✖ Personality Traits Semi-sadistisch, sarcastisch, hard, kil, droog, sceptisch, fel, flirterig, afstandelijk, onverschillig, arrogant, kleinerend, pester, vals, geduldig.
✖ Personality Description Warpaw is dankzij een lang verleden uitgegroeid tot wat hij is, al is hij nooit een lieverd geweest. Een jongen die je beter kan ontlopen en de hoop bij op kan geven. Hij is niet het standaard typje dat hij dankzij een verknipte jeugd een schurk is geworden maar stiekem heel zachtaardig is. Nee, dat zou gewoon veel te makkelijk zijn, niet waar? Dan was het gewoon een weg vinden naar zijn hart, pleister erop gooien en Warpaw veranderd plots naar een prins. Daarvoor is hij al te ver weg. Warpaw is als een verslaafde, iemand die met al zijn hart wil stoppen maar er gewoon te veel van houd. Hij verzint er geen excuus meer voor en houd het niet meer tegen. Warpaw is even kil en hard als de situatie waarin hij is opgegroeid. Hoe andere katten het maken ligt hem koud, ze interesseren hem voor geen seconde. Hij zoekt geen medelijden en is geen gedumpte puppy zoals andere hem graag zien. Om dit duidelijk te maken heeft hij een aparte manier gevonden. Hij pest andere graag, slaat ze voor zijn pacht in elkaar en kleineert ze. Bittere smaak van andermans tranen boeien hem niet en zijn woorden zullen altijd zijn vorm van humor bevatten. Deze is bitter, sceptisch en bovenal droog. Het boeit hem niet wat andere van hem denken, hoe vaak hij ook na moet blijven en als ze hem bedreigen ziet hij dit enkel als een uitnodiging voor nog een ronde. Maar hij weet heus wel hoe een nette jongen zich moet gedragen, en voor degene die hem nog niet echt kennen is hij vaak charmant. Maar zodra hij doorheeft dat je hem niks kan geven van waarde dumpt hij je weer met liefde en zie je weer zijn ware aard. Ondanks dit alles blijft hij een man, en hij flirt graag met katten van het vrouwelijke geslacht. En het mannelijke en zelfs als hij het niet eens zeker weet wat er onder de kleding verborgen gaat. Al zal het laatste alleen in zijn werk gaan mocht hij zo wat voor elkaar krijgen in zijn voordeel, anders houd hij het bij dames. En hoewel dit alles totaal niet mooi nog vriendelijk is, is hij zeer geduldig. Zowel in zijn gepest als in zijn andere daden kan hij er makkelijk de tijd voor nemen. Het leven duurt immers lang.
✖ Likes De nacht, gehaat worden, zijn zin krijgen, alleen zijn, winnen.
✖ Dislikes Zelfmedelijden, genegeerd worden, goed gemeend medelijden van andere, indringers.
