Yucka liep door het bos, op zoek naar een prooi. Opeens pikte yucka een geur op. Het was de geur van een muisje. Yucka volgde de geur tot ze hem zag, en ja ze zag hem. Ze sloop iets dichterbij en ging plat in het gras liggen. Ze wachten op het goede moment en sprong! Ze beet de muis in een keer dood en nam hem mee naar haar slaap plek. Yucka was op zoek naar een holle boom in de buurt van het meertje. Tot nu toe sliep ze in een struik. Toen ze was aangekomen at ze de muis op. Toen ze klaar was besloot ze nog een vis te vangen. Ze wachte tot ze er een zag zwemmen. Ze zag er een, ze sloeg haar nagels en raakte in een keer de vis. Ze gooide hem op de kant en beet zijn hoofd eraf. Ze wist nog dat ze er vroeger mee speelde. Ze gooide de kop in de lucht en ving hem weer. Ze begon te eten. Een tijdje geleden had ze nog een maatje. Ze hadden ruzie gekregen en waren van elkaar weggelopen. Ze had er nu nog spijt van. Het begon met een kleine ruzie maar het werd steeds erger. Yucka besloot een wandeling te maken. Yucka hoorde in de verte een hond blaffen en bsloot maar weg te gaan. Ze had even geen zin in vechten. Yucka merkte dat het begon te regenen, dus besloot ze te gaan schuilen. Toen ze eindelijk een goed plekje had was ze alsnog doorweekt. Ze likte zich droog en ging lighgen. Ze wachten en wachten en uiteindelijk viel ze in slaap.
Toen ze wakker werdt was het aan de zon te zien nog niet de vogende dag. Ze wist niet precies hoe lang ze had geslapen maar het regende iniedegeval nog. Ze besloot terug te gaan naar de struik, ookal regende het., Ze had geen zin om langer te wachten. Dus ze rende naar de struik toe. Ze renden en renden, ondertussen begon het steeds harder te regenen. Toen ze aan kwam besloot ze de dichtbijzijnde boom in te klimmen. Het regenen was ondertussen al afgelopen. Vanuit de boom kon ze de ondergaande zon goed zien. Ze huilde. 'Had ik nou maar nooit ruzie met mijn maatje gemaakt.' Toen de zon weg was klom ze weer naar benden om de vis te pakken die ze had gevangen, ze had een beetje ewaardt voor als ze weer honger zou krijgen. Ze pakte ook de kop weer en gooide hem weer in de lucht, maar deze keer te ver naar voren. De kop was weg. Ze rook hem nog wel maar had geen zin om hem te pakken. Yucka maakte aanstalte om naar de boom te lopen toen er opeens een kat voor haar stond. De kat had de vissenkop in zijn mond, de kat was haar oude vriend. Of was het nog steeds haar vriend. 'Wat doe jij hier.' Vroeg yucka stamelend. Yucka wachte gespanmnen op antwoord..........
(Je mag antwoorden als je wil! Graag maar 1 persoon. Het is dan wel xx ik zal je niet snel doden.)