De jonge kater lag nog in zijn mos bed, rustig te slapen. Hij bewoog bijna niet ter wel hij sliep, alleen zijn buik ging op en neer. Hij had gister de hele nacht opgebleven en vandaag bijna de hele ochtend, hij kon niet slapen en was dus gaan jagen. Al was het slecht voor zijn gezondheid, al had hij misschien iets te slecht geslapen door de warmte waar hij moeilijk tegen kon. Hij kneep zijn ogen samen en kwam vermoeid overeind, zijn ogen ware half open. Het was midden in de middag, al kon hij moeilijk slapen door de apprentices die hier vandaag aan het spelen waren in de den of juist kei hard aan het kletsen waren. Dus besloot hij overeind te komen, weinig katten konden hem en zijn tweeling zus Rout uitelkaar halen. Vaak werd de ene gezien als de ander, hij liet een gaap horen. Hij rekte zich voorzichtig uit en voelde zijn lichaam half al inzakken tijdens het rekken, weer liet hij een gaap horen. Misschien hielp jagen hem wel met wakker houden, hij sleurde zijn lichaam mee om uit de apprentices den te komen. Hij voelde zijn ogen elk moment dicht slaan, steeds dacht hij aan om te gaan slapen. Als een kitten deed bij zijn moeder, al moest hij er kortbij nadenken. Hij en zijn zus waren even groot, zijn zus was behoorlijk klein. Even wiebelde hij met zijn oor, dus ze waren allebei behoorlijk klein. Hoe groot zou hij zich samen voorstellen als zijn zus, kitten grote? Kitten die net een apprentice zou worden? Kleiner? Hij schudden zijn kop, voor een kater was hij best klein. Hij glimlachten, al sleurde hij zijn lichaam over het kamp heen. Tot zijn ogen vielen op en wit bruine kattin, hij keek er vragend naar en toen had hij een idee. Hij was erg moe, misschien te moe om te gaan lopen. Misschien kon hij even bij haar slapen, zij had best wel veel kittens gehad dus hopelijk zou ze dit niet erg vinden al zou de vraag wel vreemd gaan klinken. Al leek ze heel pluizig en was ze beter dan een mos bed waar vele apprentices waren dus.. Waarom ook niet, hij stapte richting de kattin af. Al herkende hij deze niet goed door het wazige beeld voor zijn ogen, al was het volgens hem Brindleleaf. Hij opende half zijn mond, "Mijn jonkvrouwen zou ik aan U een hele aparte vraag mogen stellen?" Vroeg hij nog half slapend. Hij hoopte dat het zou mogen, anders kon hij net zo goed ergens in de prooi stapel gaan liggen om te gaan slapen. Daar was het nu zelfs rustiger dan in de Apprentices den, hij kreeg aan langzamere hand het gevoel dat alle apprentices hem niet mochten.