De familie van de jonge kater heeft diepe, verrotte wortels. Zijn bloed is zo vervuilt als roest. Maar ooit was hij zuiver geweest. Al maakt zuiver bloed nog geen zuiver geweten. Het is simpel genoeg, begin bij het begin en dit verleden begint waar het ook is geëindigd; Riverclan. Daar, in de bloei van leven, was Nightpaw. Een zilvere tabby met opmerkelijke ogen. Deze droegen de kleur van het maanlicht en leek altijd te glinsteren zodra de zon hem raakte. Nightpaw was op het eind van zijn apprentice tijd toen zijn mentor gewond raakte in een border patrol. Hij won, op de kost van zijn linkeroog. In deze korte tijd tussen zijn warrior ceremonie en laatste dagen als apprentice was hij redelijk doelloos. Hij bleef trainen om de sterkste te worden, maar een machtlust bezat hij echter niet. In deze dagen ontmoette hij vaak een jonge warrior. Poisonrain, ze was bij 11 manen een volledig warrior geworden en bezat een vuur in haar karakter dat niet te doorstaan was. De beeldschone calico werd echter vaak afgeschreven door haar tweekleurige ogen, alsof die haar minder maakte. Ze was daardoor ook verbaast toen Nightpaw dwars door haar vreemde poelen heen kon kijken en haar emoties pijnloos velde. Wanneer ze bij hem was had ze het gevoel dat ze niks meer was dan een muis, en Nightpaw de jager die naar haar loerde. Vaak viel ze tegen de kater uit, daagde hem uit voor gevechten en verloor zichzelf aan zijn kracht. Nightpaw genoot ervan, van het gevoel de baas te zijn en altijd te winnen. Om te weten wat Poisonrain voelde en over hem dacht. Uiteindelijk kreeg hij zijn warrior naam; Nightscream. Ter teken van zijn geweldige vechtkunsten, de kracht om iedereen uiteindelijk te kunnen laten uitschreeuwen van de pijn. Eenmaal warrior en Poisonrain toevertrouwt met een apprentice was er nog maar weinig tijd voor hun pesterige samenzijn. Beiden leefde hun eigen leven tot op de dag dat Nightscream in de ochtend aan het jagen was. Het was een rustige dagenraad geweest en hij had goed gevist, al vergat hij dit allemaal toen hij het geschreeuw hoorde van een bekende. Hij haastte zich over de oever en vond de jonge Poisonrain, die in een poging haar apprentice uit het kolkende water te redden zelf erin was beland. Ze was verslagen door het trekken van de waterval, kapot van het verdriet dat het aanzicht van verlies haar had gebracht. Haar apprentice was al over de rand verdwenen, zijn lichaam niks meer dan een lappenpop. Met veel moeite kreeg de sterke Nightscream het voor elkaar de poes op het land te krijgen, en hoewel hij vermoeid was klom hij evengoed naar beneden om het lichaam van de apprentice op te halen. De dood had hem nooit gedeerd, niet zoals het Poisonrain raakte. Na de formaliteiten zat de beeldschone calico in rouw. En zoals ieder mooi verhaal voorschrijft raakte ze verlieft. Maar ze leefde in een brute tijd van gevaar. Maar wat had een jonge queen te vrezen? Ja, ze was bevallen van een enkele kitten; Ashkit. Haar trots met het zilver van zijn vader in zijn vacht. De kitten groeide in liefde op en Poisonrain bloeide weer dankzij het moederschap. Maar ze begon haar warrior taken al weer op te nemen, al begon het met kleine taakjes. Ze maakte zichzelf graag nuttig en haalde water voor de andere queens samen met schoon mos. Het was dus ook een schande dat die behulpzaamheid haar einde werd. Ze was in aanraking gekomen met giftige planten en al snel werd ze ziek. Nightscream was er kapot aan, vooral toen het nieuws doorbrak dat Poisonrain in een slaap ging en nooit meer zou ontwaken. Hij raakte bitter en deed zijn best er voor zijn zoon te zijn, die de leeftijd van een apprentice naderde. In zijn laatste dagen in Riverclan leerde hij zijn zoon alles over het valse in de wereld, en de volgende dag verdween hij. Later was hij nog eens te zien, in het gebied, bij de plek waar de doden begraven werden. Hij had de poes nooit achter gelaten toen hij naar Bloodclan was vertrokken. Maar zijn zoon wel.
