik. Het geen gebruik meer maken van een klok of kalender heeft er voor gezorgd dat ik geen idee meer heb ik in welke tijd ik leef. “Zou kunnen,” antwoorden ik daarom maar. “Zou kunnen? Kunt u iets specifieker zijn, mrs Rainey?” Ik zuchtte zachtjes. “Het klopt dat ik boodschappen ben gaan doen, maar ik weet niet welke dag het was... of is,” Ik schudde zachtjes mijn hoofd en hoorde de man zuchtte. Zonder aanleiding werd ik achterover gedrukt in mijn stoel en keek recht in een stel strenge zwarte ogen. Ergens deden deze ogen me denken aan een raaf, die zo je ogen eruit wilde pikken. Een huivering ging langs mijn ruggengraat omlaag. “Weet u dan toevallig ook waar dit vandaan komt?” Een plastic zakje werd voor mijn neus gehouden. Ik bracht mijn hoofd iets naar achter toe, zodat het ik het scherp kon zien. Er zat een geweer in het zakje! “Uh... nee?” zei ik, er zat een kleine trilling in mijn stem. Hoe moest ik nou in hemelsnaam weten waar dat geweer vandaan kwam? “En zou ik dan nu alstublieft mogen weten wáárom ik hier ben!?” Ik begon nu echt ongeduldig te worden. Waarom lieten ze me niet gewoon gaan? Ik heb niets gedaan!? De man voor me zuchtte zacht en wreef met de bal van zijn handen over zijn ogen heen. “Op 29 Juni j.l is er een bank overvallen in Mountshannon, er zijn daarbij ook schoten gelost. Dit geweer is het geweer waarmee die schoten zijn gelost.” Ik keek naar het bungelende zakje. Langzaamaan kwamen de herinneringen terug. De twee mannen die me omver liepen en daarna gehaast weg rende. Ik had toen inderdaad geweerschoten gehoord. Dus dan zou het verhaal van deze man kloppen. “En wat heb ík daar mee te maken?” vroeg ik kalm. “Het geweer lag naast je toen we je vonden.” Mijn ogen verbreden zich. Dat kon niet waar zijn, ik had nog nooit een geweer in mijn handen gehad. “Maar... ik was het niet, echt niet!” Ik stond op, maar werd weer terug geduwd in mijn stoel. “Er zijn vingerafdrukken gevonden, Mrs Rainey. U bent wel degelijk schuldig.” De stem van de man was nu niets meer dan een akelig gesis in mijn oor. Ik huiverde en zakte onderuit op de stoel. Vanmorgen was ik nog een arme schrijver zonder inspiratie, nu was ik een of andere beruchte bankovervaller. Is dit nou wat ze noemen; destiny? Of was het gewoon domme pech?
|
-- Tips en kritiek is altijd welkom :'3 Ik weet het, dit gedeelte is redelijk saai, maar er komt meer spanning in. Belooft! [size=3]Voor de mensen die Secret Window hebben gekeken, jah het is daar van afgeleid en jah de plaatjes komen ook uit die film xD I'm coming back I will return And I'll possess your body and I'll make you burn I have the fire I have the force I have the power to make my evil take its course
Laatst aangepast door Spiritkit op zo 31 jul 2011 - 13:30; in totaal 4 keer bewerkt |
|
alexandra 146
| |
| Onderwerp: Re: Murder With A Book - Story vr 22 jul 2011 - 1:13 | |
| Dank je Moonclaw! ^^'
Hoofdstuk 1 is toegevoegd. I'm coming back I will return And I'll possess your body and I'll make you burn I have the fire I have the force I have the power to make my evil take its course |
|
alexandra 146
| |
| Onderwerp: Re: Murder With A Book - Story zo 31 jul 2011 - 12:26 | |
| @Kittyheart: Thanks (:
Hoofdstuk 2 is geplaatst! I'm coming back I will return And I'll possess your body and I'll make you burn I have the fire I have the force I have the power to make my evil take its course |
|