Acorn liep rustig langs het grote gebouw naast haar. Ze was altijd al geïnteresseerd in de bouwwerken van de tweebenen. Ze was via de weg naar de het gebouw gelopen. Dicht bij het gebouw was een klein holletje waar ze graag in lag. Het hele hol was perfect. Zij kon alles zien maar niemand kon haar zien. Het enige wat jammer was, was het feit dat het holletje wel erg dichtbij het Windclan Territorium ligt. “Ach, dacht ze, ze kunnen me toch niet vinden.”
Opeens hoorde ze wat geritsel in het lange gras naast haar. “Wie is daar!” Riep ze. Er klonk weer wat geritsel. De walgelijke geur van de Windclan kwam haar neus binnen. Gelijk stond ze in de aanvalshouding. “Laat je zien!” Riep ze. Weer dat geritsel. Ze deed een paar stappen dichter bij het gras. Daar zag ze een grijs/ rode poes staan. Ze keken elkaar recht in de ogen aan.