Iets wat de andere kant van de wereld lijkt is het volgende hoofdstuk die zal lijden tot de geboorte van een kleine kitten. Hier, in Skyclan, leefde Sorrowstep. Zelf ook nog niet al te lang warrior, maar genoeg om al een apprentice onder zijn hoede te hebben. Hij was trots op zijn afkomst en zijn manier van werken. Een Skyclanner tot op het bot. Zijn bouw was soepel maar zijn poten krachtig om vogels te vangen. Zijn clan was zijn alles en hij was zo loyaal als kan zijn. Geen enkele keer had hij de regels gebroken. Hij viel liever flauw dan eten voor hij wat voor de clan gevonden had, had nog nooit een stap op andermans gebied gezet en beschermde zijn clan zo goed hij kon. Dit werd gewaardeerd door vele, omdat jonge katten vaker en graag brutaal zijn. Maar de donkere tabby niet en stelde een perfect voorbeeld. Zo was hij ook een goede mentor voor zijn jonge leerling. Dit was een verlegen poesje dat liever meewerkte om zo vrienden te krijgen dan haar eigen mening uit te spreken. Sorrowstep mocht dan wel streng zijn, hij was rechtvaardig. En de poes leek er wel door op te klaren dat ze zo’n duidelijke mentor had. Ondanks de goede zorgen van de kater kreeg de poes verkeerde vrienden. Deze kleineerde haar en dwongen haar dingen te doen die ze niet wou, de regels breken. Met een zwaar hart bleef ze dit doen om haar vrienden te behouden, al bleef ze wijselijk uit het zicht van haar mentor. En zo kwam het ook uit op een dag dat de jonge leerling mee gesleurd werd naar Windclan, om konijnen te vangen met haar vrienden. Ze wou absoluut niet maar achterblijven was ook geen optie. Sorrowstep, die al veel te lang dit had moeten aanzien, ging opzoek naar zijn apprentice nadat ze weer niet opgedaagd was bij training. Hij vroeg het wat na en het duurde toen niet lang voor hij achter de waarheid kwam. Ze was met haar verachtelijke vrienden mee naar Starclan mag weten waar. Dus de kater zocht haar geurspoor en volgde het groepje hun sporen tot aan Windclan. Met een zwaar hart was hij de grens overgestapt. Hierna kostte het maar weinig moeite om het groepje te zien, onder de toorn van een Windclan warrior. Een vurige flamepoint poes gaf de jonge apprentice’s de tirade van hun leven met woorden waarvoor Starclan zich af zou keren. Toen deze de Skyclan warrior opmerkte had ze op dodelijke toon gevraagd of hij verantwoordelijk was voor de hoop bandieten die ze onder ogen hielt. En Sorrowstep had smalend gelachen en zijn apprentice aangewezen, om op te merken dat hij alleen die levend terug wou en de rest onder de genade van de Windclanners lagen. Na heel wat grote blikken van de brutale Skyclanners gaven ze toe, verontschuldigde zich en liepen terug naar hun eigen gebied. Sorrowstep’s apprentice bleef bij haar mentor terwijl deze zich ook verontschuldigde en de ander een goede dag wenste. De flamepoint, Frailfeather, was gecharmeerd door diens woorden en nodigde de kater uit om eens samen met haar te gaan jagen. De rest volgde zonder moeite. Ze ontmoette elkaar bij de grenzen en Sorrowstep vond het vreselijk dat hij zo de regels moest breken. Toen de mooie poes ook toegaf dat ze zwanger was van hem had hij met tranen in zijn helblauwe ogen gezegd dat het zo niet mocht zijn. Hiermee verbrak hij hun relatie. Ze zagen elkaar niet en ze zaten zonder dood in de rouw, misschien om hun gebroken hart. Veel warriors vroegen de kater wat er was, maar hij negeerde hun aanbod. Enkele manen later kwam er opeens een zeer bekende poes het kamp binnen lopen. Charmant en tot op het laatste moment vurig liep ze naar de leider toe en sprak met haar zuivere woorden. Ze kwam een kitten brengen, van haar en een van zijn warriors waarvan ze de naam niet zou noemen. De poes, een oog dof van een nieuwe blindheid dankzij een aandoening, zette met deze woorden een bolletje tabby met wit op de grond. Haar naam is Silentkit. En met die woorden, zonder haar ex-partner maar een blik waardig te gunnen liep ze weer het kamp uit. Natuurlijk moest hij zijn zonden opbiechten en sprak het poesje uit als zijn dochter. Hier zorgde hij goed voor, het vaderschap even belangrijk vindend als zijn rang als warrior. Hij deed er alles aan om zijn dochter loyaal te krijgen en de regels van de clan in haar hoofd te stampen. Ze was net een maan apprentice toen de brand uitbrak. Sorrowstep was buiten aan het jagen toen hij de vonken zag en rende terug het kamp in. Daar kwam hij zijn ex-apprentice tegen, die uitgegroeid was op een prachtig warrior. Ze zei dat Silentpaw nog in het kamp was, in de apprentice den aan het slapen, ze wist niet waar ze nu was. Dit was voor de vader meer dan genoeg aanleiding verder te rennen. Hij werd gesmoord door de rook maar kwam zijn dochter tegen, die meer dood als levend was. Sorrowstep kreeg de jonge poes op tijd helder genoeg om het kamp uit te rennen, op het moment dat hij luid hoestend het bewustzijn verloor. En niet veel later geluidloos stierf.
