Swiftpaw lag opgerold in de apprentices den, ze had net toestemming gekregen iets te eten te pakken van de stapel verse prooi en ze had een spitsmuis uitgekozen, het had heel lekker gesmaakt en ze kon het nog proeven. Bij de gedachte likte ze haar lippen nog eens af. Ze had nog geen mentor, maar was zich bewust van het feit dat ze er binnenkort wel één zou krijgen. Ze vond zelf ook wel dat ze die kon gebruiken, ze was snel, maar haar sluiptechnieken waren waardeloos, waardoor de prooi meestal toch al weggerend was. Toch vertrouwde ze elke keer weer in zichzelf, niet dat ze zo vaak buiten de kampwand geweest was, maar dat wilde ze wel. Swiftpaw zuchtte even en stond op, nog heel even en dan was ze elke dag aan het trainen, ze had er zin in, dat was het probleem niet, maar misschien zou er geen tijd overblijven om te spelen. Ze duwde de gedachte snel uit haar hoofd. Natuurlijk zou er genoeg tijd overblijven, en bovendien was ze geen kitten meer ook, ze zou de volledige warrior code gaan leren en een waardig lid van de WindClan worden. Die gedachte beurde haar op en ze liep naar buiten, haar ogen wenden even aan het verschil in licht. Toen ze eenmaal op de open plek in het kamp was keek ze om zich heen, er was vast wel iemand die haar een taak kon geven.