Tomtit keek naar de rivier, het blauwe water stroomde langzaam. Al wist hij niet wat hij moest doen, hij keek er naar. Vragend, hij kon hier door dood gaan. Al kwam hem iets terug, het laatste gesprek tussen hem en Rout. Hij zou sterven bij zijn Clan, al was het niet belangrijk voor hem echt meer. Rout wilde hem niet meer zien, hij glimlachte kort. Een zucht verliet de lippen van de grijze krijger toen hij op de hem afliep. "Dus, ga je er in?" Vroeg de krijger verveeld, de jonge kater keek naar de krijger. Ghostfang was dat, een krijger wilde dus dat hij erin sprong. "Ja, ik denk het. Ik wou dat ik kon zwemmen voor mijn Clan." Miauwde hij naar de krijger, hij keek naar de gele ogen. Hij keek naar het harde stromende water, al kon hij niet zwemmen. Ergens moest je beginnen, hij sprong in het koude water met een sierlijke draai. Hij voelde hoe het koude water zijn vacht raakten, hij deed even niks. Hij zakte diep in het water, al kreeg hij het water binnen en hapte naar adem. Hij trappelde met zijn voor en achter poten en kwam net boven water, hij hijgde. Het zou misschien zijn dood worden, al deed hij dit voor zijn Clan als een Windclan kat het water in was gegaan dat hij deze zou kunnen redden. Hij kwam amper boven water, hij trappelde al was het niet goed genoeg.