Frailfeather hoorde het van de brand en was als een goede moeder was niet meer te stoppen. Tegen beter weten in zocht ze contact op met de verloren clan en probeerde haar dochter te vinden. En die vond ze op de nood gathering die plaats had gevonden. Daar vond ze haar jonge Silentpaw en praatte bij. De half blinde poes was officieel Elder geworden nu ook haar andere oog het zicht begon te verliezen, maar ze had mee gemogen om te zien hoe haar dochter het voorging. Toen de clans voorstelde dat ze de gebroken clan zouden splitsen en zo opnemen stelde de flame point voor dat Silentpaw naar Windclan ging. Dan had ze nog wát familie over om bij te zitten. Maar de jonge poes had haar moeder enkel aangekeken en haar hoofd geschud. Nee, ze ging niet mee. Ze was weggeven als een stuk vlees en het was haar schuld dat haar vader gestorven was. Ze had genoeg aan familie gekend en wou eens zelf leven. Dus nee, ze ging niet mee naar Windclan. Dit brak de jonge moeder terwijl ze voor een laatste keer zei tegen haar dochter dat ze van haar hielt, terwijl deze al wegliep naar andere rouwende bekende. Uiteindelijk besloot Silentpaw met de ex-apprentice van haar vader mee te gaan, aangezien ze altijd vriendinnen waren geweest en ze beiden rouwde op Sorrowstep. Deze poes ging mee naar Shadowclan, en zo Silentpaw ook. Frailfeather ging terug naar huis en stierf niet veel later die nacht, haar hart was aan stukken gescheurd en had niet meer geweten hoe te moeten kloppen. Dus was het maar gestopt.
Het was zo verschillend van wat ze gewent was, maar in ieder geval waren er bomen. Grimmig accepteerde ze het feit dat ze nu Shadowclan was en ze wist dat ze van geluk mocht spreken dat ze nog jong genoeg was om getrained te worden in dit gebied. En de training was moeilijk, maar lukte zeker. Maar zodra het toegelaten werd dwaalde ze vaak buiten rond. Ze had de trouw van haar vader gekregen, maar was bitter dankzij Starclan zijn lessen. Toch schade ze nooit de regels en dit viel in de smaak door de katten die haar als indringer zagen. Maar het was pas bij de eerste gathering die ze meemaakte dat ze echt contact had met andere clans. Ze hoorde hier ook dat haar moeder was overleden. Om haar gedachtes er wat leeg van te maken ging ze tussen de andere clans doorlopen om te zien of ze bekende zag, al viel dit best tegen. Zo kwam ze uiteindelijk bij een Riverclan kater. Hij was hard en bot, maar Silentpaw, met haar eeuwige vurie, kon hem wel aan. Hij stelde zich voor als Ashpaw, en hoewel hij kouder was dan ieder ander die ze kende spraken ze af eens te gaan jagen. Maar beiden partijen waren wantrouwig dus spraken ze af bij Fourtrees. Na een niet zo succesvolle jacht leerde ze elkaar beter kennen. Ashpaw was een ramp in normaal jagen maar was sterk en Silentpaw kon geweldig op vogels jagen maar wees het af. Ze hielt zich aan de Shadowclan manier van jagen en had hier zeker moeite mee. Toch konden ze met elkaar lachen en uiteindelijk kwamen ze op het punt van hun verleden. Al snel werd het duidelijk dat ze het beiden niet goed hadden gehad, en putten troost in de gedachten dat ze minder alleen waren dat ze op het eerste punt hadden gedacht. Dus spraken ze af nog eens te gaan jagen, maar nu bij Rogue gebied, aangezien hier niet de overduidelijke geur van kat zou hangen die de prooi bij de vier eiken weghielt.
En de tweede ontmoeting ging even goed als de eerste en er waren weinig woorden voor nodig om te begrijpen dat ze elkaar meer mochten dat alleen vrienden. Ze spraken hun hele apprentice tijd door met elkaar af en beiden leken er baat bij te hebben. Ashpaw was minder star als voorheen en Silentpaw bloeide op en liet eindelijk haar rouw achter zich. Ashpaw werd vervroegt warrior, zoals zijn moeder ook had gedaan. Zijn nieuwe naam was Ashbreath, ten teken naar de moeite die hij had moeten doen op de been te blijven, maar dat hij nu weer moeiteloos kon ademhalen. Meteen na de ceremonie ontmoette hij weer Silentpaw, die natuurlijk onwijs blij was dat ze al bijna officiële partners konden zijn. En ze maakte nu afspraken. Niemand zou ooit achter hun relatie mogen komen, voor ieders veiligheid. Ze zouden geen kittens krijgen aangezien dit te moeilijk is en door de afwijkingen in beiden families. En ze zouden, hoe moeilijk ook, nooit op elkaars gebied komen zonder geldige reden. Drie simpele regels, en een hoop liefde in hun stem. Silentpaw werd dankzij Ashbreath’s bijlessen al snel warrior op haar geldige leeftijd van 12 moons. Haar naam werd Silenthope, omdat ze door de zorgen heen een uitstraling van hoop had gedragen. Ze kreeg zelfs meteen een apprentice en het duurde even voor de twee geliefde het konden vieren. Het was zeker moeilijk om elkaar te blijven zien maar het was het helemaal waard. Tot op een dag Silenthope aankwam met minder goed nieuws. Ze was zwanger, van hem. Beiden besloten dat het niet anders kon, ze verbraken zo goed mogelijk het contact en zo bleef Silenthope achter in het kamp. Haar buik groeide maar er groeide ook wat in Shadowclan. Fever pitch was in opkomst en steeds meer katten leden eraan. De jonge queen wist niet hoe lang haar lichaam het vol zou houden, en kon alleen hopen dat de ziekte afzwak zodra haar kittens kwamen. Maar nee, iedereen was nog steeds ziek toen ze aan de bevalling begon. Drie kinderen kreeg ze. De jongste had de kleur van haar moeder, een prachtige flame point die glom zodra de zon haar raakte. Maar haar dochter was klein en fragiel. Ze noemde haar Morningkit, naar de ochtend na een nachtmerrie, waar je het gevoel bij krijgt dat alles weer goed was. Haar tweede zoon was precies zoals Ashbreath, zijn vader. En zo noemde ze haar middelste zoon Acidkit, ten teken naar de namen die in beiden families voorkwamen. Haar eerstgeborene was een calico.. kater? Dit verbaasde haar en was meteen de rede waarom zij en Ash nooit kinderen hadden mogen krijgen. Maar ja, haar zoon had een afwijking waardoor hij een vrouwenpels moest dragen. Dit verbaasde haar zo dat ze niet anders kon; Spottedkit. Het duurde maar een enkele dag van vrede voordat Morningkit hopeloos ziek werd. Ze kreeg meteen koorts, ijlde, en stierf op haar derde dag van het leven. Zoals iedere moeder was het verschrikkelijk om je eigen kind te moeten begraven, maar een andere keuze had ze niet. Hierna werd ze meteen bezig gehouden door haar tweede kitten die ziek werd. Maar hij was sterker, al opende hij op een dag, veel te vroeg zijn ogen terwijl hij aan het ijlen was van de warmte. Geschrokken zag de jonge moeder al de fouten in diens ogen, een werd duidelijk lichter dan de ander, al zei de grijze gloed erin dat hij ze nooit zou kunnen gebruiken. Dit deed haar pijn, en ze rouwde om een kitten die nog niet gestorven was. Ze wou haar zoon uit zijn leiden verlossen, maar Silenthope kon het niet in zich opbrengen haar kind te doden. Al was dit egoïstischer dan alles wat ze ooit had gedaan. Haar zoon kreeg een doodsoordeel. En ze had alleen nog maar Spottedkit, die ze meteen had herkent als een fout in hun bloed. Maar aangezien de kleine kater nog jong genoeg was gered te worden nam ze die kans aan. Spottedkit was niet ziek, al kreeg hij al wel verhogingen. Ze wist dat de clans nooit Acidkit aan zouden nemen, maar voor haar oudste zoon was er nog een klein stukje hoop. Dus pakte ze de calico op en bracht deze naar diens vader, die het nieuws al had gehoord. Nuchter als hij was nam hij al afscheid, wetend dat het misschien de laatste keer kon zijn dat ze elkaar zagen. Want iets wat Silenthope niet had gemerkt was dat ze zelf ook ziek was, dat haar melk opgedroogd was en dat ze zieker was dan dat ze liet zien. Ze keerde terug, zonder kittens, want haar zoontje was in zijn nest gestorven terwijl ze weg was. En het kostte ook maar enkele nachtmerries, nare dromen zonder hemelse ochtenden om naar uit te kijken, dat ook zij haar ogen voor de laatste keer sloot. Toen dacht ze aan de warriornamen die haar kittens nooit zouden dragen; Morninglost, Acidburn, Spotteddead. Want wie denkt er nog aan hoop wanneer ze sterven?
Ashbreath nam zijn zoon mee naar het kamp, waar er meteen duidelijk werd gemaakt dat die kitten beter wat waard kon zijn. Maar gelukkig was de kater altijd een goed warrior geweest en werd het toegestaan. Met gezonde melk werd de kitten al snel gezond. Maar Ashbreath schaamde zich voor de calico vacht van zijn zoon en wou er niet meer aandacht aan besteden dan mogelijk. Dus zei hij tegen iedereen dat de naam van de kater Warkit was. Naar het gevecht van zijn familie, zijn moeder, en hetgeen wat hij moest voeren om een geldig lid in de clan te zijn. Het was alsof Spottedkit nooit had bestaan.
Warkit was een kitten om bezig te houden, hij was constant actief in deed zijn best uit te blinken onder de andere kittens. Meteen wou hij leren jagen en vechten, zich nuttig maken en zichzelf te bewijzen. Maar zoals iedere kitten moest hij zijn jeugd doormaken met spelen en andere kittens leren kennen. Meteen was het duidelijk dat de kater een vol karakter had. Hij droeg de trotse neerbuigendheid van zijn vaders kant en liet zich door niks of niemand in de weg lopen. Maar evengoed had hij het kille vuur van zijn moeder, wat zorgde dat hij niet terugdeinsde voor een snauw. Maar Ashbreath was veel verloren, twee kittens en een partner. En hoewel Warpaw een goede zoon voor hem was kon hij niks anders dan rouwen en verdriet hebben. Maar in tegenstelling tot de meeste, die slapeloze nachten leden en huilden verwerkte Ashbreath zijn verdriet anders. Hij viel uit tegen andere, was bitter en ging harder werken. Vele dachten juist dat hij over de ruwe pijn heen was en lieten hem maar doen. En dit was de fout van de clan geweest. De grijze kater kon zichzelf niet inhouden, hij viel uit tegen zijn zoontje, tegen iedereen in de buurt en was het zat. Hij wou niet meer leven in een clan die de dood van zijn partner als goed beschouwden, die de afwijking van zijn zoon eerder zagen dan zijn kracht en die hem niet stopte in zijn rouw. En aangezien dit alles geen einde leek te hebben, eindigde hij het zelf. Het koste maar een sprong, een klap tegen de rotsen en een hoop water om zijn zorgen te eindigen. Want wat heelt nu beter een gebroken hart dan een gebroken lichaam?
Warkit was slim genoeg om te weten dat zijn vader dood was en wat de dood betekende. Al heel snel kreeg dit ook een gezicht, hij rouwde niet wetend dat dit enkel meer problemen zou brengen. Dus nam hij afscheid en richtte zich enkel en alleen op zijn trainingen. Vele leken dit te merken, dat Warkit zichzelf bezig hielt om pijn te verwerken en hadden het goed gekeurd dat hij een maan eerder apprentice zou mogen worden. Zodat hij zo zijn verlies om kon zetten naar goede daden. Maar die motivatie viel al snel weg. Want de buitenwereld was niet zoals een onschuldig jongetje het had gedacht, het was een wrede en bittere plek. Zijn mentor, Simpleflight, had zijn poten met de calico kater vol. Want deze was van een opgewekte leerling naar een humeurig geval veranderd. Maar de kater was volhardend en nam Warpaw overal naartoe waar hij voet zette. Hij leerde de jonge kater de grenzen kennen en nam hem zelf mee op patrouille. Zo zag de kater al snel dat andere clans zwaktes hadden en liever vochten dan die te laten zien. Hij was in een grensgevecht terechtgekomen op jonge leeftijd en vocht genadeloos naast de zijde van zijn mentor. Deze gaf hem dekking, leerde hem in de praktijk aanvallen en werkte impulsief mee. Niet het beste voorbeeld, moesten ze toegeven, maar Warpaw leerde wel. Met name vechttechnieken en jachttechnieken werden aan zijn opleiding gewijd. Ook zwemmen zat op het programma, maar vissen niet. En hoe ironisch het ook was, Warpaw leerde nooit vissen. Terwijl hij ouder werd onder het oog van Simpleflight werden de lessen ook veel zelfstandiger. En terwijl hij eens aan het oefenen was met jagen ging Simpleflight op patrouille. Hij kwam terug zonder oog. De snelle kater had verloren van een kat die meer strategie had, en het had een snelle zwiep gekost om zijn zichtorgaan uit zijn huls te krijgen. Bungelend was de kater gedwongen het ding zelf te verwijderen. Een tweede aanval naar zijn andere oog had ervoor gezorgd dat hij daaraan slechtziend werd. Half blind en verloren waren ze teruggereisd. Hier kreeg de ex-mentor de rang Elder en waren de trainingen van Warpaw afgeblazen. Hij kreeg natuurlijk nog trainingen van andere warriors die hem meenamen in hun eigen oefeningen maar het was niet genoeg. Warpaw was een moeilijke kater en koppig genoeg. Hij had gehoopt dat hij bij zijn 12 moons warrior kon worden en ervan af was geweest. Maar nee, hij bleef apprentice. Zijn motivatie was ondertussen onder het minpunt geraakt en zo bleef de kater hangen. Wachtend op een nieuwe mentor die hij kon verjagen met het ongeluk dat hem achtervolgde als zijn schaduw.